Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen
Disclaimer



 


  naar vorige pagina naar volgende pagina

Annemarie Pook - Reisverslag West-Papua - 2018

 

Vrijdag 4 mei 2018

9.00 werden we weer opgehaald door Bennie en Leon. Leon klept de hele tijd erg gezellig en hij is erg grappig.
Wij naar het noorden van Biak. Zeker 1 ½ uur rijden. Onderweg veel kerken en armoe.
Wat wij niet wisten, is dat er een tsunami is geweest op Biak in februari 1996.
Er staat en monument met alle namen van de slachtoffers stuk of 30. In de leeftijd van bejaard of juist jong. Die waren thuis en konden slecht weg komen. Niks over gehoord in Nederland…
Je ziet wel overal zeewering nu. Daar hebben we heerlijk over gewandeld. Verder door naar de waterval. We moesten er heen wandelen. Erg mooi en de temperatuur was heerlijk. Wel betalen natuurlijk, maar het is niks te duur hier, alleen al om de mensen te steunen. Als het maar bij de bevolking terecht komt al vrees ik van niet.
Verder door met de auto naar en paradijselijk strand. Lekker gezwommen en geluierd.
Bennie had al gezwommen bij de waterval, maar dat was ons te glad. Stel je voor dat je een been breekt, daar is deze reis te belangrijk voor. Onderweg vertelde ik de gidsen wat het doel van mijn reis was. De mannen waren er stil van.
Dat zouden we later ook merken bij de gidsen in Jayapura.
Ik was mijn zonnebril vergeten en had dan ook de ogen verbrand zo dicht bij de Evenaar.
Terug naar het hotel. Daar hoorden we Nederlands praten. Zij zaten bij het zwembad van het hotel op hun familie te wachten die op Biak wonen. Het waren broer en zus met echtgenoot en vriendin. Zij kwamen net uit Jayapura en op familiebezoek geweest. Broer en zus hadden ook in Hollandia gewoond in 1960 en waren al 4 keer terug geweest.
's Avond weer wezen eten in een restaurant, maar nu wat vroeger om met het busje weer naar huis te kunnen.
Koffers vast ingepakt, want de volgende morgen alweer vroeg met de Garuda naar Jayapura.

Biak. Onvergetelijk mooi. De mensen zo goedlachs en vriendelijk. Om nooit meer te vergeten.
Maar op naar Hollandia, waar ik deze reis uiteindelijk voor ging maken.

Zaterdag 5 mei 2018

Naar Jayapura was het 4 uur vliegen. Regen bij aankomst. Er stond een auto met chauffeur op ons te wachten.
Gelukkig maar, want we werden in de aankomsthal belaagd door mannen die hun diensten aanboden.
De chauffeur sprak geen Engels, maar we gegrepen dat we eerst een rondleiding kregen door de bergen.
Dat was zeker omdat het nog te vroeg was om naar het hotel te gaan. Ook goed hoor.
De slingerweg meende ik mij te herinneren. Of weet ik alles van de foto's? Ik weet het niet.
Ik was zeer emotioneel toen ik in Hollandia aankwam.
Eindelijk was ik op de plek waar moeder is achtergebleven in 1962 en waar nooit meer over is gesproken.
Nu een grote stad: Port Numbay. (Port Numbay, voorheen Jayapura, voorheen Hollandia)

Na 3 dagen heb ik het in kaart in mijn hoofd. Hollandia haven (dok 2) is ons hotel.
Hollandia-Binnen (in het verlengde van de haven) daar was vroeger de hoofdstraat, de Oranjelaan.
Voor ons hotel de berg over naar dok 4 en 5. We woonden in dok 5.
Weer een berg over en kwam je op het strand.
Alles is nu volgebouwd. Het is en vieze stad met veel brommers en auto's. De hele dag file.

