Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



  naar vorige pagina naar volgende pagina

Richard de Vries - EEN VETERAAN VERTELT

DEEL 4 DE NIEUW - GUINEA PERIODE OKT. 1959- APRIL 1961

Hoofdstuk 2.
pagina 11

Papua demo pijl en boogEr moet toch wel meer tussen hemel en aarde zijn, als je gaat overdenken, hoe al deze soorten rassen van mensen met hun eigen talen en gewoontes zijn ontstaan en hoe zij zich in deze rimboe staande weten te houden, zoals wij in ons eigen land. Maar als deze Papoea’s nu eens in dat kleine Nederland zouden neerstrijken en ons alleen maar wat proberen aan te leren, wat zij denken wat het beste voor ons zou zijn --- wat zouden wij dan doen c.q. zeggen tegen deze pijl en boog specialisten met peniskoker? Wat hebben wij in ons kleine landje aan de zee, al veel verschillen van mensen, per dorp, stad, provincie waar we al problemen genoeg mee hebben om de zaak een beetje in goede banen te houden. Ik dacht vaak zo in mijn jeugdige nuchterheid, als 25 jarige. Dan zei ik vaak tegen mezelf: "misschien denk ik daar over 25 jaar anders over". Want ook Noord Amerika is ongeveer 400 jaar geleden ontdekt door Columbus en zijn vrienden en toen hebben ze met de Indianen stammen die daar leefden, ook geen medelijden gehad. Zo ook met Australië en de slaventijd. Het is wel waar, dat Amerika met de instroom van verschillende rassen, een welvarend land is geworden. Misschien wordt het hier nog iets. Maar ik geloof dat het niet snel zal gebeuren. Maar Nederland mag als klein land, hier geen bemoeienis in hebben. Wij hebben als Hollanders teveel de neiging om iemand te gaan vertellen, wat die mensen allemaal fout doen en hoe ze moeten gaan leven. Daar word je misselijk van, als je dat persoonlijk meemaakt. Maar ook nog over leest. Er zijn natuurlijk ook goede dingen bij. Een blanke voelt zich altijd superieur. Dat komt o.a. al door het zichtbare verschil in materieel en sanitair opzicht. En die blanke provinciale arrogantie, die veel zogenaamde helpers en religieuzen tentoon spreiden. O.a. hoe deze mensen moeten gaan leven. Dat zegt dan iemand, die zelf uit een dergelijk Hollandse kneuter boerengehuchtje komt, of vissersplaatsje, of een mijn gebied met een kerkje en een kroeg- en een paar onbewoonbare huisjes eromheen, waar ze zelf nog niet wereldwijs zijn, met al hun dialecten en eigenaardige plaatselijke gewoontes.

Zo zijn er duizenden voorbeelden te noemen, waar ik tot nog toe iets over heb gelezen en meegemaakt, waarbij ik tot de conclusie kwam, dat Nederland niet geschikt is, om hier de nodige welvaart te brengen die deze bevolking gelukkiger maakt, dan ze nu zijn. Ze kunnen hulpvaardig zijn en de Sinterklaas uithangen, maar het heeft geen lange termijn resultaat. Omdat je van een zeeman geen dominee kunt maken en van een junglevrouw geen ballerina. Laat het volk het volk. Je kunt ieder volksdeel wel wat toneelspelletjes leren. Maar laten ze er zelf vorm aan geven, met de middelen die ze hebben c.q. aangereikt krijgen.

Toch ben ik er in mijn eigen korte leventje van 25 jaar, achtergekomen, dat het mensen ras uniek is. Welk soort mens je ook neemt. En dat de soorten van mensen ook in een bepaalde omgeving passen en thuis horen. Maar dat je daar als indringer vaak nog veel van kunt leren. Het is ook wel waar, dat het blanke ras meer biedt.
Als je alleen al de laatste 100 jaar maar neemt. Wat ze op allerlei gebied hebben uitgevonden, om het mensdom een beter, langer en gezonder leven te kunnen bieden. Verbeterde nieuwe technieken, materialen en communicatie. Maar ook, hoe ze elkaar en de natuur sneller weten te vernietigen.

Voor de blanken was hier aardig gezorgd. In Hollandia, de hoofdstad, was een hospitaal en scholen. En bij Ifar en bij het Sentani Meer en omgeving mooie recreatie gebieden met huizen.

