|
Irian Jaya op weg naar morgen.Een speciale aflevering van het infoblad van de Orde der Pater AugustijnenNederlandse Analecta O.S.A. pag. 7 DE KLEINE PROFETEN UIT HET VOLKIk ben onlangs een week in de Aifat geweest, een vormreis gemaakt, heb heel de
ronde gedaan : Ayawasi, Fef, Suswa, Ayata. Het was precies dertig jaar geleden dat
ik er voor het eerst was, samen met Staverman, toen nog overste, Pasen '55.
Met geld omgaan van een ander, van de gemeenschap, is voor de meeste mensen een bijna onweerstaanbare bekoring. Zij kunnen het, de coöperatie zit gezond in elkaar, zei Jan Frank. Alles bij elkaar is er in die dertig jaar een heleboel menselijkheid gegroeid, menselijke en maatschappelijke waarden hebben betekenis gekregen. En als je dan vraagt, waar komt dat allemaal vandaan, en hoe is het gegroeid, dan moet je niet op de eerste plaats de pastoor noemen, nog veel minder de bisschop, maar de katechisten, de guru’s, de kepala kampong (kampong- hoofd - red . NA) die nog wel niet gedoopt was maar om een of andere reden mee wilde. De geloofsgemeenschap is helemaal gegroeid van onder af, door de kleine profeten uit het volk, die zich vaak niet eens bewust waren welk een onvervangbare rol ze speelden. Zo krachtdadig en zo onopvallend werkt de Geest. Er was ook nog dit opvallend verschil met dertig jaar geleden. Toen hadden Staverman, Jorna en ik er na afloop dertien zware loopdagen opzitten, terwijl we er nu met de Cessna een hink- stapsprong van hebben gemaakt, alles bij elkaar tachtig minuten vliegen. Vier keer is er na de vormplechtigheid ’s avonds een receptie gehouden met een door de mensen zelf bekostigde uitstekende hap eten voor iedereen. Uitstekend, omdat er overal vrouwen zijn die vroeger de huishoudschool hebben gevolgd; voor iedereen, omdat er overal een coöperatie achter staat. En wat was er overal een hoop volk bij elkaar, en wat hebben ze hun borden volgeladen! Het heeft ons of wie ook aan niets ontbroken. En dan de verhalen en herinneringen van alle patrouilles die ik daar heb gemaakt, langs kampongs die al lang niet meer bestaan, verhuisd naar andere gronden, opgelost in een combinatie met andere groepen. En dat Frans Jonkergouw en ik in 1969 naar een geschikte plaats voor een vliegveldje hebben gezocht in de Oost-Aifat, op vier plaatsen hebben gemeten, tot we uitkwamen bij Ayata waar de strip ook is aangelegd. Meten met een lange tuinslang om verschillen in hoogte te bepalen voor afgravingen en ophogingen. Heerlijk primitief! En net als de Kerk: van onder af gebouwd. Ze hebben er twee jaar over gedaan. Maar naarmate mijn verhalen verder teruggingen, waren er steeds meer luisteraars met open mond en
steeds minder mensen die het zich ook wisten
te herinneren. Van 1955 had alleen raja (stamhoofd) Simon Fatem nog vage herinneringen
over. Verdomme, zeg je dan, ben ik dan zó oud? Piet van Diepen OSA
|