Morning Star - officėle vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



naar vorige pagina  volgende pagina

14 februari 2002

Pleitnota Mr F.G. Vreede


Referentienummer : 124.636 V/mh

Arrondissementsrechtbank
te AMSTERDAM
zaak/rolnr. 00/2805
zitting d.d. 14 februari 2002

PLEITNOTITIES MR F. G. VREEDE
(namens De Roos c.s)
inzake:

1 GUUS DE ROOS, wonende te Beltrum
2 LENA JENNEKE DE ROOS-VAN SAANE,
wonende te Huizen
3 ROB DE ROOS, wonende te Laren

procureur: mr J.G. ter Meer
advocaat: mr FG. Vree de


tegen:

1. VERENIGING KANTHOLIEKE RADIO
OMROEP, gevestigd te Hilversum
2. FONS DE POEL, wonende te Laren
3. SVEN KOCKELMANN, kantoorhoudende te Hilversum

Gedaagden,

advocaat: mr I.C. Roelands
procureur: mr R.S. Le Poole


Inleiding

Het zojuist bekeken programma werd door de KRO uitgezonden op vrijdag, 15 januari 1999 na het 8 uur journaal. Derhalve in "prime time" en voor een groot publiek.

Pagina 2

De video-opname demonstreert nog eens de indringende en beschuldigende suggestie van de KRO aan dat grote publiek: grootspraak over stunten en alcoholgebruik door gezagvoerder de Roos voorafgaand aan de vlucht.
Ook bevestigt de video opname het ten processe vaststaande feit, te weten dat deze beschuldigingen als zodanig aantasting van de nagedachtenis van gezagvoerder Rob de Roos kwalificeren.

De centrale vraag in deze procedure is of de KRO door tot uitzending van dit programma over te gaan, onrechtmatig jegens de nabestaanden van Rob de Roos heeft gehandeld.

Juridisch Kader

Over het te dezen relevante juridisch kader, als ontwikkeld door rechtspraak en litteratuur zijn partijen het in grote lijnen eens. De pers heeft een waakhondfunctie die onmisbaar is in een democratie. Die impliceert een grote mate van vrijheid om zaken van algemeen belang in het openbaar aan de kaak te stellen.

In confesso is voorts, dat de vrijheid van meningsuiting ex art. 10 EVRM niet betekent, dat men ongestraft ongefundeerde, grievende en lasterlijke beschuldigingen in de openbaarheid mag brengen. Bij het uitoefenen van haar waakhondfunctie zal de pers de normen van zorgvuldigheid in acht moeten nemen. Daarbij geldt dat deze normen strenger zijn ingeval de goede naam van een persoon wordt aangevallen, en dit des te sterker naarmate de betrokkene geen "publieke figuur" is.¹

De toets waaraan in een dergelijk geval het handelen van journalisten in relatie tot de vrijheid van meningsuiting dient te worden onderworpen is te vinden in het Bergens Tidende arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens van 2 mei 2000²:

By the reason of the "duties and responsibilities" inherent in the exercise of freedom of expression, the safeguard afforded by Article 10 to journalists in relation to reporting on issues of general interest is subject to the proviso that they are acting in good faith in order to provide accurate and reliable information in accordance

¹Repliek, sub 5
²
Geciteerd bij Repliek, sub 7

 


Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het prikbord/forum.

naar vorige pagina  volgende pagina