Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



naar vorige pagina  volgende pagina

CONCEPT
ZWARTBOEK


CONCEPT.
Zwartboek 'Neutron 1957' pag. 2

Hierbij wordt hij gesteund door een passage uit het rapport van de Raad voor de Luchtvaart:

Ernstig moet dan ook rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de gezagvoerder, zich van geen gevaar bewust, een daling heeft doorgezet, totdat de botsing met het zeeoppervlak plaats had.

Uitspraak van de Raad van de Luchtvaart inzake het ongeval op 16 juli 1957 nabij het eiland van Biak (Nederlands Nieuw Guinea) overkomen aan het vliegtuig, gemerkt PH-LKT. 10 maart 1958, pagina 11.

De reden voor deze verschillende conclusies is het gebrek aan duidelijk bewijsmateriaal. De zwarte doos van het toestel ligt 250 meter diep op de zeebodem en is niet geborgen. Tevens bevatten de getuigenverklaringen "onderling opmerkelijke verschillen", aldus het rapport van de Raad voor de Luchtvaart. Ondanks het ontbreken van een duidelijke oorzaak was de ramp voor de KLM aanleiding om de zogenaamde low run of low pass te verbieden.

3. De nieuwe feiten

In november 1998 stuurde een overlevende van de ramp, de heer S.M. de Boer, een brief naar de KLM (met een afschrift naar Kamerlid Van Gijzel). In deze brief vraagt hij zich af waarom de RLD de zwarte dozen niet boven water heeft gehaald en waarom de RvdL de reden van de fatale low run onbeantwoord laat. De conclusie van het rapport van de RvdL is onder voorbehoud en zonder enig bewijs: "een vliegfout en/of technische storing", "Evenmin is bij een onderzoek naar de gedragingen van de leden van de bemanning tijdens hun verblijf te Biak iets gebleken, dat tot enige opmerking aanleiding zou kunnen geven."

Deze conclusies kwamen voor De Boer in een ander daglicht te staan toen hij een brief van mijnheer Thijssen ontving, naar aanleiding van een televisieoptreden van de heer De Boer. De heer Thijssen werkte als barkeeper op de marinebasis en was op de avond voor de ramp, een paar uur voor vertrek, met de bemanning van het ramptoestel in de bar aanwezig. Zijn collega barman was op dat moment aan het werk achter de bar. Volgens Thijssen schepte de KLM-gezagvoerder, onder het genot van alcoholische dranken en in gezelschap van marinevliegers, op over het stunten met een groot vliegtuig. "Daar verklaarde KLM-gezagvoerder Rob de Roos (36) dat hij zo'n grote kist ook wel op één oor kon leggen. Er moest maar een vuur op het Marinekamp gemaakt worden, dan zou hij wel even laag over komen strietsen en met zijn lichten knipperen". Na dit verhaal in de brief nam De Boer telefonisch contact op met de barkeeper en werd hem verteld dat Thijssen en zijn collega een spreekverbod opgelegd hadden gekregen. Hierdoor mocht de marineman zijn beschuldigingen over het aangekondigde stunten en het drankgebruik van de bemanning niet publiek maken. Tijdens de openbare verhoren van de RvdL werd de mogelijkheid van stunten door een deskundige als volgt uitgelegd:

Prof v.d. Neut [deskundige van de RvdL]: "Kan het zijn dat hij de landingslichten voor de show heeft ontstoken?" Get. Roelofs [deskundig getuige van de KLM]; "Als men het idee van showen hierbij wil betrekken, dan zou ik zeggen dat de show veel mooier is als men met grote snelheid laag over het vliegveld scheert. En bij grote snelheid mag men de landingslichten niet uitdraaien en ontsteken."
Van de KLM-gezagvoerder Geerlings had de getuige vernomen dat gezagvoerder De Roos làagvluchten bij voorkeur uitvoerde met veel lichten aan en dit leek hem de oplossing van het raadsel de gedraaide landingslichten.

Telegraaf, 28-01-1958

 


Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het prikbord/forum.

naar vorige pagina  volgende pagina