Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



naar vorige pagina

vervolg

Papoea's. Ze lezen van infiltraties en patrouilles maar het lijkt ver weg. Nu komt de spanning vlakbij.
De controleur krijgt een deputatie bij zich: of het geen tijd wordt om schuilkelders te bouwen.

Onderzeeboot in zicht; vlak voor de kust. De Indonesiërs worden nu wel heel brutaal. Een Hollandse jager gaat op de melding af, en houdt de boot onder water. Een dag, twee dagen. Driftig wordt geseind: bombarderen of niet? Wat vindt Den Haag? De regering verbiedt het. Stel dat het geen Indonesiër is, maar bijvoorbeeld een Rus. En bovendien: buiten de territoriale wateren mag het niet. Via de intelligence lekken grootscheepse invasieplannen uit. Operasi Djajawidjaja, 150 schepen met dertigduizend man, aanvallen op Biak, zelfs op Hollandia. Er zullen er een hoop in zee hun einde vinden, denkt de schout-bij-nacht grimmig, Maar of wij de aanvallen werkelijk kunnen weerstaan? Eénmalig.

In het licht van de volle maan ziet de luit opeens een wachtpost. Dan staat je niets anders te doen dan de trekker over te halen, al is de verrassing van de overval dan meteen pleite. De luit staat bekend als een killer, hij schiet raak. Maar als hij het bos doorzoekt vindt hij niets, geen lijk, geen gewonde, geen spoor. Bij daglicht terug naar de plek. Eindeloos gespeurd, maar niets.

Achttien kisten: het hoogste offer
Achttien kisten: "het hoogste offer"

Het is bij Manokwari, zo noordelijk zijn de infiltranten nog niet geweest.
De luit is almaar op sjouw, door die hele zuidzee-archipel van de Radja Ampat. Zijn vrouw die zwanger naar de garnizoensplaats is gekomen heeft hij al maanden niet gezien. Hij ziet niks in de hele operatie, dat eiland hoort natuurlijk aan Indonesië, maar je bent marinier of je bent het niet.
Search and destroy. De LCPR landt op een eilandje, en onder dekking van het bos zoek je het strand af. Ineens sta je tegenover een voorpost van infiltranten, er zaten er twaalf rustig hun wapens schoon te maken. Dan is het een kwestie van hij of ik. Handgranaat, en de trekker overhalen. Eentje gewond, de rest dood. De munitie gaat in de fik, te zwaar om te dragen. De verkenning wordt voortgezet, en het hoofdbivak gevonden. Honderdvijftig slaapplaatsjes. De Angry Nine roept de task unit in Sorong op. Die stuurt Papoea-vrijwilligers. De patrouille trekt verder, welkom in de kampongs,
 

al zijn de Indonesiërs er vaak even welkom. Je bent hier vlak bij Indonesië, de bevolking is gemengd.
Maanden later, een verlaten kampong op Misool. Er slingert Indonesisch propagandamateriaal rond, heel knullig. Een mooi meisje bij een romantisch maantje: 'Marinier, ik wacht op jou.' 's Nachts klinken er schoten uit het bos. Provocatie? Er moet hier een bivak zijn.
De patrouille erop af. De voorsten zien opeens Indonesiërs over een bergpaadje gaan. Er wordt een hinderlaag gelegd, maar de mannen verdwijnen een andere kant op. Men trekt verder, de mitrailleur nog schietklaar.
Plotseling enorm geknal. Een stel infiltranten ligt de patrouille op te wachten, en vuurt, terwijl een hele kompie schietend de berghelling afstuift. Een marinier valt dood neer. Maar de man met de mitrailleur weert de aanval af. Compleet gevecht. De kogel revolveert in de arm van de luit. Vanaf de elleboog hangt de onderarm aan een paar vezels, hij drukt 'm tegen zich aan en aanvaardt de terugtocht. Het is een volle dag lopen. De patrouille draagt de dode kameraad.
Dan spat onverhoeds ratelend een salvo door het oerwoud. „Godverdomme!" schreeuwt de luit, en jawel, het houdt op. Van de basis is versterking gezonden, de Hollandse jongens zien groene pakjes naderen en leggen al aan. Onervarenheid, zenuwen, angst. De luit wordt naar het hospitaal vervoerd. Dan hoort hij dat het voorbij is, er is een akkoord, Nieuw-Guinea wordt overgedragen. Zo hoort het.
Er is in het ziekenhuis een Indonesiër die ze maar net voor de dood hebben weggehaald. Als de luit met hem in gesprek komt, begrijpt hij dat het de gezochte is uit het bos bij Manokwari, de wachtpost op wie hij schoot.

Het oorlogje is over.
De infiltranten komen uit het bos, verwittigd per strooibiljet. Zevenhonderd melden zich, de Hollanders kijken ervan op. Er zijn er die de patrouille vele malen langs hebben zien komen, 't Wordt nu echt vakantie, wachten op het repatten, houtsnijwerk kopen voor thuis, wapentuig onklaar maken dat het de vijand niet in handen valt. Nog in het preservatievet worden de veertig-lang-zeventigers in zee gekieperd.
Maar in de kota is de stemming geprikkeld, angst voor de toekomst. De was-Papoea's willen het liefst mee naar Holland. En waarom vindt de Chinese winkelier het nu ineens wel goed dat de facteur met zijn dochter loopt? In de leprozerie waar de Indonesiërs geïnterneerd zijn gaan velen maar vast hun opwachting maken. De thuisvaart is een plezierreis. Passagieren in Djibouti, en de luit maar benauwd dat ze massaal naar het bordeel gaan, groentjes dat ze zijn. Als de mariniers op het oude Schiphol aankomen werpen ze zich op de plantenbakken met geraniums, eindelijk weer groente! Ze worden prompt ingerekend.
Je krijgt het Nieuw-Guinea-kruis, met gesp als je in vuurcontact geweest bent - meestal omdat je meende dat er vuurcontact was. En wat heb je er nou eigenlijk gedaan? Het begrip vijand, pfff, dat zei je niks. Gelukkig dat het niet echt is losgebarsten. Dan was er geen Hollands soldaatje levend vandaan gekomen, hadden ze met z'n allen onder de palmen gelegen. Maar daar stond je niet bij stil. In een hangar op Soesterberg staan achttien kisten, wit gedekt. Een chapelle ardente is ingericht in de Dom te Utrecht. „Enigen keerden niet terug," zegt de nieuwslezer, „zij hadden het hoogste offer gebracht." De marinier wordt nog lang elke nacht rechtop wakker, badend in het zweet.
De wachtmeester dacht dat het was om de Papoea's een eigen land te geven. Kom je terug, is het gewoon politiek bekonkeld. Dan voel je je wel belazerd.


John Jansen van Galen
(Medewerking: Arjen Hoekstra)

naar vorige pagina