Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



naar vorige pagina  volgende pagina

WITBOEK


Van Gijzels mededeling over het geheime rapport van de Rijksluchtvaartdienst dat hij op het spoor was, blijkt te berusten op een mededeling van Sven Kockelmann. Sven Kockelmann had hem gezegd dat er zoiets moest zijn, en dat was dus Van Gijzels gehele feitenkennis terzake. Reeds ten tijde van het telefoongesprek tussen Rob van Gijzel en Guus de Roos, had de familie De Roos van deze zogenaamd geheime stukken kennis genomen. Edward de Vries Lentsch putte uit deze stukken informatie voor zijn artikelen in de Gooi- en Eemlander in februari 1999. In zijn artikel van 6 februari 1999, vermeldt Edward de Vries Lentsch reeds dat de Raad voor de Luchtvaart bij monde van vice-voorzitter L. W. Snoek heeft verklaard bereid te zijn alle gegevens die zij hebben openbaar te maken.

In het verhoor op 20 augustus 1999 maakt Rob van Gijzel gewag van weer andere geheime stukken. Zo moet er een geheime brief zijn van de directeur van de Rijksluchtvaartdienst aan k.l.t.z. Den Hollander, en is er mogelijkerwijs een geheim rapport van de MID (zie hiervoor bijlage 23).
Verder wenst Van Gijzel in dit verhoor te spreken over mededelingen van een hoge ambtenaar van het Binnenlands Bestuur (naam bij Van Gijzel bekend). De raadsman van de nabestaanden Mr. Vreede, verlangde echter dat Van Gijzel eerst de naam van de hoge ambtenaar zou noemen, voor dat Van Gijzel verklaarde wat die ambtenaar over gezagvoerder Rob de Roos zou hebben gezegd.
Als Van Gijzel hoort dat mevrouw De Roos zich afvraagt waarom de KRO zich niet vóór de uitzending met haar en haar familie heeft verstaan, zegt Van Gijzel: "Ik kan u zeggen dat ik wel met Kockelmann over de buitengewoon gevoelige materie van deze zaak heb gesproken".

In het verhoor op 11 november 1999 verklaart Rob van Gijzel inmiddels met de hoge bestuursambtenaar telefonisch en per e-mail contact te hebben gehad. De hoge ambtenaar heeft onder meer gezegd dat hij vond dat in het onderzoek destijds te snel een technische oorzaak werd uitgesloten. Hij heeft Van Gijzel daarbij ook meegedeeld dat na het vliegincident door hem nooit vernomen is dat De Roos dronken zou zijn geweest. De vrouw van deze ambtenaar herinnerde zich op de avond vóór de ramp in de lounge van het KLM-hotel omstreeks 19.00 uur samen met gezagvoerder De Roos cola te hebben gedronken. Van Gijzel verklaart (in afwijking van wat de heer Schotvanger voor de rechter-commissaris heeft getuigd, zie paragraaf 13), dat hij zich meent te herinneren dat Schotvanger in een telefoongesprek na de uitzending had gezegd dat:

"de piloot, maar het kan ook zijn de bemanning waaronder zich de piloot bevond, waggelend en ondersteund in het vliegtuig stapte".

Omdat Schotvanger opbelde naar aanleiding van de KRO-Netwerkuitzending, kon Van Gijzel Schotvangers mededeling omtrent het gedrag van de bemanning/piloot niet anders begrijpen dan gerelateerd aan de uitzending, en dus (!) aan "gedronken hebben"

Rob van Gijzel beschikt gelet op het bovenstaande al vele maanden over de bewijzen dat er van de beschuldigingen aan het adres van Rob de Roos geen draad klopte. Maar waarom zegt Van Gijzel dan niet gewoon: "Ik ben misleid, ik distantieer mij van bedoelde uitzending". Drie maal is hem daarom schriftelijk verzocht. In de brief van 28 juni 1999 van Guus de Roos aan Rob van Gijzel is het zo verwoord:

"Wellicht bent u inmiddels tot de overtuiging gekomen dat in de bewuste reportage niet de vereiste zorgvuldigheid in acht is genomen. Meer in het bijzonder dat één en ander achteraf toch niet spoort met de zorgvuldigheid die u naar uw eigen normen passend zou achten. Ik meen u in dat geval te mogen vragen zich publiekelijk van de bedoelde KRO-Netwerk-uitzending te distantiëren".

 


Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het prikbord/forum.

naar vorige pagina  volgende pagina