Lezen, wat las je, net van de HBS? Het stenen bruidsbed, De donkere
kamer van Damocles, De korporaal kent een luit, die platen draait
van Mulligan en Brubeck, daar lullen ze dan samen over. Soms heb je
film, vaak oorlogsfilms, of Conny & Peter, Le President met Jean
Gabin.
En altijd maar brieven schrijven, en hopen dat je antwoord krijgt.
Over het weggeven van Nieuw-Guinea staat er nooit iets in, de mensen
thuis vinden dat ze een vrolijke toon moeten aanslaan voor de
jongens overzee.
Veel Dear John-letters, grietjes die het uitmaken, vooral als
sommige jongens opeens drie maanden langer weg moeten blijven. 't
Zijn hele drama's op papier, als je geen meisje hebt ben je op een
vreemde manier jaloers dat zoiets je kan overkomen. Het hele peloton
leeft mee als de verkering van de Volendammer uit raakt. Prachtige
meid heeft die, haar portret hangt aan de wand van de barak, daar
wordt de liefde mee bedreven.
Zwemmen natuurlijk, en bruinbakken op het strand, alleen moet je je
in Merauke voorzichtig neerlaten op een plek waar de blubber een
beetje is gezakt. Er zitten ook Papoea-meiden aan zee, niet om aan
te zien, maar na een tijdje merk je toch dat je mekaar een beetje
zit te aaien. Geen geslachtsverkeer, al zijn er best van die
woestelingen.
Een enkele keer een ster, op tournee voor de welzijnszorg. De
vaandrig ruikt nog de vreemde melange van lotion, brillantine en
aftershave om Willy Alberti. In de siësta stapt zijn dochter de
tangsi in, klein grietje, grote tieten, en al die jongens in de
deuropeningen, zich vergapend aan een meid.
![Het eten: tegeltjes geperste tinnef](het%20eten%20-%20tegeltjes%20geperste%20tinnef.jpg)
Het eten: tegeltjes geperste tinnef
Loopt de wachtmeester met zijn meisje in de kota, komt de Landrover
van de MP de hoek om stuiven, is hij er gloeiend bij. Veertien dagen
licht, een week verzwaard, praktisch elke twee weken staat hij wel
op het matje.
Het mooist is nog die zaterdagmorgen dat hij om zes uur vrijkomt,
zich wast en omkleedt en naar haar huis gaat. Zit-ie om half tien
alweer vast.
Zij is de dochter van een pendita, een papoeadominee, en op weg naar
haar werk komt ze langs het zend- en ontvangststation dat hij
bewaakt, steeds vaker. Maar 'het is elke Nederlandse militair van
welke rang of stand ook verboden omgang te hebben met de inlandse
ofwel autochtone bevolking'.
De legerorder zal wel speciaal tegen contact met Papoea-meisjes
zijn, maar dat durven ze er natuurlijk niet rechtuit in te zetten.
De wachtmeester informeert bij de commandant naar de zin van dit
verbod. Die zegt dat het is om die mensen tegen zichzelf in
bescherming te nemen.
Hoe kunnen ze nou de ene Nederlandse onderdaan verbieden niet de
andere om te gaan? Voor hun geeft de huiskleur de doorslag.
't Is gewoon een stukje discriminatie.
Als zijn jaar om is vraagt de wachtmeester verlenging aan. Hij kent
haar nog niet goed. Vreemd genoeg krijgt hij het prompt, hij is wel
een lastpak maar men kan hem niet missen, hij is de enige met een
opleiding voor de
radarvuurgeleide wapens, de veertig-lang-zeventig.
In de meeste kustplaatsen hebben ze |
|
eerst nog de Beauforts, ouwe
krengen uit de oorlog.
Als de infanteristen komen die niet met luchtdoelartillerie kunnen
omgaan reist de wachtmeester de hele kust af om praktische scholing
te geven.
Maar nog voor zijn termijn erop zit, moet hij in mei '62 ineens weg.
Hij vraagt haar mee naar Holland. Maar de commandant gaat met zijn
schoonvader praten, de wachtmeester is rooms en twee geloven op één
kussen daar slaapt de duivel tussen. De dominee heeft zijn
toestemming al gegeven.
