Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen
Disclaimer



 


  naar vorige pagina naar volgende pagina

Art Brouwer - Reisverslag West-Papua - 2005

 

6. Wamena ( deel2 )

Hij vroeg wat we van plan waren te gaan doen. Chris zei dat we op de taxi stonden te wachten en dat we de afspraak hadden : geen rubber tijd. Het was ondertussen half negen geworden en de taxi was er nog niet.

Vijf minuten later zei de agent: kom we zullen hem een lesje leren, stap in en ik breng jullie wel ergens heen. Zo gezegd zo gedaan. Hij reed in eerste instantie met ons Wamena door. Die plaats is niet zo groot. Toen reed hij naar het vliegveld, rijdt daar het terrein op en stopt bij een vrij grote en redelijk nieuwe wagen. De chauffeur stapt uit en de agent zegt iets tegen hem. Hij gaat stram in de houding staan en salueert alsof het de generaal zelf is waar hij tegen praat. Hij zei iets tegen Chris die het weer voor ons vertaalde. Het kwam hier op neer: Die vriend vond het zo fantastisch dat wij Chris overal mee naar toe namen zonder dat hij er iets voor hoefde te betalen dat hij graag iets terug wilde doen. Hij had de chauffeur de opdracht gegeven ons de tijd dat wij in Wamena verbleven ons ten dienste te zijn en overal naar toe te brengen waar we naar toe wilden. De rekening kon hij naar zijn bureau sturen onder vermelding van de naam Chris + Belanda’s, dan werden de kosten geheel door dat bureau vergoed. Dus dat was fijn geregeld.

Op naar de Dani’s. Dat is een stam in de Baliem Vallei. We werden door onze nieuwe chauffeur naar de het dorp van deze stam gebracht. Voor dat we zover waren moesten we eerst weer langs een politiepost onze papieren laten zien. Deze man deed niet moeilijk en na een blik op het formulier geworpen te hebben konden we doorrijden.

Bij het dorp aangekomen zijnde was het eerste wat me opviel ( ze leven daar immers nog in het stenen tijdperk? ) was een vrij groot betegeld parkeerterrein waar ongeveer een 30 tal auto’s konden staan. We stapten uit de auto en moesten om in het dorp te komen over een soort schutting klimmen. We kwamen toen uit op het dorps terrein.

over het hek naar de kampong kampong die was hermetisch van de buitenwereld afgesloten kampong die was hermetisch van de buitenwereld afgesloten
over het hek naar de kampong die was hermetisch van de buitenwereld afgesloten

Een kring hutten met tussen iedere hut een schutting waardoor het dorp hermetisch was afgesloten. Je kwam op een soort binnenplaats terecht. Daar stond de kepala kampong om ons te verwelkomen. Hij gaf ons allemaal een hand. Wees naar het gastenboek, jawel een gastenboek, daarin mocht je je naam schrijven tegen betaling van 10.000 Rp. Toen het geld betaald was kwamen opeens alle mannen en vrouwen in originele klederdracht naar buiten. Hiervan echter geen foto’s gemaakt om hierna genoemde financiële redenen.

Originele klederdracht houdt in:
De mannen alleen een peniskoker en de vrouwen alleen een rieten rokje en enkelen met een kind op de arm die aan de borst hingen te sabbelen. Daarna ging hij een hut binnen en kwam naar buiten met een mummie. Die mochten we fotograferen. Dus ieder van ons maakte een foto van de ander met hem en de mummie erop. Best wel griezelig zo’n mummie.

wamena foto met de mummie met de mummie op de foto
Met de mummie op de foto Met de mummie op de foto

Onze gids had ons geadviseerd voordat we foto’s maakten eerst met de persoon die we wilden fotograferen een prijs af te spreken. Doe je dat niet dan kun je een heleboel heibel verwachten. Een foto maken kost normaal gesproken 1.000 Rp. Als je het van tevoren vraagt. Doe je het zo, dan vragen ze gerust 10.000 Rp. En betaal dat dan maar want er wordt echt over geruzied. En zelfs als je eerst vraagt moet je nog opletten want op het moment dat jij je camera richt op de persoon die je betaald hebt voor een foto, staan er ineens een stuk of wat anderen erom heen en die eisen dan ook een betaling als je de foto gemaakt hebt. Wat dat betreft zijn ze het stenen tijdperk allang voorbij.

