Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



  naar vorige pagina naar volgende pagina

Dagboek van Dpl.soldaat André van Leusden (4)

Woensdag 16 november 1949. ’s middags op patroelje gegaan de kant van de Mirapi op en hebben daar rond een moskee de boel doorzocht maar ze hadden alle al de benen genomen de sawa’s over, ze waren waarschijnlijk al gewaarschuwd, die geestelijke van die moskee die is een beetje de leider van de omtrek, want als er een samenscholing is dan is hij er bij, die zijn ze met actie vergeten op te ruimen, die moskee die mogen we niet in, we vermoeden dat daar wel wat verborgen is, maar dat is heiligschennis en kunnen we daar aan niet beginnen. Na de boel doorzocht te hebben zijn we verder gegaan en kwamen bij een watermolen waar er gelijk weer 5 man van tussen gingen, weer over die vervelende sawa’s, toen we daar eens de hoogte van namen wat daar aan de hand was, kwamen er 3 Chinezen en twee vrouwen waarvan er twee een aktetas vol papieren hadden en die knapen hebben we aangehouden en de hele boel doorzocht ik moest ook een persoon voor mijn rekening nemen met Boekestein en wij samen heel gewichtig in die papieren snuffelen maar we konden er geen snars van lezen, het enige wat ik van de rommel kon lezen was Paus Pius XI dat stond in een krantje dat er tussen zat. Van de sergeant hoorde we later dat het over een delegatie ging, nadat we ze de rommel terug gegeven hadden zijn ze weer verder gegaan, eer we in het bos zaten begonnen die Chinezen het op een lopen te zetten, maar eer de hele patrouille rechts omkeer zou maken hadden die gasten al een te grote voorsprong en we hadden niet de eer gehad om ze te pakken, waar ze zo gauw gebleven waren, joost mag het weten, maar we zagen ze na de eerste berg al niet meer, we hebben nog een eind door gelopen maar geen kans, daarna zijn we maar weer op huis aan gegaan, met het gevolg dat de hele kampong achter je aan stond te kijken en je uit stonden te lachen, en dat moet je zo maar laten, wat niet meevalt.


een Moskee onderweg                                                          een Minakabouws huis

Donderdag 17 november 1949. Mijn 20 ste verjaardag, mijn eerste verjaardag in de tropen op de buiten post Basso 11km van Fort de Kock of de Indische naam Boekoe Tingie dat betekend hoge berg want het licht ook op een berg, we zijn die dag niet op patroelje geweest, tot mijn grote vreugde kwam er post voor mij en van mijn nicht Lientje en een krantje van het Katholiek thuisfront, ik stond op wacht dus ik had gelijk iets te doen, en zo ging de wacht ook vlug voorbij, ’s middags kreeg ik nog een brief van Pa.

Vrijdag 18 november 1949.’s morgens op patroelje geweest, niets bijzonders ontdekt, wat huizen doorzocht, en op de terug weg nog even langs het huis geweest van de ontsnapte gevangenen van 11 november maar hij schijnt er niet meer te komen.

Zaterdag 19 november 1949. Niet op patroelje geweest, het eerste pakje van thuis via luchtpost ontvangen een busje met stroop wafels, 7.50 porto ik was er zuinig mee maar een uurtje later liep er een grote stroom mieren naar mijn kast, toen alles opgegeten en gedeeld.

Zondag 20 november 1949. Om half negen naar de kerk met geweer tussen de knieën, dat een vreselijk gevoel geeft ’s middags een beetje de stad in, een beetje rond gelopen en met een paar jongens maar Padang is mooier om te kopen, de bouw van Fort de Kock is mooier en het licht er ook mooier bij.

Maandag 21 november 1949  ’s morgens op patroelje naar een grot geweest, want die had de Vaandrig op de kaart ontdekt en gingen we er op uit om dat eens te onderzoeken, daar bij die berg aangekomen, hebben we eerst een Orang Tani dat is een landbouwer gevraagd waar die grot was en die was direct bereid om ons daarheen te brengen het was een kloof waarvoor een wortel boom stond en zo het gat camoufleerde en toen hij ons daar gebracht had was hij ook nog bereid om ons er in te begeleiden wij hadden allemaal een lantaarn bij ons, maar die gaven overigens te weinig licht en toen heb die Inlander een soort fakkel gemaakt van bamboe stokken die hij op een beetje stro aan het branden bracht, en zo heeft die ons er in rond geleid, toen we er uit terug kwamen heeft hij ook nog de andere ploeg die op wacht had gestaan een rondleiding gegeven en daarna nog een het een en ander er over verteld hoe hij van oorsprong is ontstaan. Het is een kleine grot geweest, voor 1940 werd hij gebruikt als bezienswaardigheid, maar de Jappen die hebben hem verder uit gegraven en er een flinke kamer achter gemaakt, voor opslag ruimte van munitie en levens middelen, er stond ook nog een gesloopt diesel aggregaat in en een andere motor was helemaal weg, dus ze hebben er ook nog iets in gemaakt, het was er erg glad in de rots en ben nog 2 maal uitgegleden en heb nog een maal mijn hooft gestoten, van daar zijn we een meertje op gaan zoeken en dat hebben we ook gevonden, maar het was helemaal begroeid, het was er eigenlijk de bedoeling om er vis in te vangen want we hadden nog een handgranaat voor mee genomen dus die ging niet op, toen naar huis gegaan en moesten nog over een grote sawa waarvan de dijkjes erg slecht waren, hier en daar zakte we er tot onze enkels in en toen zijn we er maar door gelopen dat weer inhield dat ik tot mijn knieën in zakte maar de laatste zakte er nog dieper in omdat het steeds meer prut en blubberig werd.

