Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



naar vorige pagina naar volgende pagina

vervolg

Henkie landt eind 1960 in de Emabaai, hij is een Papoea van het eiland Seroei, op het eiland Japen dat de naam heeft pro-Indone-sisch te zijn. Maar of dat nou zo is? Misschien zijn ze het gewoon van de weeromstuit, uit rivaliteit met het naburige Biak dat wel erg Hollandsgezind is. Henkie heeft vroeger bij de gouvernementsmarine gediend maar nu is hij Indonesisch luitenant, en voert twintig infiltranten aan.
Papoea's die aan de baai wonen waarschuwen de marine dat er indringers zijn. De autoriteiten loven vijfhonderd gulden per gedode of gevangen infiltrant uit. Liefst besluipt de Papoea zijn vijand en pijlt hem ongezien dood. Soms komt er een aanzetten met de afgesneden oren van zijn slachtoffer, dat hebben ze van de Amerikanen die betaalden voor Jappenoren.
Vanuit zee wordt Henkies bivak beschoten, en de groep trekt zich terug het binnenland in. De mariniers zetten de achtervolging in, met Papoea-gidsen en aanwijzingen uit de kampongs: er is een afdruk van een geschoeide voet gezien, takken vertrapt door een casuaris in doodsnood. Een Papoea die namens zijn dorp heeft deelgenomen aan de verkiezingen voor de Nieuw-Guinea-Raad begeleidt de patrouille een eindweegs.
De jongens komen in streken waar de mensen alleen een peniskoker of een grasschortje dragen, en het lijf hebben ingesmeerd met een dikke laag as. Steeds verder van de kust trekt Henkie, hij ruilt met de bevolking kralen en snuisterijen tegen voedsel. De mariniers raken verzwakt door de open wonden van de bosluis, de bittere kou van het bergland, het dieet van sago. 's Nachts beveiligen ze hun bivak met booby-traps, granaten verbonden met een lijntje. Een zeemilicien gaat er bovenop staan en komt om. In januari krijgt de controleur van de Wisselmeren bericht dat de bende van Henkie in zijn ressort is doorgedrongen. Het ziet er naar uit dat hij, steeds zijn achtervolgers ontwijkend, bezig is de doorsteek naar de noord kust te volbrengen. De controleur zet patrouilles Papoea-politie in, onder commando van een Hollander. Per trapzender houden ze contact, een Papoea zwetend op de trappers, dan kun je met elkaar praten.
De geruchten willen dat het slecht gaat met Henkie. Hij is al twee maanden onderweg, en huurt Papoea's als dragers. De infiltranten hebben al honden geslacht om hun honger te stillen, ze willen blijkbaar niet uit de dorpen de varkens roven, het kostbaarste bezit. In de nacht sluipen de Papoea-agenten naar Henkies bivak en halen een voor één de spikes weg die het beschermen. Dan eindelijk, na twintig weken, wordt Henkie met zijn trawanten. gearresteerd, bij Nabiré aan de noordkust. De brigade is gehalveerd, minstens één infiltrant is door de krokodillen opgevreten. De controleur komt over en vraagt formeel of de indringers in het bezit zijn van een geldig visum. Zó niet, dan bevinden zij zich wederrechtelijk in Nieuw-Guinea, in strijd met de immigratiebepalingen.
Tegenover de noordkust ligt. het eiland Japen. De controleur vraagt zich af of de woordvoerder nou zo'n fanatiekeling is. Of wou Henkie gewoon naar huis?