We hadden er dan ook al snel genoeg van en zijn meteen weer weggegaan, de tafel met souvenirs die ze klaar gezet hadden was voor niets opgesteld en daar liepen ze behoorlijk over te foeteren. Onze gids zei dan ook tegen ze dat dit hun eigen schuld was omdat ze voor alles betaald wilden worden ook als er niets was gefotografeerd.

We zijn toen door gereden naar een bezienswaardigheid wat verder nergens ter wereld voorkomt ( zegt de reisbeschrijving ) Een zoutmeer boven op een berg. Vanaf de weg ca 25 minuten lopen stond er in die beschrijving.

Dat wel, maar dat was dan tot de voet van die berg, want daarna moesten we nog 1800 m vrij steil naar boven klauteren over een nagenoeg onbegaanbaar pad. Het lag vol keien, boomwortels, stronken en wat dies meer zij. Jan en Chris gaven de pijp al vrij snel aan Maarten. Raymond en ik gingen verder. Het was zo ongelooflijk zwaar, daar lusten de honden geen brood van. We moesten ook nog twee keer via een dikke boomtak een kali oversteken of door het water en over

en zo moest het 1800 meter
en zo moest het 1800 meter

stenen springend naar de overkant zien te komen. Dat lukte redelijk goed. Maar toen begon de hitte en de vermoeidheid ook een woordje mee te spreken. Ik had net een paar dagen de race achter de rug dus ik viel bijna om van vermoeidheid.

Er waren twee gidsen mee naar boven gegaan. Ik bleef op een gegeven moment achter op Raymond zodat een gids met hem meeging en een bij mij bleef. En heet dat het was, nergens een beetje schaduw. Ja een enkele struik, maar daar kon je niet onder gaan staan als je even moest uitrusten en dat moest je op een gegeven moment om de 10 m.

Marcus en Art koud aanvoelende bladeren
Marcus en Art koud aanvoelende bladeren

Toen plukte de gids, zijn naam is Marcus, van een of andere plant een paar bladeren. Die legde hij tegen m’n voorhoofd en op m’n wangen. Dat was een verrassing. Die bladeren voelden steenkoud aan, alsof ze zo uit de diepvries kwamen. Je koelde er lekker door af zodat het klimmen weer wat gemakkelijker ging. Maar op ongeveer 1400 m heb ik toch ook de pijp maar aan Maarten gegeven. Ik was volkomen leeg. Iedere drie, vier stappen moest ik stoppen om op adem te komen. Ik hield het maar voor gezien en ben samen met Marcus terug gegaan.

Bij de kali hielden we even een kleine rustpauze. Daar begon Marcus tegen me te praten. Hoofdzakelijk handen en voetenwerk en een enkel woordje Engels. Hij wees op zichzelf en zei: Marcus en wees toen op mij. Ik zei: Art.

Hij was ook een Dani en kwam uit het dorp van de mummie. Toen z’n leeftijd: 18 jaar als hij 30 had gezegd had ik hem ook gelooft. Hij zag er beslist niet jonger uit dan mijn zoon van 39. Ik had intussen een vel papier en een pen uit m’n heuptas gepakt. Daarop tekende ik een poppetje en schreef daar mijn naam bij. Ik tekende er een poppetje naast met een rokje aan en schreef daar bij Henny. Toen onder Henny twee poppetjes, een jongen en een meisje. Naast de jongen een meisje en naast het andere meisje een jongen. Onder ieder koppel tekende ik weer een jongetje. Nou dat vond hij geweldig, hij begreep wat ik bedoelde met die tekeningen en vroeg in gebaren of hij het papier mocht houden. Ik zette daarna mijn fototoestel op een groot rotsblok en maakte van ons samen een foto die ik hem meteen op het schermpje kon laten zien. Prachtig vond hij dat.