Mirapie vanuit de post gezien.                                    Een Sawa veld.                                        Langs een kloof.

In de Ministerraad worden definitief besluiten genomen welke nodig zijn voor de strijdkrachten in Nw-Guinea. Een infanterie bataljon 434 BI het 7 Garde regiment Prinses Irene van de Koninklijke landmacht, dat zich nog bevindt in Padang op Sumatra, zal worden aangewezen en naar Nw-Guinea worden gezonden om daar haar taken voort te zetten. Tevens wordt aangekondigd dat een speciaal bataljon zal worden opgericht dat bestaat uit Papoea militairen. Voor de Kon Marine zullen zes Catalina vliegtuigen en één oorlogsbodem worden aangewezen.

Dinsdag 22 november 1949. De dag dat ik de eerste schoten heb gelost met mijn bren in het karbouwen gat als oefening 30 met geweer 10 met sten en 3 magazijnen met mijn bren elk met 28 patronen 3 gewoon een licht en een brand patroon, zo waren de magazijnen gevuld, ik moest hem daar achterlaten omdat de andere pelotons er ook mee moesten schieten, ’s avonds werd hij terug gebracht hij was zogenaamd schoongemaakt maar zag zwart van het krijtslijm.

Woensdag 23 november 1949. We moesten om 7 uur het bed uit want we moesten in een ander zijn gebied patroelje gaan lopen, om 8 uur kwam er een 3 tonner en die bracht ons naar Gadoet dat is een buitenpost voor de bewaking van dat vliegveld daarvandaan zijn we gaan lopen, de bedoeling was dat we daar een passar aan de andere kant zouden nemen, maar het mislukte en de heren gingen er weer van tussen, en daar werd de achtervolging door die mannen van ingezet ze pakte er 2 die een school in vluchten en deze hebben ze gefouilleerd en hadden niets bij hun, een van hun weigerde om te gaan zitten en kreeg een klap op zijn muil waarvan zijn mond bloede, en toen zijn we weer op huis aan gegaan en de auto stond al weer klaar om ons op te wachten in een kampong langs de weg naar Baso, ’s middags zijn de andere jongens in de omgeving van Baso nog op patroelje geweest en hebben daar een ongelukje gemaakt, die wou niet blijven staan toen hem brentie was toe geroepen en aan de haal ging, een van de eerste verkenners ging er achteraan en heeft hem ingehaald met de gevolgen dat hij een houw met de klewang kreeg in zijn zij, hij had niets bij zich, en ze hebben hem nog een noodverband om gedaan en zijn daarna weer verder gegaan.

                   
 Fort de Kock weer Buket Tinggi

Donderdag 24 november 1949.  ’s morgens 6 uur op, met z’n 4 om met de wagen naar de stad te rijden als bewaking, want hij moest tanken, ik heb nog een poos door de stad lopen dolen omdat ik de wagen kwijt was, toen we weer op de post terug kwamen zijn we direct op patroelje gegaan om die aangerande vent op te halen, van de vorige dag met de zieken auto achter de patroelje aan, op de plaats van bestemming aangekomen leek het wel uitgestorven. En de wagen kon weer leeg terug keren. Het was de bedoeling dat die ’s morgens naar de stad waren gegaan weer mee terug gingen maar dat ging niet op want er moest een kaderlid mee terug, André was weer het bokje en kon weer de patroelje mee doen, maar het viel nog al mee, we hebben nog enkele mooie huizen gezien en sawa’s waar de vaandrig foto’s van heeft genomen.

Voor mijn mitrailleur nest.                                          Sawa.                                                       Nico over de kloof.

