|
Gevallenen Nederlands Nieuw Guinea
Van: Papoea Bibliotheek
Date: 1 november 2010
In Nieuw-Guinea omgekomen militairen
(samengesteld door de West Papua Bibliotheek)
Onderstaande informatie komt van de website Oorlogsgraven Stichting:
Erevelden Indonesië
Op Java bevinden zich zeven Nederlandse erevelden, onder beheer van de Oorlogsgravenstichting. De Stichting heeft dan ook een
kantoor in Jakarta. Op deze erevelden liggen ruim 24.000 slachtoffers van de strijd in Nederlands-Indië begraven. Niet alleen
militairen, maar ook burgers: mannen, vrouwen en kinderen. Slachtoffers die tijdens de Japanse bezetting of tijdens de Indonesische
onafhankelijkheidsstrijd als geïnterneerde het leven hebben verloren. Ook slachtoffers van latere conflicten, zoals de politionele acties
in voormalig Nederlands-Indië en de schermutselingen die voorafgingen aan de overdracht van Nederlands Nieuw-Guinea, liggen op
deze erevelden begraven.
Oorspronkelijk lagen de slachtoffers op 22 erevelden verspreid over de hele archipel. Deze werden tussen 1946 en 1952 aangelegd
door de gravendienst van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). Na de soevereiniteitsoverdracht werden in overleg met de
Indonesische regering deze erevelden opgeheven en de stoffelijke resten bijeengebracht op zeven erevelden op Java.
De erevelden in Indonesië zijn dagelijks geopend van zonsopgang tot zonsondergang.
Bezoekers dienen zich bij de
poort van het ereveld te melden.
Het ereveld in Ambon (Ambon War Cemetery) wordt onderhouden door de Britse zusterorganisatie de ‘Commonwealth War Graves
Commission’.
Folder erevelden in Indonesië (PDF,
1 MB)
Folder ereveld Kembang Kuning
Surabaya(PDF, 1 MB)
Historie ereveld Kembang Kuning
Surabaya(PDF, 3 MB)
|
|
|
|
|
MLD-gedenkplaten onthuld in Surabaya
Op donderdag 12 maart 2009 onthulde commandeur E. Kopp, Souschef
Integratie Aansturen Operationele Gereedstelling
van het ministerie van Defensie, een nieuw monument op het
Nederlandse ereveld Kembang Kuning in Surabaya. Op het monument
zijn twee bronzen platen aangebracht met de namen van 98 militairen
van de Marineluchtvaartdienst, die omgekomen zijn in Nederlands-Indië
en Nederlands Nieuw-Guinea en van wie de laatste rustplaats niet meer
aanwijsbaar is. Vervolgens plaatste hij ter nagedachtenis van de
slachtoffers een krans bij het monument. Namens de Oorlogsgravenstichting
legden de heren Mr. R.S. Croll en P.C. van der Graaf,
respectievelijk president en algemeen directeur van de Stichting. Met
het herdenkingsmonument kregen de omgekomen marinemannen, voor
wie geen graf kon worden ingericht, alsnog een plek daar waar zij
herdacht kunnen worden. Het monument was een initiatief van de
Oorlogsgravenstichting.
De heer P. Steenmeijer, directeur Indonesië van de Oorlogsgravenstichting,
verwelkomde 30 belangstellenden op het ereveld. Onder de aanwezigen was ook
de heer Boenandir, een stoker-olieman van Hr.Ms. De Ruyter, en overlevende van
de Slag in de Javazee op 27 februari 1942.
De onthulling van de bronzen naamplaten werd voorafgegaan door het slaan van ‘8 glazen’ op de scheepsbel van Hr.Ms. Java. Op een
marineschip wordt op de scheepsbel geslagen telkens wanneer een zandloperglas van 30 minuten is leeggelopen. In 4 uur 8 glazen van
30 minuten. Na afloop van die 4 uur wisselt de wachtsdivisie. Bij 8 glazen komt er dus een nieuwe ploeg bemanningsleden op post. In
deze ceremonie symboliseren 8 glazen op de scheepsbel van Hr.Ms. Java het begin van een nieuwe periode waarbij de namen van
de omgekomen MLD’ers van wie de laatste rustplaats niet aanwijsbaar is, zichtbaar zijn gemaakt. De glazen worden aan boord altijd
geslagen door de zogenaamde leerling van de wacht. Dit is meestal een matroos die samen met een onderofficier aan dek de wacht
loopt. Bij deze plechtigheid was de ‘leerling’ de heer Cor Blokzijl, voormalig vakofficier vlieger van de MLD en tegenwoordig werkzaam
in Indonesië.
Na de onthullingplechtigheid nodigde de heer Steenmeijer de aanwezigen uit om een rondgang over het ereveld te maken. De
rondgang voerde langs de monumenten waarop sinds 2006 namen van oorlogsslachtoffers zijn aangebracht van wie de laatste
rustplaats niet aanwijsbaar is. Nabestaanden van deze slachtoffers hebben nu eindelijk een plek waar zij hun bloemen kunnen
plaatsen. |
Marine onthult gedenkplaten in Surabaya
17 maart 2009, 15.59 uur
Commandeur Erik Kopp onthulde vorige week namens de Koninklijke Marine een nieuw
monument op het Nederlands ereveld Kembang Kuning in Surabaya. Bij de onthulling was
een delegatie van de Oorlogsgravenstichting aanwezig.
Op dit monument zijn 2 bronzen platen aangebracht met de namen van 98 militairen van de Marineluchtvaartdienst (MLD). Deze MLD-ers zijn
omgekomen in Nederlands-Indië en Nederlands Nieuw-Guinea en hun laatste
rustplaats is niet meer aanwijsbaar.
Alsnog een eigen plek
Samen met de Defensie attaché van Indonesië, kapitein-ter-zee A.H.L. Louter, plaatste Kopp ter
nagedachtenis van de slachtoffers een krans bij het nieuwe monument. Met dit herdenkingsmonument is
er nu voor de omgekomen marinemannen, voor wie geen graf kon worden ingericht, alsnog een plek
waar zij herdacht kunnen worden. Het monument is een initiatief van de Oorlogsgravenstichting .
|
|
|
|
|
Slachtofferregister
Buiten Erevelden
De aanduiding Buiten Erevelden in het Slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting betekent dat het
graf van het desbetreffende slachtoffer vaak niet (meer) aanwijsbaar is. Hij of zij ligt in ieder geval niet op
één van de zeven Nederlandse erevelden op Java begraven. Teneinde de nagedachtenis aan deze slachtoffers
in ere te houden, heeft de Stichting hun personalia opgenomen in gedenkboeken. De namen van de
slachtoffers die in het Verre Oosten overleden zijn, staan in de delen 40 en 41 vermeld . Deze boeken maken
deel uit van een serie van 42 gedenkboeken. Op alle zeven erevelden op Java zijn gedenkplaten aangebracht
met een Nederlandse tekst en een in het Bahasa Indonesia. |
|
|