Een nieuwe start in Seroei (vervolg)
Opdracht bij Sorong
Bij aankomst op het vliegveld kwam IvP.2 Oel Veldhuizen ons ophalen.
En op het Detachement daar werden wij door de Detachementcommandant
Hans Gallas toegesproken. Na ons verteld te hebben wat onze taak als groep
was, werden wij naar een buitenwijk van Klamono of Remoe gereden.
In een verlaten alleenstaand leeg pand hebben wij ons ingekwartierd om van daaruit de omgeving te verkennen.
In de eerste dagen was er niets te beleven. Overdag lieten wij ons ook niet zien en
bleven binnenshuis om te voorkomen, dat de bevolking van de naburige kampong ons
zou zien. Laat in de avond gingen wij op pad om in het hoge gras van het openveld nabij de kampong te posteren.
En ja hoor, na de derde op één volgende nacht was het raak. Twee vreemde gasten konden
wij, zonder een schot lossen, overmeesteren. En na een verhoor wisten wij, dat zij tot de groep
infiltranten behoorden. Beiden waren ongewapend en waren
erop uit om de omgeving te verkennen. Van enkele dorpsbewoners wisten zij dat wij in de buurt waren.
Maar waar precies wij ons bevonden, wisten zij niet. Gelukkig maar dat wij ons overdag rustig hielden en binnenshuis bleven.
Laat in de middag kwam IvP. 2 Oel Veldhuizen met een stel agenten, de infiltranten ophalen.
Maar voordat het zover was, had ik enkele van mijn jongens het veld ingestuurd om in de omgeving rond te kijken.
Gelukkig waren daar in de omgeving geen pottenkijkers gesignaleerd, zodat wij ons na vertrek van de politieauto
met de gearresteerde infiltranten, in ons huisje konden terugtrekken.
Tijdens de daarop volgende avond werden weer twee infiltranten gearresteerd toen zij in de nacht de kampong uitliepen.
Ook zij waren ongewapend en op weg om naar hun verdwenen collega’s te zoeken. Zij waren ervan overtuigd dat
hun twee collega’s door ons in de buurt gevangen werden gehouden. Alleen wisten zij niet waar wij ons bevonden.
Maar ook deze mannen lieten weinig los
over waar zij ondergedoken zaten. Toen zij ook door IvP.2
Oel Veldhuizen afgevoerd waren, bleven wij op de plaats waar wij ons ongehinderd schuil
hielden met de hoop nog meer infiltranten te kunnen grijpen. Doch twee dagen later werd ik laat in de middag
opgehaald om naar het ziekenhuis te gaan Volgens
Oel moest ik een gesneuvelde infiltrant in het plaatselijke ziekenhuis identificeren.
Daar aangekomen, herkende ik deze man. Het blijkt Djamaloedin te zijn, die jaren terug ook illegaal Nieuw Guinea
was binnen gekomen en als ongewenst persoon naar Indonesië was teruggestuurd. Deze man was tijdens een vuurgevecht door het leger gedood.
En later bleek ook, dat hij de commandant van de groep infiltranten was. De volgende morgen kwam
Oel Veldhuizen mij vertellen, dat wij onze post mochten opbreken om met de plane huiswaarts te keren.
Ook dit keer was ik blij, dat onze politie eenheid het goed had gedaan. En
we geen verliezen hadden geleden bij het deelnemen aan de actie.
Hiervoor heb ik zelfs schriftelijke dankbetuigingen mogen ontvangen.
Voor mij was het een teken dat ik daarvoor gewaardeerd werd en daarvoor met een halve maand basisbezoldiging werd beloond.
Maar voor mijn jongens vond ik het sneu, dat zij dat niet kregen.
Door dit soort oneerlijke handelwijze in de maatschappij, deed ik altijd mijn best om voor mijn jongens op te komen
en hen ook te geven wat hun toekomt. Vaak genoeg werd ik
ervan beticht dat ik in mijn vrije tijd te amicaal met mijn ondergeschikten omging. Maar daar trok ik mij vaak niets van aan. Voor mij
was het belangrijk, dat zij mij respecteerden en hun werk goed en gedisciplineerd uitvoerden.
Reacties op dit artikel via het forum
|