Vrijdag 25 november 1949. Rustige dag ’s middags een beetje hout lopen bietsen voor een kist en een groot schot gevonden van teakhout en dat hebben we gesloopt en de verf er af geschraapt, we zullen weer moeten vertrekken naar andere oorden. We moeten vertrekken naar Padang en vandaar naar andere bestemmingen maar het ergste is dat de ondersteuning Comp zou worden opgeheven, en zouden verdeelt over andere Comp, dat bleek later de 3 de Comp te zijn. We kregen een nieuwe commandant, met een nieuwe Vaandrig Ary Oostering.

Zaterdag 26 november 1949. Jongens zijn op patroelje geweest en kwamen doornat terug, ik wist mijn er deze keer van te weerhouden en heb toen aan mijn kist getimmerd met Harm want we maken allebei de zelfde kist.

Zondag 27 november 1949.  ’s morgens naar de kerk geweest een gezongen mis door meisjes koor we kwamen voor de 3 de keer te laat we zijn maar naar het koor gegaan en zaten zo dicht bij het koor, noodgedwongen heb ik mijn kist in elkaar moeten timmeren, omdat maandag middag de boel ingepakt zal moeten zijn, en zo maandag morgen weinig tijd heb.

Maandag 28 november 1949. Kist ingepakt en klaar gezet voor het vertrek en de kist van Harm afgemaakt.

Dinsdag 29 november 1949. Vertrek van de buitenpost Baso 11 km van Fort de Kock daar vandaan zijn we om kwart voor 7 vertrokken, en kwamen nog een paar stoters als bewaking met een 3 tal carriers, want deze post mag pas gelijk opgeheven worden met Paricombo dat is een grotere buiten post, dat is een buitenpost bij het vliegveld ze moeten het overdragen aan de TNI, de jongens hebben haast alles meegenomen wat los en vast zat, tot zelf de baboes toe met hun gehele rommeltje en kinderen dat was de post Gadoet dat bezet was door het Pag peloton. De reis is sneller verlopen dan de heenreis we gingen met auto’s van Baso naar Fort de kock, Baso licht op 909 m” en Fort de Kock op 941m. in Fort de Kock hebben we lang moeten wachten eer de trein vertrok, om 8,30 uur zijn we vertrokken, we zijn nog opgetrokken naar de plaats Kotabaroe dat licht op 1154 m’. daar was een grote markt, en daar hebben we even stil gestaan, en daar gaan de locomotieven er achter staan, ze moeten hem dan tegen houden, toen zijn we gaan dalen tot op 979 m’, dat was Pasar Rebo, vandaar naar Padang op 773 m’, daarna Kamdang Pat 305m’ Tabing 2 meter, en toen waren we op de plaats van bestemming om in Padang op ...meter, daarna zijn we met een auto hoog opgeladen naar de Prinses Irene kazerne gebracht, waar Harm al een plaatsje voor mij had gepikt en het duurde niet lang of onze tampatjes en klamboe stonden al weer, ’s avonds zien we de stad in geweest en ik heb een zilveren armband en een kettinkje voor Maria gekocht van geloof hoop en liefde dat koste mijn 10 + 36= 46 roepia, ook nog post van thuis ontvangen met een zilverkettinkje er in, en in de andere een geel filter.

Woensdag 30 november 1949. Dit is de dag dat de ondersteuning Compagnie opgeheven wordt, we hadden toen een gemakkelijke dag, we waren vrij, we hadden met niemand meer iets te maken, we bleven wel als peloton behoorlijk bij elkaar wat toch weer een positief moment was.

Donderdag 1 december 1949. We hebben er een gemakkelijke dag van gemaakt, we hebben wat door de stad lopen zwalken, ’s middags zijn we nog naar de ere begraafplaats geweest en heb daar nog enige foto’s genomen.

Vrijdag 2 december 1949. De officiële aanzegging gehad dat ik was overgeplaatst naar de 3 de Comp met het 2 de peloton, ’s middags zijn we naar het Cenie kamp gegaan met de hele rommel, 15 jongens met 2 en 3 tonners vol met bagage.

Zaterdag 3 december 1949. De hele dag zitten wachten op een auto die de bagage zou weg halen, eindelijk om 6 uur kwamen de auto’s.

Zondag 4 december 1949. Vroeg opgestaan want om 8 uur zouden de auto’s komen om ons naar het station te brengen, dus konden we ook niet naar de kerk, maar de auto’s kwamen pas om half twaalf en om half een ging de trein richting Emmahaven, dat ging aardig vlot op het station van Emmahaven hebben we een poos stil gestaan, daarna is hij weer een stuk verder gereden en zijn we uitgestapt en langzaam aan met horten en stoten kwamen we in de boot terecht onder in een ruim vreselijk heet en smerig, om 4 uur vertrok de KPM boot de ss Thedens met bestemming Nieuw-Guinea. Er was flink wat volk op de kade om ons vertrek te zien.

  naar vorige pagina naar volgende pagina

Reacties op dit artikel via het prikbord