De tocht naar beneden ging een stuk makkelijker, dat viel gelukkig mee. Raymond is wel boven geweest maar zei, als ik dit van tevoren geweten had waarvoor ik naar boven ben gegaan had ik er niet eens aan begonnen. Zoutmeer??? Meer dan een modderpoeltje was het niet. Het was wel zout, maar de term meer was heel erg overtrokken. Het woord poel was voldoende geweest. Hiermee haal ik waarschijnlijk een stuk van de ‘romantiek’ van de verwachting weg. Raymond was op zijn tocht naar boven nog een keer goed gevallen. Hij gleed uit en kwam op zijn kop in een put terecht. Hij bofte dat de gids bij hem was vertelde hij want hij had er anders echt moeite mee gehad om er uit te komen. Hij zat onder de schrammen en bulten en een vrij grote schaafwond op zijn schouder.

Ik had speciale pleisters in m’n filmtas zitten en die heb ik na de wond met wat water en een zakdoekje te hebben gereinigd op de wond geplakt. Twee dagen later was het dicht en viel de pleister er vanzelf af.

Beneden aan de voet van die berg was ook een soort pasar gebouwtje waar de bewoners uit de omgeving hun waar komen verkopen. Jan en Chris hadden daar in de schaduw op ons zitten wachten en in die tijd waren er een aantal buurtbewoners bij ze komen staan en hadden allerlei ‘handelswaar’ meegebracht, zoals halskettingen van schelpen e.d. Ook waren er een man en vrouw in originele klederdracht bij gekomen. Die wilden persé met ons op de foto. Ik ging dus tussen ze in staan, m’n armen om hun schouders en door Jan werd een foto van ons gemaakt.

Art tussen Papua man en vrouw
Art tussen Papua man en vrouw

Ook Raymond kwam er niet onderuit, dus ook een foto van hem met die mensjes. Toen eiste madam 20.000 Rp. voor het maken van die foto. Zowel van mij als van Raymond. Ik gaf haar 2.000 Rp. en liep gewoon weg. Chris die het roepen van madam hoorde kwam er meteen bij en zei iets tegen haar waardoor ze inbond en genoegen nam met wat ze gekregen had. Ik vroeg Chris wat hij haar gezegd had. Dat bleek gewoon een terechtwijzing te zijn geweest in de trent van: Je wilde zelf met hen op de foto, je moet niet mopperen dat je nog 2.000 Rp. gekregen hebt. Ze hadden jullie niet gevraagd om op de foto te mogen, ze moesten van jou.

Daarna zijn we naar een hangbrug gegaan, een constructie die zo wiebelde dat je er bijna zeeziek op werd. Een soort balk van ongeveer 10 cm breed waarop je liep.

hangbrug balk van 10 cm breed
hangbrug balk van ongeveer 10 cm breed

In V-vorm was dat opgehangen met een soort liaan aan twee over de rivier gespannen touwen en hier en daar met een stok van een cm of 4 dik op de bodem van de rivier vast gezet. De rivier stroomde vrij snel en was helemaal bruin van de klei. Aan die V’s zaten houten stokken die als leuning dienst deden, maar daar ontbrak het op sommige plaatsen wel het een en ander aan. Dan liep je balancerend over de balk naar het gedeelte waar wel een stok zat.

De rivier was ongeveer een dertig meter breed. Een hele belevenis om daar overheen te lopen. De volgende halte was weer een hangbrug, maar van een iets degelijker constructie. Hier waren over een zeer snelstromende rivier twee staalkabels gespannen en daarop bevestigd planken van een kleine 40 cm breed.

Deze brug was ook een kleine 30 m. lang hangbrug van iets degelijker constructie
Deze brug was ook een kleine 30 m. lang hangbrug van iets degelijker constructie

Deze brug was ook een kleine 30 m. lang doch nergens verankerd onderweg. Hij slingerde dan ook behoorlijk. Op sommige plaatsen ontbrak een plank zodat je een vrij grote stap moest nemen naar de andere plank.

 

Reacties op dit artikel via het forum

 

  naar vorige pagina naar volgende pagina