Biak
Bij de uitreiking van de certificaten, kreeg een ieder te horen
waar hij geplaatst wordt. Fred van Lingen, Henk Rahakbouw en ik
kregen te horen, dat wij gedrieën Biak als standplaats kregen.
Na ons in Biak bij de Detachementcommandant aangemeld te hebben, kregen
wij te horen dat wij in de oude politie kazerne te Sorido
gehuisvest werden. Verder werd ons verteld, dat wij de volgende
dag op 09.00 uur bij hem op kantoor zouden moeten verschijnen.
In de kazerne te Sorido aangekomen, werden ons door een
Posthuiscommandant kamers aangewezen, waar wij afzonderlijk in
konden wonen.
Nadat wij met onze schamele bezittingen onze kamers hebben
ingericht, kwamen wij tot de ontdekking dat er in de kazerne
geen kantine was. In elk geval konden wij daar niet terecht om
te eten. Wij waren wel verbaasd. Maar onze magen knorden en we
besloten toen maar liftend de stad in te gaan.
Bij restaurant Oei Bin Hok tegenover de haven hebben wij de
nodige porties naar binnen gewerkt.
Na wat rond gelopen te hebben, zijn wij weer liftend thuis naar
huis gegaan. Maar wij vonden het wel treurig dat de
dienstleiding bij de Politie zo weinig aandacht schonk aan haar
personeel. En ons bij aankomst niet had ingelicht waar wij als
nieuwkomers terecht konden om te eten.
Sociale gevoelens zijn bij de Politie soms heel ver te zoeken.
Maar als het om werken gaat, eisten ze van ons 100% inzet. Op
die momenten mopperden wij wel, maar deden toch wat er van ons
verlangd werd. En de dienstleiding wist dat wij van ons werk
hielden en maakten daar misbruik van.
Het werk bij de politie in Nieuw Guinea was boeiend. Vooral als
je op de buitenposten zat. Voor staddiensten is in Hollandia nog
wat te beleven. Maar goed nu weer terug naar het onderwerp.
De volgende morgen zonder ontbijt en koffie stonden wij gedrieën
bij de Detachementcommandant op kantoor. Hij was Hoofdinspecteur
van Politie. En echt geen vriendelijke man. Nors keek hij ons
onderzoekend aan en gaf elk van ons toen een taak. Fred van
Lingen, mocht bij hem op kantoor bij de afdeling Instructie
komen. Henk Rahakbouw moet de taak Kazernecommandant van Ha.
Jack van Ooyen overnemen. En voor mij bleef niets anders over
dan wachtcommandantje spelen. En die taken gingen per direct in.
Want diezelfde middag moest ik om 14.00 uur al opkomen. Gelukkig
was wachtcommandant zijn voor mij niet vreemd, omdat ik het in
Hollandia ook een tijd had gedaan.
Terwijl Henk samen met mij naar de kazerne terug ging, bleef
Fred op kantoor achter. In de kazerne kregen wij van Jack van
Ooyen te horen waar wij als vrijgezellen in de kost konden. Toen
ik dat kreeg te horen zocht ik direct contact met die familie.
Voor een x bedrag konden wij drieën bij hen komen eten.
Die zelfde middag om 14.00 uur deed ik op het politieposthuis te
Mokmer dienst. Voor mij was het even wennen. Ik kende de jongens
die bij mij dienst doen niet en ook de omgeving was voor mij nog
vreemd. Gedurende die 8 uren dienst, heb ik toen de tijd genomen
om met de agenten te praten. Ook vergezeld van een agent door de
wijken van Biak gefietst om de omgeving te oriënteren. Ik moest
het wel doen, omdat alles nog vreemd voor mij was. Om 22.00 uur
kwam plotseling Jack van Ooyen opdagen. Van hem hoorde ik dat
hij en Ha. Middelton mijn collega’s zijn.
Onze Detachementcommandant is een moeilijke man en niet prettig
om mee samen te werken. Hij denkt God op aarde te zijn en eiste
van zijn ondergeschikten dat zijn bevelen blindelings werden
opgevolgd. Maar omdat het ons op de politieschool ons anders was
geleerd, bekeek ik of er mazen waren te vinden, waardoor ik er
onderuit kon komen.
