Twintig jaar geleden, in de zomer van
1962, voert Nederland een bijna-oorlog om Nieuw-Guinea - militair,
politiek en moreel. Tienduizend van onze jongens verdedigen een
eiland aan de andere kant van de globe. In een serie van vier
artikelen reconstrueert John Jansen van Galen de ontknoping van het
treurspel: de gewapende strijd, de diplomatieke en politieke
behandeling van de affaire, het Hollands bestuur van het eiland, en
het ideaal van de Papoea's. Deze week: de oorlog en de herinneringen
daaraan van de soldaten en van hun hoogste chefs - minister van
Defensie Visser, staatssecretaris van Marine De Jong en 'pokhouten
Leen', schout-bij-nacht Reeser. Ringworm en apepokken in de tangsi,
Willeke Alberti op siësta, de peloppor met het gat in zijn rug,
Scramble the Hunters!, de dode marinier als een varken aan het spit,
de achttien wit gedekte kisten. En: wat doe je er eigenlijk?
|
|
GRACIEUS glijdt de motortorpedoboot door een vlakke zee, het is
nog vroeg in de avond van 15 januari 1962. De tropennacht is
gevallen maar het matte schijnsel van de maan verlicht het ranke
vaartuig en het fosforiserende water trekt een lichtspoor aan
weerszijden van de slanke romp. Een feeëriek gezicht maar de
kapitein ter zee Sudomo die op de brug staat, vervloekt het. Zijn
opdracht is onder dekking van het duister noordoostwaarts te koersen
naar de Vlakke Hoek om daar een honderd man gewapende infiltranten
aan land te zetten, die het Nederlands gezag moeten ondermijnen en
de souvereiniteit van Indonesië over Nieuw-Guinea bevestigen. Achter
zich weet Sudomo de tweee andere schepen van zijn flottielje, sterk
materiaal, Jaguars van Duitse makelij. Ze varen 30 knopen en kunnen
40, 42 halen. Het enige wat de commandant zorgen baart is de kans op
ontdekking vanuit de lucht, door de Hollandse Neptunes die 's nachts
de kust verkennen. Een kleine week eerder hebben vier
motortorpedoboten onder Sudomo's commando de haven van Djakarta
verlaten. Een is in de buurt van de Aroe-eilanden achtergebleven bij
de tender Multatuli waar de infiltranten zich hebben ingescheept.
Boven de normale bemanning van 45 koppen vervoeren de boten elk
dertig soldaten aan boord die met rubberboten, door
buitenboordmotoren aangedreven, aan land zullen gaan. Het is vol aan
boord maar de stemming is uitstekend. De mannen zijn ervan overtuigd
dat zij de eerste stap gaan zetten voor de bevrijding van Westelijk
Nieuw-Guinea, Irian Barat. Een maand tevoren heeft president 'Boeng'
Soekarno als opperbevelhebber van de strijdkrachten voor de
bevrijding van West-lrian de Trikora uitgevaardigd, het drievoudig
bevel Een: Verijdel de vorming van de marionettenstaat Papoea van
Nederlandse koloniale makelij', twee: 'Hijs de sang merah putih (het
rood-en-wit) in West-lrian, deel van ons Indonesische vaderland,
drie: Wees |
|