Afijn, eerst naar een uitkijk punt Bukit Jokowi. Ik herkende het van de foto's.
Wij gingen kennelijk op zondag ook rijden met de auto en nam vader foto's.
Toen naar het hotel De Swiss Bell. Het is een groot hotel uit de jaren 60. Wel verouderd. Grote kamer. We kijken uit op de straat. Het is een soort hof. Je komt er alleen in met een slagboom en dan de andere kant er weer uit.
Er zijn koffietentjes, winkels, banken met pin. Op de stoep staan tegen etenstijd allemaal eettentjes.
Overdag is het een beetje louche.
Op 10 minuten lopen is een winkelcentrum. Daar wat gegeten en bij een soort Starbuck lekkere kop koffie gedronken.
Het is geen culinaire reis, maar soms een beetje westers mag ook wel.
Internet is goed in het hotel. Op Biak was er een storing dus vanaf woensdag geen post kunnen lezen.
's Avonds bij een chinees gegeten, de nasi was zuur, dus de honger gestild met emping.
Ik was ook de hele dag erg verdrietig, dus ook niet veel trek in eten.
Vroeg naar bed even wat slaap inhalen.

Zondag 6 mei 2018

Gids belt om 8.20 naar de kamer of we klaar zijn. Hij heet Charles en de chauffeur heet Ricky.
Ze zitten in de hal en ik pak gelijk de koe bij de horens en ik vertel ze wat het doel is van mijn reis. Ik laat ze mijn fotoboek zien. Dat foto boek heb ik zo lang als ik mij heugen kan. Het begint op het moment dat vader en moeder getrouwd zijn en wij in Brielle woonden. Ook van het afscheid naar Nieuw-Guinea zijn foto's.
Foto's genomen op een tussenstop op Alaska en later in Tokio.
Later zie je het hotel op Biak. Dan veel foto's uit Hollandia als moeder nog leeft. Ons huis, de tuin de omgeving, Sentani meer , het strand enz. enz. Dan stopt het.
Vader heeft kennelijk nooit meer foto's gemaakt.
De fotorolletjes werden per post verzonden en in Nederland afgedrukt. Zo hebben wij de fotoboeken gekregen van een tante. Die had ze ter herinnering aan moeder gemaakt. Ik ken alle foto's uit mijn hoofd en hoe ouder ik word des te verdrietiger ik word. Dus ik vertel aan de hand van mijn fotoboek wat ik wil bezoeken morgen.
De plek waar we woonden, het kerkhof en de plek waar moeder is verongelukt.
Dat weet ik sinds kort omdat vader bij de landsdrukkerij werkte en het in de krant had gestaan, dat er een dodelijk ongeluk was gebeurd en de vrouw van een van de medewerkers van de krant was verongelukt.
Het krantenknipsel had mijn zus jaren geleden van een kennis uit die tijd gekregen en vond het nu het moment om het mij te geven. Wat was ik, ondanks dat ik het nu nog erg verdrietig vind om te lezen, er blij mee.
De gids heeft een foto genomen van het krantenknipsel om aan zijn vader te laten lezen die in de Nederlandse tijd op school heeft gezeten en Nederlands kan lezen, en die kan hem dan vertellen waar het is, want dat staat n.l. ook in het kranten bericht.
Dan op weg naar Sentani meer. Langs Berg en Dal. Zo heet het nog steeds.
Fotostop ongeveer op dezelfde plaats als waar moeder naast de auto staat en uitkijkt over de Humboldbaai.
Het komt mij door de foto's die ik heb allemaal heel bekend voor.
Dan de bekende weg naar beneden. Er is nu een grote stad op weg naar het Sentani meer en die heet Numbay.
Ondanks de zondag en het vroege tijdstip is het heel druk.
Dan naar het meer. Op een open plek gestopt. Daar wordt nog steeds een feest gegeven in juli, vertelt de gids. Ook daar heb ik foto's van, met Papoea's in klederdracht en muziekinstrumenten.
Daar ligt een bootje klaar aan een steiger. De kapitein is ongeveer 10 jaar en de matroos hoog uit 7 jaar.
Naar de overkant.
Het is stil op het eiland want het is zondag en de kerk zit zoals we later zien tjokvol. De Papoea's zijn nog steeds christen, terwijl Indonesië een Islamitisch land is. Gedurende de hele rondreis om de 500 meter een protestantse of katholieke kerk. Ook wel veel moskeeën.

