tientallen openluchtbioscopen verbijsteren de papoea. De Amerikaan
is gul met geschenken. Is de heilstaat dan toch gekomen? Maar de
doden staan niet op, en de overvloed gaat elke voorstelling te
boven. De droom is overspoeld.
□
De prauw meert af aan de steiger, kwiek springt de
controleur er uit, het vermolmde plankier wankelt. En meteen begint
de goeroe, die wel ziet hoe de hoge gast even een wenkbrauw optrekt,
als een razende tegen de dorpelingen uit te varen: als ze niet als
de bliksem zorgen dat die steiger hersteld wordt...!
Het gaat de controleur wat ver, moet dat nu zo? O, pocht de goeroe
prompt, dan had meneer hem een paar jaar terug eens moeten horen!
Hij wordt nu een jaartje ouder, maar toen! En de controleur ziet hoe
de dorpsbewoners, die hij niet lang geleden gekend heeft als woeste
koppensnellers, zich gedwee in rijen van drie opstellen om de kerk
te mogen binnen gaan - hoef je niet te vragen hoe de goeroe hen
zover gekregen heeft.
Hij zucht. Laatst nog heeft hij een goeroe tot drie weken cel
veroordeeld omdat die te paard weerspannige kinderen met zich
meesleurde, met een touw aan de zadelknop gebonden. Toen hij het een
collega vertelde zei deze dat dat nog maar niks was. Hij kende een
goeroe die ze met het oor aan de bank spijkerde, al klonk dat erger
dan het was, want de kinderen daar hadden al een gat in hun oor.
De goeroe is dorpsonderwijzer annex geestelijk voorganger. Hij stamt
van Ambon als hij in dienst is van de zending, bij de missie komt
hij van de Kei-eilanden. Ver van zijn geboortestreek woont hij in
afgelegen dorpen temidden van zwarte mensen die hij doorgaans
veracht. De kinderen van de goeroe spreken het woord 'papoea' uit
als een scheldnaam, ze spuwen erbij op de grond. Óp zijn best houdt
de goeroe de papoea's voor anak-anak, kleine kinderen die achterlijk
zijn en door hem tot beschaving en christendom gebracht moeten
worden. „Als ze niet omhoog willen," zegt een goeroe tot de
controleur, „trappen wij ze omhoog." De goeroe gedraagt zich als de
toean besar, de grote heer, de sultan van het dorp. Zijn schamel
salaris vult hij aan door de schoolkinderen voor zich te laten
werken. De jongens stuurt hij er op uit om voor zijn avondmaal tien
vissen te vangen, voor elke die ze minder mee terug brengen krijgen
ze een ongenadige klap. De meisjes moeten huishoudelijk werk doen,
en als de goeroe zin heeft worden ze ook anderszins gebruikt -
altijd vrouwenkwesties met die lui.
Bij veel papoea's die opgroeien in de kampong rijpt een wrok tegen
de bruine mensen van de Molukse eilanden.
□
De kepala kampong treedt de controleur tegemoet, hij
is de formele gezagsdrager ter plaatse, het dorpshoofd; maar de
controleur weet dat de man niet bijster veel te vertellen heeft.
Voor de voortzetting van zijn tournee heeft hij roeiers nodig, en
hij beseft dat hij daarvoor niet bij de kepala moet wezen. Maar bij
wie wel? De gezagsstructuur in de nederzettingen der papoea's is
voor een buitenstaander moeilijk te doorgronden. Het stelsel van
dorpshoofden is door het gouvernement overgeplant van Java, maar het
past niet op Nieuw-Guinea. Alleen al het begrip 'dorp' is er van
koloniale makelij.
De papoea leeft in clusters van huishoudingen die naar gelang de
behoefte verhuizen; ze wonen aan zee als men vist, bovenstrooms als
sago wordt geklopt. Terwille van onderwijs en medische zorg veegt
het gouvernement de mensen bijeen in dorpen, maar die blijven lang
een vreemd element, een vinding van de Kompenie. En als het bestuur
er een aanspreekpunt wil hebben, schuift het dorp niet de werkelijke
machthebbers naar voren, de familiehoofden, de aanvoerders in
religie, handel en oorlog. Vaak selecteert |