Richard de Vries - EEN VETERAAN VERTELT
DEEL 4 DE NIEUW - GUINEA PERIODE OKT. 1959- APRIL 1961
Hoofdstuk 4.
pagina 18
De mens neemt risico’s –maakt fouten - experimenteert doordacht, maar ook wel eens ondoordacht, wat
o.a. wel eens nare gevolgen kan hebben, voor een opdrachtgever en/of uitvoerder.
Op de werkvloer, in huis of bij sport en spel, er kan wel eens iets mis gaan. Hoe goed men ook op iets
heeft geoefend. Zelfs als men goed bedreven is in wat men doet. Ik durf in al mijn verhalen ook mijn
missers te vertellen. Een factor waar men rekening mee moet houden als mens. Het komt ook voor bij
standaard handelingen
Bij een aantal van onderstaande verhalen, had men ook niet verwacht dat het gebeurde zo zou aflopen.
Als je de uitwerking van je fout c.q. opdracht overleeft, kun je meestal precies vertellen, hoe het
is gegaan, en wat je kunt verbeteren, om die fout te voorkomen voor de toekomst.
Overleef je het niet, dan blijft het gebeuren wel eens een raadsel. Daar kunnen nabestaanden de
gevolgen van hebben. Gissingen over het gebeurde kunnen dan nog wel eens voor een nare nasmaak zorgen.
Het was september 1960 en de Hr. Ms. Karel Doorman met zijn volgschepen gingen weer richting Holland varen.
Ook tijdens de terugreis was er weer veel tegenwerking en waren er koele ontvangsten in de vele
buitenlandse havens, die ze aan deden. Het was voor hen weer een reis, die niet zo prettig verliep als ze
voor ogen hadden toen ze uit Holland vertrokken. En het kwam de stemming aan boord ook niet ten goede heb
ik later van een aantal collega’s gehoord. De opvarenden aan boord van die schepen hadden meer van
deze reis verwacht. Maar vele landen had deze reis van het smaldeel afgekeurd. Verkeerde beslissing dus
om dit smaldeel naar Nieuw-Guinea te sturen.
Door de komst van dit smaldeel hadden wij er wat versterking bij gekregen op Biak. En er was nog meer
versterking onderweg. Zowel op materieel als op personeel gebied.
Het was hier op het vliegveld altijd al een levendige zaak. Maar met dat smaldeel in je buurt, was
het wel buitengewoon druk op het vliegveld.
Het thuisfront.
Gelukkig ging het bij het thuisfront allemaal goed, uit de berichten die ik daarover ontving. Annemarie,
mijn dochter, groeide als kool schreef mijn vrouw. En ze was al weer een maand of vijf. Mijn vrouw woonde
nog steeds met alle tevredenheid bij haar moeder en vader in huis. Met een mooie ruime tuin. Ze kon in deze
toestand ook leuk sparen. Haar ouders stimuleerden dat ook door geen kostgeld te rekenen. En ze woonden op
nog geen 200 meter van het recreatie park Duinrell in Wassenaar. Daar hoefde ik me dus ook geen zorgen over
te maken. Alles gezond. Ze had bij de marine wel om een huis gevraagd. Maar de woningnood was in de
Randstad groot. Het eerste jaar was ze nog niet aan de beurt voor een defensiewoning hadden ze tegen haar
gezegd. Maar je moest wel op een woning lijst staan om aan de beurt te komen voor een woning. Daar had ze
dan ook voor gezorgd met wat nood kreten er bij, zoals: "Het is moeilijk bij mij ouders in te blijven wonen
met een kind. En straks komt mijn man er bij, dan staan we op straat." Zulke uitlatingen hielpen wel eens,
om wat hoger op die toewijzingslijst te komen.
Je dacht dan wel eens had ik ze toch maar hier laten komen.
Biak.
Wij leefden hier op Biak in 1960 in een kleine gemeenschap. Als MLD zaten we hier met rond de 200 man.
Een echte mannengemeenschap. Daarnaast natuurlijk de vloot, land en luchtmacht personeel, met wat
mariniers. Ik denk dat we hier in Biak op zo rond de 1000 man totaal aan defensie personeel zaten in 1960.
Maar ja, je bemoeit je toch hoofdzakelijk met je eigen MLD clubje. Daarbij hadden wij als vliegende en
technische club op het squadron altijd werk. En vaak ook nog overwerk. En buiten dat werk had je om de 4
dagen, ook nog eens een wachtbeurt, waarbij je niet tot een normale nachtrust kwam. Ze hielden je wel
bezig.
Toch vond ik het wel vreemd en dat hoorde je dan ook wel eens, dat in er verhouding met andere krijgsmacht
onderdelen met ongeveer dezelfde grootte als de MLD, er toch bij ons wel veel dodelijke slachtoffers vielen
door ongelukken enz. bezien over de periode 1950 t/m 1962. En ook veel afkeuringen. En dat bij mannen
tussen de 20 en 50 jaar.
De gehele MLD was een onderdeel met een gemiddelde van 1400 man over die jaren. Mensen die allemaal
een strenge keuring hadden ondergaan bij aanname.
Nu was het ook wel een zeer actieve afdeling. En onder de slachtoffers zijn natuurlijk ook nogal
slachtoffers van verongelukte vliegtuigen/ helikopters in die periode.
|