Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
West Papua in de pers
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 


  naar vorige pagina pagina 8 -  Indonesische infiltraties en vaarwel West-Papua

 

Indonesische infiltraties.

Niet lang daarna begonnen de infiltraties van Indonesië. Gebeurde middels droppingen van parachutisten, die of dood gingen van de honger of allemaal door onze militairen en politie werden gevangen en dan bij mij in de gevangenis kwamen. Blij dat ze weer normaal voedsel kregen en de ontberingen gauw te boven kwamen.

Gedropt worden boven oerwoud van Nieuw-Guinea is geen lolletje. Een ondoordringbaar bos wat niets aan voedsel oplevert behalve wat slangen en een soort boomaapjes. Bevoorraad uit de lucht werden ze niet en ze moesten maar proberen een guerrillaopstand op touw te zetten.

Gelukkig waren de Papoea's pro ons en melden al gauw aan onze politie en militairen dat er weer een groep Indonesiërs was gedropt. Daarna was het al snel met de jongens afgelopen. Liever door ons opgepakt dan verhongeren in de wildernis.

Toch moest onze regering in 1962 de zaak aan Indonesië overgeven. Nadat meneer Robert Kennedy een paar dagen in Nieuw-Guinea was geweest en toen doorreisde naar vriend Soekarno was de zaak gauw bekeken. Indonesië was voor Amerika veel belangrijker dan Nederland, dat toch een trouwe vazal van Amerika was.

Het Hoofd Gevangeniswezen was met verlof in Holland en kwam niet meer terug en werd ik nog even waarnemend Hoofd Gevangeniswezen.

Toen het beheer van Nieuw-Guinea door de Verenigde Naties werd overgenomen moest ik alle infiltranten en politieke gevangenen vrijlaten. Dit ging allemaal rustig omdat ze door een functionaris van de UNTEA (Verenigde Naties) waren toegesproken om vooral geen problemen te veroorzaken want dan zouden ze direct weer worden opgepakt.

De vrouwen en kinderen van het Nederlandse personeel waren inmiddels naar Nederland geëvacueerd. Ik zat dus alleen in ons huis met onze honden Moortje en Scotty. Onze hulp Sylviana hield de zaak schoon en zorgde voor het eten.

Van normaal werken kwam niet veel meer terecht en was voor mij het wachten alleen maar tot alle personeelsleden van het gevangeniswezen, die naar Holland wilden ook werkelijk waren vertrokken.

Ik ben tot november 1962 gebleven en was de laatste maanden de enige Nederlander die nog in Hollandia-Binnen over was. Ik kreeg af en toe wel bezoek van ex-politieke gevangenen en Papoea personeelsleden die zich afvroegen hoe het nu verder met hun zou gaan. Vragen waarop ik uiteraard ook geen antwoord op kon geven.

Omdat het administratieve apparaat door het vertrek van het Nederlandse personeel in duigen dreigde te vallen, haalde de VN maar alvast Indonesische krachten naar Nieuw Guinea. Ook militairen kwamen er hoe langer hoe meer. Jongens die hun ogen uitkeken omdat in de winkels nog van alles te koop was, sigaretten, kleding, parfum, terwijl Soekarno had verkondigd dat Nieuw-Guinea door de Blanda's was uitgemergeld. Met het geld dat zij via 's landskas konden krijgen kochten ze van alles en verzonden dit direct naar hun familie in Indonesië.

Toen mijn vertrek dichterbij kwam heb ik het rotste karwei moeten uitvoeren, namelijk onze twee kerngezonde honden laten afmaken. Dit was altijd beter dat ze gewoon maar achterlaten zonder verzorging. Er liepen op straat broodmagere honden rond op zoek naar restjes eten in vuilnisbakken, die leeg waren omdat iedereen al vetrokken was.

Ik heb het gevangeniswezen overgedragen aan een Ambonese commissaris van politie die door de Indonesische regering van Ambon was ontboden en op het vliegtuig naar Hollandia was gezet. De man wist niets van gevangeniswezen af en was helemaal niet happy. Maar dat was mijn zorg niet meer.

En weer terug in Nederland...

Op 2 november 1962 stapte ik op het vliegtuig naar Holland. Lydia zat met de kinderen in opvangcentrum 'Nimmer Dor' in Doorn en ik kwam daar dus ook. Niet lang want we kregen al snel overplaatsing naar ‘Van Ouds het Raadhuis’ in Overveen, een oud hotel waar wij met ons vieren twee.......................

…..en hier eindigt de biografie van Wouter Knuijsting plotseling, alsof de pen uit zijn handen gevallen is. Hij heeft zijn belevenissen niet kunnen of willen afmaken

Onderstaande aanvulling is geschreven door zijn dochter Jacky Knuijsting :

Toen we in het pension in Overveen zaten, had hij natuurlijk geen werk, 2 jaren lang heeft hij moeten zoeken. Hij heeft op zeker moment o.a. een CV naar het arbeidsbureau gestuurd en in zijn CV stond ook wat hij als hobby had in NNG: voor ZIGO cabaretavonden verzorgen, dat hij mijn moeder met haar balletuitvoeringen hielp: geluidsband maken en het maken van de decors (hij tekende n.l ook erg goed).

Dankzij zijn hobby kreeg hij toen de baan (dat was in die tijd een afdeling van het arbeidsbureau) om feestavonden in Noord Holland te organiseren, voor bedrijven of voor gemeenten.
Hij had een lijst met artiesten, waar hij contact mee opnam, een contract mee afsloot etc. Het waren vaak nog onbekende artiesten, maar ook vaak al beroemde. Hij ging naar de optredens om te kijken hoe dat ging en of hij ze voor een volgende keer weer kon plaatsten. Hij had dus veel contact met die artiesten, die soms uit het niets bekend werden. Zo kan ik me herinneren dat b.v Imca Marina (ken je die nog) hem vaak belde.

Toen deze afdeling werd opgedoekt kwam hij op de afdeling" werkzoekenden". Hij werd zeer gewaardeerd voor zijn goede contact met de mensen die toch in een akelige situatie verkeerden en voor zijn sociaalgevoeligheid. Niet verbazend natuurlijk na die banen die hij in de tropen heeft gehad.

 

Reacties op dit artikel via het forum

naar vorige pagina