Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



  naar vorige pagina naar volgende pagina

Richard de Vries - EEN VETERAAN VERTELT

DEEL 4 DE NIEUW - GUINEA PERIODE OKT. 1959- APRIL 1961

Hoofdstuk 1. DE NIEUW- GUINEA PERIODE. Van oktober 1959 t/m april 1961. Mijn tweede uitzending.
pagina 3

Het was zo ver.
Op 7 oktober moest ik me ’s morgens meldden in de marinekazerne Amsterdam, om van daaruit met een grote groep te vertrekken. Er werd ons verteld dat we een stop hadden in Alaska. Van daar zouden we verder vliegen naar Japan, met een stop in Tokio.
Op het vliegveld van Tokio hebben we een lange stop van ruim 5 uur gehad. Dat was daar wat rond lopen en kijken. Toch wel een heel andere wereld. I.v.m. de politieke toestand om Nieuw-Guinea moesten we in burgerkleding reizen, omdat vele landen in het Oosten en Midden Oosten geen Hollandse militairen wilden zien.

7-10-1959 Richard de Vries  Vertrek naar Nieuw-GuineaIk vertrok op 7 oktober 1959 vanaf Schiphol en kwam op 9 oktober 1959 in Nieuw-Guinea aan.
Wat direct opviel was, als je uit het vliegtuig stapte in de tropen en zo ook in Biak, die warme zoele tropenlucht. Maar het was niet die olieraffinaderij lucht van Curaςao.

Nieuw- Guinea is een heel groot land. Ik had gehoord, meer dan 10 maal zo groot als Nederland.
Het belangrijkste eiland van dit land is Biak, met tevens het grootste vliegveld van het hele land – met de belangrijkste aan- en afvoerhaven. De hoofdstad van het land was Hollandia, maar vanuit Biak werden toch wel de grote militaire operaties geregeld.

Ik werd met veel andere collega’s naar de marine basis gebracht.
Ja, daar stond ik dan. Midden in de slaap en woonbarak van mijn collega’s. Ik wist even niet wat ik moest zeggen. Er stond bij velen wel het verlangen naar huis op hun gezicht af te lezen. Vooral bij de getrouwden die kinderen hadden, en al over de dertig jaar waren. Een eigenaardige stemming.
Ongewoon om je te realiseren dat je met elkaar in een dergelijk kamer, met een man of 22, het samen 18 maanden vol moet houden. Allemaal gezonde jongens tussen 20 en 32 jaar. Zonder vrouwen om je heen c.q. in de buurt. Getrouwd en ongetrouwd. Met regelmaat zie je een paar van die jongens uit je barak kamer vertrekken omdat hun term van 1,5 jaar er op zat. En dan kwam er weer een nieuwe aanvoer van kamergenoten.
Het was leven op de luchtpost, die max. 2 maal per week aankwam, met goede en slechte berichten. Een uitweg was er niet. Geen telefoon verbindingen met thuis.
Een dergelijk aankomst is altijd even vreemd, maar je zat niet alléén gevangen, zo mocht je het wel noemen. Ik ontmoette weer veel van mijn collega’s, waar ik mee in de eerste vakopleiding had gezeten en mee in de Antillen had gediend. Maar natuurlijk ook de collega’s bwtk’s, waar ik een paar jaar mee heb gediend bij de Neptune vliegtuigen. Met deze collega’s moest ik nu ook weer op het type Martin Mariner vliegtuig gaan vliegen en samenwerken.

De eerste week was echt een oriëntatie week. Eerst de gesprekken met de collega’s bwtk, de werk hangaarchefs, enz.
Met de bwtk collega’s die ik allemaal kende, omdat die groep bij de marine luchtvaartdienst niet zo groot is, had ik langdurige gesprekken. In het kort kwam het hier op neer, dat men weinig vertrouwen meer had in het vliegtuig type Martin Mariner, omdat er in de 3 jaar dat we met dit type vliegtuig bij de marine vlogen, al 8 zware ongelukken waren voorgekomen. Bij 4 daarvan was de hele bemanning omgekomen. In totaal waren er al meer dan 30 personenbij deze ongelukken omgekomen. Ik kende die mensen ook allemaal goed.
De meeste bwtk’s waar ik mee sprak, waren getrouwd en hadden kinderen. Een aantal probeerde van die vliegende functie op dit toestel af te komen. Wat een paar van hen ook gelukte. Die werden dan als monteur in een werkplaats ingedeeld, of op een technisch bureau geplaatst.
Biak basis MLDDaarnaast waren er die hun brevet hadden ingeleverd, daaronder waren ook vliegers. O.a. Gerard Knappers, een collega waar ik samen mee in de bwtk opleiding had gezeten. Een fijne vent, altijd met een goed humeur. Hij zag het niet meer zitten, om als bemanningslid te vliegen. Hij was ook stiller geworden, het was nu een hele andere Knappers. Anders dan ik hem in Holland meemaakte. Enkele getrouwde collega’s met kinderen, die wel vlogen kwamen bij mij en vroegen dan, of ik hun plaats wilde innemen, als ik zo ver was. Dit had ik bij de Neptune nog nooit meegemaakt.