De wachtmeester moet voor een heel comité komen, onder leiding van
de overste. Onder dwang belooft hij dat hij haar op zijn kosten zal
terugsturen naar Nieuw-Guinea als het huwelijk binnen vijf jaar
spaak loopt. Je staat er niet bij stil, maar stel je hebt een paar
kinderen en de moeder moet naar de andere kant van de wereld terug.
Hij kan inrukken.
Er arriveren oorlogsverslaggevers, voor de reportages van het front.
Je moet je melden bij de schout-bij-nacht, jas en das, anders
ingerukt mars. De marine geeft faciliteiten, als je je houdt aan het
gentleman's agreement met de 'bonafide pers', dat wil zeggen: elk
café-verhaal eerst opchecken bij de autoriteiten. Zo wil pokhouten
Leen dat.
Hij meldt Den Haag dat hij het machtige Amerikaanse persbureau UPI
uit de pool heeft moeten zetten, wegens schending van de afspraak.
Paniek op het ministerie; als dat maar geen repercussies geeft in
Washington.
De Hollandse reporter mag mee met de patrouilleboot. De commandant
die alle hens aan dek gebruiken kan drukt hem een mitrailleur in
handen. Dan wordt er alarm geslagen. Onderzeeër in zicht! Hij doet
het zo ongeveer in zijn broek. Gelukkig blijkt het een drijvende
boomstam.
In de pasangrahan van Teminaboean wordt 's morgens om zes uur een
infiltratie gemeld. Een Hercules heeft parachutisten afgeworpen. De
verslaggevers mee met de patrouille. Die gaat onder aanvoering van
een Papoea-vrijwilliger die ze een geweer hebben gegeven dat om 'n
hoekje schiet, want die Hollandse boerejongens komen zo uit
Lutjebroek, die moet je niet los in het oerwoud laten; dan schieten
ze op alles wal beweegt, liefst op mekaar. Maar die Papoea's ruiken
de Indonesiërs gewoon, en ze zijn er fel op want die lui hebben geen
voedsel meegekregen dus die jatten uit de tuinen. Maar als de
Papoea's mata glap worden gaan ze op de infiltranten schieten,
daarom blijven de Hollanders een beetje in hun buurt.
Bij een boom die een slootje overbrugt moeten de journalisten
wachten. Het giet, ze schuilen in een bladerhutje, 't Duurt lang,
dan horen ze in de verte gezang, triomfantelijk. De patrouille is op
de Indonesiërs gestuit, de Papoea's zijn meteen beginnen te knallen.
Die terugtocht in de jeep, met de jongen die bij hem en z'n collega
over de knieën ligt en maar om z'n moeder roept - zo'n gat in zijn
rug, twee vuisten kunnen erin.Met het pistool in de aanslag voert
een marechaussee Tom naar het groene busje, het gaat richting
Nieuwersluis. Het heeft 'm
volkomen overvallen dat de kompie opeens naar Nieuw-Guinea is
gedirigeerd. Maar het staat meteen vast dat hij niet gaat Hij wil er
wel heen, maar dan met een zooitje bulldozers, om iets op te bouwen.
Hij vervoegt zich bij de commandant. Aan dit soort oorlog wenst hij
niet mee te doen. Maar de man lijkt niet voor rede vatbaar, die
denkt alleen aan zijn gezichtsverlies. Een hele stoet hogeren wordt
op Tom afgestuurd. Overreding, dreigementen. Wat hij wil is weigeren
van een opdracht in oorlogstijd want met Duitsland
hebben we nog geen vrede. Daar staat de kogel op, of tenminste een
jaar of zes cel.
Het bevel tot pakken wordt gegeven. Tom blijft op bed liggen. De
commandant sommeert hem de plunjebaal vol te stouwen, die wordt
alvast ingeladen. Maar Tom klimt niet in de drietonner, hij blijft
hier. Als een razende gaat de commandant tekeer.
Hij gaat achter de deur, helemaal echt, bretels af, veters uit de
|
|