Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
West Papua in de pers
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 


  naar vorige pagina naar volgende pagina

Guus Ramaekers - Mijn nieuwe thuisland Nieuw Guinea
pagina 3

 

Mijn nieuwe thuisland Nieuw Guinea (vervolg)

 

Toen wij ’s avonds op die oudejaarsavond van 1949 – 1950 in het donker in die ruimte zaten, voelden wij ons echt besodemietert. Ik was echt teleurgesteld, dat onze werkgever, een Indo Europeaan nog wel, ons op die manier behandelde. Gelukkig hadden wij aan boord voordat wij de boot verlieten nog gegeten. Want van de familie Veer kregen wij zelfs geen druppel water om onze dorst te lessen.
Dat geintje heeft mij toen echt wakker geschud en opstandig gemaakt. Ik was niet alleen teleurgesteld maar ook boos, dat wij door een soortgenoot op een dergelijke manier worden behandeld. Ik had het anders verwacht. Maar dat een Indo zijn lotgenoten zo behandelde, was toch wel erg gortig.

Uiteindelijk vielen wij uit vermoeidheid allemaal in slaap. Omdat het `s nachts hard regende moest ik die nacht twee keren van plaats veranderen vanwege een lek. Echt goed slapen kon ik niet. En daarom liep ik vroeg in de morgen de tent uit. Ik was nieuwsgierig hoe de omgeving waar wij bevonden eruit zag.
Terwijl ik de hut uitliep zag ik dat in de ruimte naast de onze ook een stel jongens op veldbedden en onder een klamboe sliepen. Vanwege de drukte met sjouwen van planken was het mij niet eerder opgevallen, dat die ruimte naast de onze ook bewoond was. Ook toen wij die avond in het donker in ons gedeelte zaten, was het muisstil geweest aan de andere zijde. Daarom hadden wij er allemaal geen erg in, dat die ruimte ook bewoond was.
Later kwam ik achter, dat die jongens naast ons die avond oud en nieuw bij de familie Veer thuis hadden gevierd. Terwijl wij als nieuwkomers in het donker op een droogje zaten. Een mooi begin was dat voor ons.

Aan de andere zijde van onze barak bevond zich een hok met wat stenen en brandhout. Door die stenen op te stapelen was het mogelijk om daar een soort oventje van te maken. Maar verder stond er niets bij.
Toen de jongens op waren, vroegen wij ons af hoe dag 1 van het nieuwe jaar voor ons zou uitzien.

De andere groep jongens liep bij het opstaan naar het huis van de familie Veer.
Tegen 09.00 uur kwam chauffeur Butter naar ons toe. Hij vertelde ons dat wij met hem naar Manokwari mee moesten komen om de voorraad voedsel die daar opgeslagen lag naar Saowi over te brengen.
Eén van onze jongens vroeg hem of wij niet eerst moeten ontbijten. Maar direct vertelde hij ons dat de familie Veer niet voldoende voedsel in huis heeft om ons te voeden. En hij had van Dhr. Veer de opdracht gekregen om met ons al dat voedsel dat nog op het strand was achtergelaten, op te halen. Onzin natuurlijk. Voor de fatsoen had Dhr. Veer ons toch ook best warme thee kunnen geven en het probleem aan ons zelf kunnen vertellen.
Maar goed met ons tienen zijn wij met de truck naar Manokwari gegaan. Wij kwamen op het goede moment, want die jongens die daar achtergebleven waren waren aan het ontbijten. Als hongerige gieren schoven wij ongevraagd bij en aten ons buik rond. Wij deden ons  tegoed aan die leger noodrantsoenen.
Nadat wij ons hadden verzadigd laadden wij de vrachtwagen vol met de voedselvoorraad die wij uit Batavia hadden meegenomen. Wij hebben die dag 3 ritten gemaakt. En natuurlijk gaven wij de voedingvoorraden voorrang boven de rest. Zware bouwmaterialen en machinerieën werden de volgende dagen overgebracht. Een deel daarvan werd in Manokwari opgeslagen omdat de firma ook daar huizen moest bouwen.

Intussen had de andere groep jongens voor op het erf van de familie Veer een grote legertent opgezet om al die voedselvoorraden op te slaan. Tegen de avond heeft Dhr. Mensingh voor ons eten gekookt. Wij kregen rijst met cornedbeef uit blik en sayur kangkung.
Omdat wij van al dat gesjouw hongerig waren aten wij het zonder morren. Alleen deed die sayur mij wel terugdenken aan mijn kamptijd.

Bij het geregeld op en neer rijden van Saowi naar Manokwari, zagen wij dat er aan de kant van de weg nabij het huis van Dhr. Mentel een pancuran (watervalletje) was. Blij waren wij, en sindsdien werd gretig van die pancuran gebruik gemaakt.

 

Reacties op dit artikel via het forum

naar vorige pagina naar volgende pagina

Guus Ramaekers - Mijn nieuwe thuisland Nieuw Guinea
pagina 3