Toen we aan land kwamen kwam er al gelijk een vrouw naar ons toe met de beschilderde boomschors voor aan de muur. Meteen gekocht. De mensen zien nooit meer een toerist, dus dat doen we gelijk om de bevolking te ondersteunen.
Maar het houd wel een keer op, want er komen direct nog meer vrouwen met hun beschilderde wandversieringen.
Toen over het eiland gewandeld.
Er waren wel wat kinderen al dan niet op zijn paasbest gekleed. De kleding is natuurlijk niet schoon, want het wordt gewassen in de rivier. Er zijn geen wasmachines. Dat zie je in heel Papua.
Ook zijn de snoetjes niet schoon, ondanks dat ze veel in het water ravotten, maar nu even niet , want de 2 toeristen zijn natuurlijk heel interessant.
De huizen staan op palen. Dat wist ik nog van vroeger. Als ik dat op de lagere school vertelde, geloofden ze het niet.
De kerk in en even op de banken gezeten. De mensen kende Charles.
Ze gingen net met een koortje zingen, met een gitaar erbij. Alle mensen weer heel netjes aangekleed. Rustig geluisterd en iedereen knikte ons vriendelijk toe.

Verder over het eiland gewandeld. Charles is ook voor de kinderen een oude bekende. Hij geeft ze wat geld.
De gids in Wamena zegt later: geef ze beter snoepjes. Dat hebben we dan ook gedaan, alleen er komen steeds meer kinderen bij en van rustig wandelen en wat van de omgeving genieten is er dan niet meer bij.

Door naar Sentani stad. Ook weer een doorgaande weg, niks bijzonder.
Wij de bergen in om het gedenkteken van mc Arthur te bezoeken. Ten westen van Jayapura, het toenmalige Hollandia, werd in 1955 in de heuvels boven het Sentanimeer een monument opgericht ter herdenking van de Amerikaanse inval op Nieuw-Guinea in 1944. Het is een betonnen schild van een meter of drie hoog, naar voorbeeld van het wapen van de Nederlandse troepen: Een verticaal gedeeld Romaans schild van zwart en geel, voorzien van een gekruisd zwaard en Papoea-speer in wit, waarop de Rijksappel in oranje is aangebracht. Bijzonder is, dat de kleurstelling is omgedraaid: het oorspronkelijke wapen in zwart-geel, het monument is in geel-zwart.
Dit is wat wij hadden kunnen zien, maar we mochten de berg niet op van de militairen. Wij waren al gewaarschuwd door de reisorganisatie, dat dit mogelijk verboden zou zijn, maar Charles onze gids en zijn broer waren zichtbaar aangeslagen. Zij zijn ook erg van de beweging die zich keert tegen de Indonesische regering vertelden zij ons. Dat was misschien de reden. Opa is in de jaren 70 doodgeschoten en hun vader heeft gevangen gezeten.

