"Goede vrienden"
Een
erfenis uit het koloniale tijdperk is de volkomen willekeurige grens
tussen Papoea Nieuw Guinea en Indonesië: een rechte lijn van ongeveer
800 km langs de 141e breedtegraad. Sinds de Indonesische overname van
West-Papoea, Irian Jaya, in 1969 heeft een deel van de Melanesische
bevolking zich daar tegen verzet. Daaruit ontstond de OPM, Organization
Papoea Merdeka. De sympathieën aan PNG-kant zijn vanaf het begin voor de
Melanesische buren geweest. De regeringen van PNG kunnen zich echter
geen grensconflict met het sterke Indonesië permitteren, en zitten met
de OPM-guerilla's en vluchtelingen in hun maag.
Er zijn vluchtelingenkampen bij Vanimo (Blackwater), in West-Sepik (Kamberatoro
en Green River) en in de Western Province (ongeveer 10). PNG geeft hulp
aan de vluchtelingen, maar beschouwt ze als illegaal; de
rooms-katholieke kerk geeft overigens de meeste hulp.
Papoea Nieuw Guinea en Indonesië hebben niet nagelaten te verklaren
"goede vrienden" te zijn. In het Treaty of Mutual Respect, Friendship
and Cooperation wordt dat bekrachtigd. Een Joint Border Committee moet
toezien op een vreedzame grens.
Door de activiteiten van de OPM in het geïsoleerde, onontwikkelde en
vrijwel niet te controleren gebied, is de PNG-regering herhaaldelijk in
verlegenheid gebracht.
Hoewel er nooit "bewijzen" zijn te leveren dat de OPM vanaf
PNG-grondgebied opereert, voelt PNG zich door de represaillemaatregelen
van het Indonesische leger, die zich duidelijk wel op PNG-grondgebied
hebben afgespeeld, bedreigd. De regering in Moresby heeft al gedreigd de
zaak voor te leggen aan het Internationale Hof in Den Haag.
Het dilemma is: laat Papoea Nieuw Guinea de situatie zoals die is dan
kan het conflict escaleren. Een militaire actie houdt de mogelijkheid
van een oorlog in, waarin ook Australië betrokken raakt; als ze de OPM
"aanpakt", vervreemdt ze zich van de eigen Melanesische bevolking.
|