De wachtmeester vaart over naar Woendi, waar zijn makkers de overlevenden van de Matjan Tutul bewaken. Nog een week na de Slag bij de Vlakke Hoek zijn er nog twee op een rubbervlot aangespoeld, twee anderen zijn op transport overleden aan hun wonden, 52 slenteren achter het prikkeldraad, 't Schijnt verboden te zijn met hen te verbroederen, maar de bewakers zijn al goeie maatjes met de krijgsgevangenen. De wachtmeester hoort er van op, dat die lui meer zakgeld ontvangen dan hij, plus kleding vrij; als van hem iets versleten is moet hij liet zelf bijkopen.
Maar dat is blijkbaar volgens internationale regels. Typisch Hollands om je daar zo nauw aan te houden. De Verenigde Naties vragen Den Haag de krijgsgevangenen vrij te laten, prompt wordt het verzoek ingewilligd. De radioreporter ziet hen per Super Constellation van Biak vertrekken, een 'meelijwekkende en
weinig krijgshaftige' stoet. Maar in Djakarta


worden ze als helden ingehaald.
Enkelen, worden op een persconferentie vertoond, de vragen moeten tevoren zijn goedgekeurd. Zij klagen over hun behandeling, de een moest plat op de grond liggen, de ander slavenarbeid verrichten zonder dat hem slaap werd gegund, een derde is geblinddoekt, geboeid en met de dood bedreigd.Den Haag ontkent het heftig, en beroept zich op het toezicht van het Rode Kruis. Nederland wil internationaal in een goed blaadje komen. Het zal weinig baten.

„Flauwekul! Ze moesten alle persmensen een kogel door hun kop jagen!" De stem buldert door de vertrekhal van Schiphol, de man loopt helemaal rood aan. Hij is in uniform, blijkbaar een hoge. Hij wringt zich door een groepje mannen met blocnotes in de hand naar een bleke tongen, en stopt hem een blaadje toe. „Hier. Denksport is beter voor je. Er moet beter gedacht worden!" De jongeman pakt het periodiek aan, het dateert van vier maanden terug. Zonder de opgewonden man een blik waardig te keuren stapt hij naar de douane. Men gaat aan boord van de KLM DC-7c naar Anchorage, Tokio en Biak. Zijn paspoort wordt ingezien: Guus Lindeman, rijksambtenaar, en men fouilleert zijn bagage. De grijpende hand brengt een Russische grammatica tevoorschijn, en een Kwadraatpocket Nieuw Guinea als schakel tussen Nederland en Indonesië, door prof. mr F. J. F. M. Duynstee. De man haalt de

De hoofdaalmoezenier met Lindeman: verwensingen
De hoofdaalmoezenier met Lindeman: verwensingen

wenkbrauwen op, reikt de boekwerken dan weer over: „Wel kritisch lezen, hoor." Rekruut Lindeman vertrekt naar Nieuw-Guinea.

In het Haagse hotel Des Indes zitten de heren De Quay, Beerman, Korthals, Visser en De Jong wal mismoedig bijeen. Het is het dinsdagse borreluur van de bewindslieden, maar nu, op 6 februari '62, is de stemming gedrukt. Zojuist is bericht gekomen dat Washington en Tokio de KLM geen toestemming geven voor de tussenlanding van chartervluchten naar Biak De aflossing van onze troepen op Nieuw-Guinea geschiedt vliegsgewijs. Op de lege plaatsen van de lijnvlucht over de Noordpool vliegen militairen mee, naar internationaal gebruik in burger, terwijl in hun paspoort als beroep 'rijksambtenaar' is ingevoegd. De soldaten hebben instructie onderweg hun ware functie te verzwijgen - 'wat ben jij?' 'burger!', desnoods door voor te wenden dat zij geen Engels verstaan.
De korporaal is wel drie keer onverrichterzake naar het oude Schiphol vervoerd, geen plaats. Dan gaan ze met het militaire busje de Wallen op en komen pas in de ochtend weer in Oirschot terug. Veel jongens maken zo hun eerste luchtreis, ze herinneren zich fraaie stewardessen, soms vliegen ze zelfs First Class, met kouwe kip in gelei.
De regering wil de vervoerscapaciteit uitbreiden, met de grotere DC-8, en speciale chartervluchten. Maar dan stuit ze op de tegenwerking van Japan en Amerika. Defensieminister Visser

naar vorige pagina naar volgende pagina