Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
West Papua in de pers
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 


naar vorige pagina naar volgende pagina

 

Katholieke Illustratie

Het drama van Sorong (5)

Door J.Hofwijk

 

1961

Henkie wil generaal worden

"Zijn die mensen nou fel roodwit?" "Er zijn zeker kampongs, die uitgesproken roodwit (pro-Indonesisch)zijn, misschien wel vanwege dat heimwee. Radio Ambon en radio Ternate knallen hier door de dorpen, waar ze wonen. Het is hun toch niet kwalijk te nemen het zijn Indonesiërs, Het is hun land. Daarnaast bestaat er zeker onder hen ook een zekere angst voor de snelle papoeanisering van het land. Zelfs al zou de maatschappij niet inkrimpen, dan voelen ze toch wel, dat uiteindelijk de Papoea hier het heft in handen zal nemen. Als de ontwikkeling tenminste zo doorgaat. Het zal nog genoeg moeilijkheden met zich brengen, als al die mensen hier weg trekken. Neem alleen de scholen maar..."

Aan één zo'n school bracht ik een vluchtig bezoek, de katholieke school van Remoe, een ander stadsdeel van Sorong. Het opvallende voor een buitenstaander was, dat er van alles zat: Nederlandse kinderen, kinderen van Indische mensen, Chinezen en de nodige Indonesiërs... Er was geen enkele moeilijkheid, zelfs niet met dat aardige Indonesische joch, dat aan juffrouw Wagener, het hoofd van de school, vertelde, dat hij later, als ie groot was, naar de militaire academie in Djakarta wou. Henkie wou generaal worden... Juffrouw Wagener vond dat prachtig, maar tót zijn repatriëring moest Henkie nog maar ijverig in zijn (Nederlandse) leerboekjes vossen, want generaals moesten ook aardrijkskunde kennen en geschiedenis.

Slechts een veertigtal Indonesiërs had, toen ik er was, elders werk gevonden; Voor de rest - er woonden er op Sorong een vijfentwintighonderd - had de maatschappij een voorlopige financiële regeling getroffen

Klas Katholieke School van Sorong Remoe

Polshorloge, broek en buitenboordmotor

Misschien zouden ook die veertig nog wel weggaan, als de algemene uittocht mogelijk werd. Er waren in ieder geval onder de Papoea's liefhebbers genoeg voor hun baantjes. De toestand onder dezen was in wezen niet minder tragisch, al lag de zaak enigszins anders. Ook voor hen geldt de ordonnantie, dat de werkgever verplicht is hen na beëindiging van het dienstcontract terug naar huis te brengen. Maar de meeste Papoea's willen niet naar huis. Ook zij hadden enorm van de olie geprofiteerd. Iedereen liep in een broek en droeg een polshorloge en er was haast geen prauw meer, die geen buiten boord motor had. De meeste Papoea's hadden koeliewerk verricht, waren indertijd, grotendeels nog vrij primitief, uit de binnen landen geworven. Veel scholing hadden ze niet gehad, ander werk was er niet voor hen als ze daar al geschikt voor waren, maar een terugkeer naar de primitiviteit van hun eigen dorp lokte de meesten niet aan, ze waren tè veel "meneer" geworden. Dus zochten ze ijverig naar nieuw emplooi, gingen zich verhuren als boy of knapten klusjes op. Maar veel kansen waren er niet. Zelfs ik werd zondagsmiddags op de veranda van mijn hotel kamer aangesproken door een landskind, dat me in het Maleis iets vroeg. Ik verstond het niet direct, waar na de Papoea met aan duidelijkheid niets te wensen overlatende nadruk om "werruk" vroeg. Ik had werk genoeg, maar niet voor hem.

 

naar vorige pagina naar volgende pagina