Tijdens de eerste 2 dagen van je verblijf, moest ik met een ronde-briefje rond en me melden op een aantal afdelingen bij de hoofden. Ik meldde me o.a. ook bij de chef technische dienst van het squadron. Een vakofficier, Agema, die ik ook van mijn Neptune-tijd kende als hangaar chef. Hij zei tegen mij: "Je hebt het goed gedaan op de Neptune en ik zal zorgen dat je zo snel mogelijk bij een bemanning wordt ingedeeld." Ik zei:"Leuk dat u dat zo zegt, maar ik zal toch eerst nog veel moeten leren en les krijgen, voordat ik mee vlieg. Ten eerste wil ik eerst in de hangaar een paar periodieke onderhoud inspecties mee lopen en een motor kunnen verwisselen. En wat lesboeken en het flight handboek van dit vliegtuig bestuderen. Zoiets heb ik ook moeten doen bij de Neptune. Want we weten hier allemaal dat dit een vliegtuig is, die elke fout die je maakt streng afstraft." Ltz. Agema was helemaal stil toen ik dat zei. Toen zei hij: "Of wil je niet op dit vliegtuig vliegen?" Waarop mijn antwoord was:"Graag zelfs. Maar ik moet een goed antwoord kunnen geven aan een vlieger, als hij mij een vraag over dit toestel stelt. En zeker als je in dit grote land boven de bush of water hangt, of een noodlanding moet maken. Met andere woorden, ik wil me lekker voelen, als ik in de lucht hang. En ook antwoord kunnen geven, op de technische zaken van dit vliegtuig, als dat nodig is. Dit mag een vliegtuigcommandant, van zijn vliegtuigboordwerktuigkundige eisen.""Oké, als je er zo over denkt, dan zullen we je de eerste 4 weken indelen bij de onderhoudswerkzaamheden van dit vliegtuig, hier in de hangaar. Daarna spreken we wel weer verder, wat we gaan doen", zei hij.
Ik moest eerst nog bij verschillende bureaus langs en zo ook bij de commandant van het squadron Ltz. Adriaanse. Een man die met elk vliegend personeel lid altijd even een introductie praatje wil maken. Hij stond bekend als een zeer goede vlieger op dit type vliegtuig. Op zijn vraag: "Hoe denk je hier over een vliegende plaatsing, waar je uiteindelijk voor bent gekomen," zei ik het volgende:"Commandant, ik wil vliegen, daar ben ik voor opgeleid. Ik zal mijn brevet niet inleveren en ook niet proberen om niet te hoeven vliegen. Maar zo de zaken er nu voorstaan, wil ik wel de gelegenheid krijgen, voor u en de andere vliegende collega’s een goed bemanningslid te zijn. Waar u op kunt vertrouwen. U weet ook dat een bwtk op dit type vliegtuig onmisbaar is. Maar hij moet ook goed zijn, want dit vliegtuig tolereert geen fouten." " ,,Je hebt gelijk, De Vries. Het zal ook jou niet zijn ontgaan, dat we met dit type vliegtuig, waar we nu een jaar of drie mee vliegen, al meer dan 20 procent van ons bemanningen hebben verloren. Maar welkom in ons midden en probeer toch zo snel mogelijk je benodigde kennis en bedrevenheid op te doen. Dan hoor ik over een week of zes van je, of je in wilt stappen. Ik heb gehoord, dat je al de nodige ervaring hebt opgedaan bij de Neptune. Ik reken daarom al op je. Je bent welkom en succes," zei hij.

  naar vorige pagina naar volgende pagina

Richard de Vries - EEN VETERAAN VERTELT

Reacties op dit artikel via het prikbord