Verder de bergen ingereden naar het zwembad uit onze jeugd. Later blijkt het Kloofkamp te heten, maar zij brengen ons naar een nieuw zwembad. Dat komt later goed als hun vader de volgende dag met ons meegaat.
Toen naar een uitspanning die restaurant Yoga heet. Staat aan het meer op een idyllische plek. Staat ook op de kaart op internet (wat het verbazend goed doet in het Swiss Bell hotel). De eigenaar is een Indonesische man van 82 jaar. Hij liep nog door zijn zaak te paraderen. Kwam gelijk op ons af om Nederlands met ons te praten. Fotoboeken werden erbij gehaald en de vademecum (die ik inmiddels ook heb aangeschaft). Heerlijk gegeten en de oude baas bleef praten. Over zijn werk bij de GGD etc. etc. Wist ons ook te vertellen waar Hotel Berg en Dal had gestaan. Daar heb ik ook foto's van dat moeder met ons op de veranda zit vlak na aankomst in Nieuw-Guinea en ons huis nog niet klaar was en de meubels er nog niet waren, die verzonden waren vanuit Nederland. Dit alles weet ik nu inmiddels omdat moeder veel brieven schreef aan haar familie en waar er veel van bewaard gebleven zijn. Die had ik in mijn bezit al jaren, maar kon ze nooit lezen omdat ik er zo verdrietig van werd. Nu na de reis heb ik ze met professionele hulp gelezen en daar stonden dit soort dingen in.
Dus wij richting de plek waar Hotel Berg en Dal had gestaan. Berg op. Een jongetje wat op straat liep wist te vertellen waar het was. Dus hup de auto in en vertel maar waar. De volgende dag zijn we er echt geweest omdat de vader van de gids precies wist waar het was.
Maar we hadden wel een leuke middag. Er kwamen steeds meer kinderen naast de auto rennen. Het was toch wel bijzonder die witte mensen op hun berg. We moesten hoog klimmen. We kwamen bij een fundament en daar zou het hotel hebben gestaan. Het hele dorp liep uit. Niet alleen kinderen, maar ook volwassenen vonden het een leuke afleiding.

De gids vertelde ons dat als Nederland moet voetballen de mensen hun huizen versieren met oranje voetbal spullen, en dat dan de hele berg Oranje kleurt. Wat natuurlijk een daad van verzet is naar de Indonesische regering.

Het was een hele klim, maar het uitzicht was adembenemend over Hollandia-Binnen.We werden nog naar een hele oude man geleid die in een soort luier uit zijn hut kwam gekropen. Schrijnend om te zien. Maar de gids wilde de oude baas toch even de 2 Nederlanders laten zien. De volgende dag zou het tafereel van de uitloop in een wijk zich herhalen toen we in Dok 5 waren. We moesten ook met de kinderen en zelfs volwassenen op de foto. Programma liep helemaal uit. En warm dat het was. We werden uitgezwaaid door de kinderen en de volwassenen. Op weg naar een museum. Daar stond de conciërge ons al op te wachten, met de sleutel. Museum was al dicht vanwege het uitlopen van ons programma, maar er werd ons gelukkig veel tijd gegund om rond te kijken. Weer zo vriendelijk allemaal.
Het Gedung Loka Budaya. Veel dingen herkenden we uit het museum van land- en volkenkunde waar we graag vanaf onze jeugd al komen. Het was triest om te zien. De Indonesische regering doet niks voor de Papoea's, dus ook niks voor dit museum. Forse donatie gegeven.

Verder door het drukke zondagmiddagverkeer richting hotel. Onderweg nog een rouwwinkel aangedaan waar we op aanraden van de gids kunstbloemen konden kopen voor op de begraafplaats de volgende dag. En om bloemen neer te leggen op de plaats van het ongeluk waar moeder is gestorven. 3 takken verschillende kleuren bloemen voor iedere zus een verschillende kleur. De gidsen waren geroerd door het verhaal. Zij konden het vanuit hun cultuur niet geloven hoe het jaren geleden zo is gegaan. Via een omweg door de koele bergen naar het hotel. De hele stad staat stil. Kan ook niet anders. Het is een baai met bergen er om heen en op het vlakke stukje moet het allemaal gebeuren. We waren tegen 18.00 terug in het hotel en helemaal verreist van alle indrukken. Maar we hadden zo'n leuke dag gehad en geweldig genoten ondanks de spannende dag morgen. In het hotel 2 biertjes gedronken en ook het diner. We waren zo moe, vroeg gaan slapen

 

Reacties op dit artikel via het forum

 

  naar vorige pagina naar volgende pagina