Ik was dus ingedeeld bij de bemanning van ltz. Moekardanoe. Omdat hij squadron commandant was, waren de mooie trips, die er tussendoor moesten worden gemaakt, meestal van hem.
We hadden net staatssecretaris Bot op bezoek gehad. Daarna kwam een hele rut van die militaire kopstukken oplopen. Zoals o.a. Luitenant Admiraal Brouwer die de leiding had, Schout bij nacht Den Hollander en een aantal kolonels van de andere krijgsmacht onderdelen. Die kwamen hier als militaire commissie in een week tijd de zaak op militair gebied opnemen en daarna bepalen wat er moest gebeuren, om o.a. Nieuw- Guinea goed te kunnen verdedigen. En natuurlijk wat daar voor nodig was. Wij kwamen met dat gezelschap overal in die week, waar we maar konden landden en starten. Sommige van die kopstukken, waar je het niet van verwacht, kunnen dan nog zo dom, knullig en kinderachtig uit de hoek komen, als je die een paar dagen meemaakt.
B.v. We landden toen als eerste stop van uit Biak in Manokwari. Ik ben dan de eerste persoon, die uit moet stappen en de vlieger nog wat instructies van buitenaf te geven, voordat hij de motoren af zet. Komt de Schout bij nacht als tweede het vliegtuig uit rennen, achter mij aan en zegt: " bwtk, heb je de vlag van de Admiraal al aan de vlieger gegeven, want die moet hij uit het cockpit raam hangen, voordat de Admiraal uitstapt." Ik keek die man aan en zei: "Sorry, Schout-bij-nacht, we zitten hier dicht bij de bush en kunnen beter een mitrailleur uit dat raam hangen. Vlaggetjes betekenen op deze plaats niets. Dat betekent hier meestal overgave.
We hebben geluk, dat de havenmeester, die hier als enige de zaak beheert, ons wil ontmoeten met de commandant van de mariniers, hier ter plaatse - en misschien nog een Papoea politieagent. Maar meer zult u hier niet aantreffen. Maar vlaggetjes uit een vliegtuig hangen heb ik zelf in mijn 8 jaar marine tijd ook nooit gezien en meegemaakt. Maar ik moet nu wel zorgen, dat het gezelschap, veilig uitstapt." Een dergelijk antwoord had hij natuurlijk ook niet van mij verwacht. Hij zal wel gedacht hebben, die vent heeft een beetje tropen kolder. Daar vraag ik maar niets meer aan.
Hij draaide zich om. Ik heb hem de hele verdere week niet meer gehoord. Dat kwam denk ik ook, omdat ik de vliegtuigcommandant, direct toen alles was uitgestapt, hierover inlichtte. Maar gelukkig had de commandant al voor deze vlucht, eerst met de Admiraal gesproken, over de ontvangstprocedure. De Admiraal wist, dat ik als eerste zou uitstappen, om het veiligheid en voorbereidende uitstap werk te doen. En dan zou de Admiraal als hoofd van de commissie, als eerste het vliegtuig verlaten. En dus niet de Schout-bij-nacht, zoals het nu gebeurde. Hij is daar dan ook op aan gesproken door de Admiraal. Dat hoorde ik weer van de vliegtuigcommandant, na dat ik hem het verhaal over de vlag aan hem vertelde. De Schout was ook de man, die o.a. had ingestemd, met de aankoop van het vervloekte Martin Mariner vliegtuig.

Groente en fruit vluchten RansikiZo gingen we ook eens een weekje op reis met een toneelgezelschap, die in de plaatsen waar we konden starten en landen een voorstelling gaven.
We kwamen heel veel in Ransiki. Een nederzetting bij Manokwari in de buurt. Daar had een Indisch/ Nederlandse planter een start / landingsbaan aan gelegd met zijn honderden Papoea werknemers. Daarbij ook een grote plantage opgezet, van groente en fruit. Wij haalden daar gemiddeld één maal per week een vliegtuig vol groenten en fruit vandaan, voor de marine kazerne --- en natuurlijk voor veel marine gezinnen, leden van het squadron, die in Biak woonden. Ook nodigde de planter ons wel eens uit voor een jachtpartij op wilde zwijnen en daar deed ik altijd graag aan mee. Het waren bij die familie altijd leuke momenten. Een keer schoot ik tijdens een dergelijke jacht een zwijn met mijn geweer. Maar hij was niet dood. Hij vluchtte toen tussen boom en struikgewas en ik dacht, "die zie ik niet meer terug". Ik keerde me alweer naar een andere richting. Plotseling kwam dat aangeschoten beest met een rotgang op mij af. Ik kon nog net op zij springen achter een boom, toen hij voorbij stoof. Hij keerde zich weer om en probeerde me weer te pakken. Weer achter die boom gesprongen. Ik had geen tijd om weer een gericht schot te lossen. Ik heb hem daarna niet meer zien aanvallen. Een collega schoot hem 200 meter verderop neer. Dat beest werd daarna door 4 Papoea’s, naar het huis van de planter gedragen.

  naar vorige pagina naar volgende pagina

Richard de Vries - EEN VETERAAN VERTELT

Reacties op dit artikel via het prikbord