Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



naar vorige pagina  volgende pagina

WITBOEK


zelfde type vliegtuig (de door de KLM hiervoor beschikbaar gestelde "Proton") nagevlogen, om de rampvlucht zo goed mogelijk te reconstrueren.

De toenmalige "Raad voor de Luchtvaart" (thans de kamer "luchtvaart" van de "Raad voor de Transportveiligheid") heeft kennis genomen van de vooronderzoeken, en in openbare zitting op 27 januari 1958 nog tal van getuigen gehoord, zowel getuigen-deskundigen als overlevende passagiers. De processen verbaal van getuigenverhoor zijn bewaard gebleven en voor onderzoekers beschikbaar.
In de gemotiveerde uitspraak van de Raad wordt de samenstelling van de Raad aangegeven, het onderliggende vooronderzoek gememoreerd, en worden de aanwezige waarnemers en deskundigen alsmede de gehoorde getuigen met name genoemd. Deze uitspraak is in het openbaar gedaan op maandag 10 maart 1958 door Mr. J.E. van der Meulen, voorzitter (bijlage 2).

De uitspraak bevat in haar conclusies onder andere de volgende passages:
"Als het vliegtuig zich, als hiervoren verondersteld, boven Owi op een hoogte van ± 300m bevond, kan het uitvoeren van een daalvlucht bij nacht boven een rustig wateroppervlak in de richting van een verlichte op voormelde afstand gelegen landingsbaan een vliegfout  geredelijk verklaren ... Hoezeer deze verklaring van de ramp ernstig onder ogen moet worden gezien, toch zijn er enkele omstandigheden welke zich daarmee bezwaarlijk laten rijmen ... (volgen enige ongerijmdheden, waaronder een onverklaarbare olievlek op zee) ...
De Raad kan dan ook ter verklaring van de oorzaak van het ongeval de bovenbedoelde vliegfout niet dan onder voorbehoud aanvaarden. Zijn gedachten gaan mede uit naar de mogelijkheid van een technische storing" .. Dit "eindrapport" en vrijwel alle onderliggende vooronderzoeken, berusten in een beschermde kelderarchiefruimte te Bargerveen nabij Emmen (Drente).
Sommige rapporten zijn ook in andere archieven opgenomen.

Voor de onderhavige beschuldigingen is vooral relevant het onderzoek van adjudant M.C. Weijmer, toegevoegd aan de NNG-onderzoekscommissie. Hij heeft onderzoek gedaan naar de gedragingen van de bemanning van de verongelukte "Neutron" gedurende hun verblijf in Biak. Bij dit onderzoek waarbij in het bijzonder is nagegaan het gedrag van de gezagvoerder, R. de Roos, is niets gebleken dat enige aanleiding zou kunnen geven tot bijzondere opmerkingen. Integendeel, alle getuigen die in deze zijn gehoord, verklaarden volgens hem eenstemmig dat deze crew bijzonder rustig was.
Aan de hand van de verteringsbonnen in het KLM-hotel, werd door hem vastgesteld dat de verteringen "miniem" waren geweest.
Kennelijk is het in die tijd zowel voor de onderzoekscommissie als voor derden een bekend gegeven dat de bemanning zich in het KLM-hotel heeft bevonden.

6. Aanloop tot het programma.

Op 17 november 1998 schrijft Siegfried de Boer een brief (bijlage 3) aan de KLM. In deze brief citeert hij Pim Thijssen. De brief wordt door De Boer in afschrift aan een groot aantal mensen en instanties gestuurd. Zo ook aan Van Gijzel met een kattebelletje "Beste Rob", gedateerd 17 november 1998 (bijlage 4). "Beste Rob" zou met die brief aan de KLM misschien "zijn voordeel kunnen doen". Van Gijzel geeft de brief begin december aan Sven Kockelmann, en geeft zo de aanzet tot de KRO-Netwerkuitzending. De incubatietijd tussen het initiatief van Siegfried de Boer op 17 november en de "actualiteit" van Kockelmann bedraagt dus ongeveer twee maanden.

 


Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het prikbord/forum.

naar vorige pagina  volgende pagina