Zo ook kregen de 3 wachtploegen via een Detachementorder het
bevel, dat iedere ploeg maar 1 man per dag vrij mag geven.
Terwijl een ploeg 30 man telt. Met andere woorden: een agent
krijgt maar 1 keer een vrije dag in de maand. Mijn twee
collega’s doen dat gewoon. Doch ik, sloot een deal met mijn
agenten. Ik beloofde hen, dat ik onder voorwaarden bereid ben om
elke dag 3 man vrij af te geven. Alleen moeten zij elke dag
verzorgd voor de dag komen: vouw in de broek, gepoetste schoenen
en ook hun wapens moeten schoon zijn. Als zij op post stonden
niet hangen of zitten. En bij wijkronden een goede houding
aannemen en dat niet slenterend doen.
Toen zij op mijn voorstel ingingen, deed ik het volgende:
Volgens de regels moesten alle wachtcommandanten een dag van te
voren het mutatieboek en hun wachtrooster voor inzage bij de
Detachementcommandant inleveren. Ik deed net of mijn neus
bloedde. In mijn wachtrooster noteerde ik gewoon dat 3 man die
dag vrij zouden zijn. Elk uur alle posten bezet zouden zijn.
Wijkronden en de contra’s gelopen zouden worden. En genoeg
mannen aan de wacht zou hebben. En al die keren ging het goed.
Kreeg mijn wachtroosters altijd geparafeerd voor gezien terug.
De andere agenten uit de andere twee ploegen gingen morren en op
een morgen kwam plotseling de Detachementcommandant bij mij aan
de wacht.
Mijn fout was, dat ik op het publicatiebord de wachtorder voor
mijn ploeg bestemd precies onder de Detachementorder had
geprikt.
Hij keek wat rond greep een wapen om die te controleren en keek
naar het publicatiebord. Toen hoorde ik hem eerst vloeken en
toen mijn naam roepen. Na de veel Gvd voor en na, zei hij
eindelijk dat ik zijn order niet had opgevolgd en ik daarvoor
disciplinair gestraft kon worden. Toen hij uitgeraasd was, zei
ik hem op een kalme manier, dat hij mijn wachtrooster had
goedgekeurd door zijn paraaf eronder te zetten.
Met een rood hoofd verliet hij het wachtlokaal. Maar mij ervoor
straffen kon hij niet.
Wel probeerde hij mij met andere dingen te pesten. Kreeg vaak de
rotste klusjes. Liet mij ook geregeld patrouille lopen. Sprak
mij aan dat ik te weinig verkeersbonnen uitschreef. Allemaal van
die onzinnige dingen eigenlijk. Maar omdat hij er steeds op
bleef hameren, heb ik persoonlijk op een dag 25 politierapporten
van verkeersovertredingen ingeleverd, buiten die mijn agenten
ook nog doen. Daarvoor moest ik toen bij hem op kantoor komen.
Volgens hem was hij daarover door de politierechter
aangesproken.
Patrouille lopen vond ik juist leuk. Maar dat wist die man in
het begin niet. Want door het land te trekken, kwam ik veel
dingen tegen. Op die manier leerde ik het land en de bevolking
beter kennen. En dat vond ik belangrijk.
Ook met AA Joritsma, later commissaris van Politie geworden, heb
in Biak patrouille gelopen. Ik kan mij nog goed herinneren dat
wij loten gingen trekken, wie die avond in de rumah pos (passangrahan)
op de balé2. (slaapbank) mocht slapen.
Uiteindelijk werd ik begin januari 1956 op voorstel van de
Detachementcommandant naar Wasior overgeplaatst. ACAP was in die
tijd Commissaris Post. Later vernam ik, dat Fred van Lingen uit
onvrede, zijn ontslag uit politiedienst had genomen. Henk
Rahakbouw is in elk geval gebleven. Wanneer hij uit Biak weg is
gegaan, weet ik niet. In elk geval was hij toen ik 1960 weer in
Biak kwam, niet meer op de plaats.
Reacties op dit artikel via het forum
|