Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen
Disclaimer



 


  naar vorige pagina naar volgende pagina

Norman Franken - Herbeleven van het verleden in Jayapura - pagina 8

 

Herbeleven van het verleden in Jayapura (sept-okt 2006) - 8

Door: Norman Franken

 

Algemeen

Albert en Adolf
Albert en Adolf

Mijn vriend Albert moet het van zijn kleine tokootje hebben. Regelmatig komt een Papoea (Adolf Asabo) in het winkeltje en beiden hebben de gewoonte om elkaar in het Nederlands aan te spreken. Ik heb Adolf leren kennen als een minzaam mens. Hij spreekt de Nederlandse taal goed en kent liedjes van vroeger, zoals ‘Sarie Mareis’, ‘Wij zijn twee eenzame cowboys’
enz. Hij had ze allemaal bij de padvinderij geleerd (ook bij de Rimboezwervers). Op een avond zongen we in dat winkeltje met z’n drieën die liedjes met verbaasde klanten als toehoorders. Adolf vertelde me dat zijn vader hem het boekje "Hollandia 1910-1960" heeft gegeven en dat hij dit boekje helemaal uit zijn hoofd kent (hij noemde allerlei namen en teksten!). Hij leest dat boekje steeds over om zijn Nederlands bij te houden. Ik gaf hem mijn woordenboek Nederlands-Indonesisch.

moeder en dochter
Moeder en dochter

Deze oude vrouw zag ik dagelijks in haar pondokje zitten, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Zij verkocht uitsluitend
pinang om een beetje aan de kost te komen. Op een dag zag ik haar langs komen, heel netjes gekleed en vergezeld van haar dochter die net haar bul heeft ontvangen. Ik kon het niet laten om beiden te feliciteren. Ik dacht ‘moedertje, pet af voor jou dat jij jouw dochter hebt kunnen laten studeren, terwijl jij het zo slecht hebt, geweldig’. Hier word je alleen maar nederig van. En voor de dochter hoopte ik van harte dat zij aan de bak komt, want ook dat is daar een probleem.

twee onbekenden
Twee voor mij onbekenden uit het
verleden en die met emotie over
vroeger praatten.

Leuk zijn de gesprekken met Papoea’s van onze generatie of ouder. Die zijn hartverwarmend en vaak ook emotioneel. Men begint al gauw automatisch over vroeger te praten, hoe goed het was (sociaal en geen discriminatie) en nooit een verkeerd woord over die ‘Hollandse’ tijd. Iedereen is hier heel vriendelijk. Papoea’s, chinezen, Javanen, Makassaren
enz. Zo op het oog leven ze vredig naast en met elkaar, maar onderhuids is bij de Papoea’s woede aanwezig die o.a. zien dat hun land door anderen in beslag is genomen. Het aantal transmigranten heeft ruimschoots het aantal Papoea’s in heel Papua overschreden, dat is niets om vrolijk van te worden.
De transmigranten zijn daarom bang dat zij het kind van de rekening worden als Papua ooit onafhankelijk wordt. Dat is ook tragisch, want de nieuwe generaties, de kinderen en kleinkinderen van de transmigranten hebben niets met Java of welk eiland dan maar ook, zij voelen gewoon dat zij bij Papua horen.

Architectuur is hier beroerd. Men heeft hier een smaak waar wij totaal niet van houden (kitscherig). De huizen staan hier overal schots en scheef en door elkaar heen gebouwd. Zodra er maar een gat is, wordt die dichtgebouwd.

Ophalen van vuilnis door de gemeente wordt alleen aan de grote wegen gedaan en anders moet je die zelf verbranden. Gevolg van dit beleid overal stinkende rotzooi. Maar dat geldt natuurlijk niet voor de Dok V waar vele rijken wonen en voor de kampongs, hier zie je netheid en structuur.

Alle sagobossen die wij gekend hebben (Kota Radja, Entrop, Van Dammebocht (deze beruchte bocht is ‘afgesneden’ en niet meer zo scherp als vroeger) zijn verdwenen en drooggelegd voor bewoning. Maar dit gebeurt zonder er bij na te denken dat de natuur ook z’n werk doet. Gevolg bij hevig regenval kan het water niet weg en er ontstaan steeds overstromingen. Slecht beleid dus.

groot Entrop
Groot Entrop
van Damme bocht
Van Dammebocht

Rijden met de taxibusjes is een ervaring op zich. Het zijn kleine busjes voor max. 6 man maar 15 is normaal. Leuk
als je helemaal achteraan zit en er uit moet. Het mooie is dat niemand daar moeilijk over doet.

taxibusjes 

Het viel me op dat in Jayapura (en Biak) nauwelijks kretek wordt gerookt en dat men het pinang kauwen nog steeds niet heeft verleerd, gevolg rood gekleurde straten en goed kauwende mensen in de gaten houden i.v.m. het spuwen.

Dit was in een sneltreinvaart verteld hoe ik mijn verblijf in het jaar 2006 in Jayapura heb ervaren.

Norman Franken.

Reacties op dit artikel via het forum

 

naar vorige pagina naar volgende pagina

Norman Franken - Herbeleven van het verleden in Jayapura - pagina 8