|
06-03-1999
Een rampvlucht die een raadsel blijft
Fatale low-run van de Neutron
Gooi en Eemlander
Edward de Vries Lentsch
Webmaster: De schrijver van dit artikel heeft zijn artikel van 6 februari
1999 nagenoeg geheel herplaatst op 6 maart 1999 onder een nieuwe titel en
subtitel, nadat informatie bekend werd van de Hilversummer Max Tak, die P.
Thijssen een grote fantast noemt. Max kan het weten want hij heeft die avond
dienst gehad in de long room, waar Pim Thijssen helemaal nooit dienst heeft
gedraaid. In het onderstaande artikel zijn op onderdelen tekstaanpassingen
gedaan. Zelfs de inleiding is op enkele woorden na identiek.
Terwijl dagelijkse onthullingen worden gedaan over de Bijlmerramp,
worstelen nabestaanden van de rampvlucht met de KLM Super Constellation "Neutron" al meer dan
41 jaar met de waarom-vraag. De wrakstukken van het in 1957 verongelukte toestel liggen op een diepte van
250 meter naast Biak, een koraaleiland dat behoorde tot Nederlands Nieuw Guinea.
Onbereikbaar voor de onderzoekers die destijds speurden naar de oorzaak van de grootste Nederlandse
vliegramp (58 doden)tot dan toe. Was het een fatale fout van de vlieger of een catastrofale technische storing?
Zestien juli 1957, half vier ’s nachts op vliegveld Mokmer, Nieuw Guinea.
Ondanks het vroege uur kijken zo’n tweehonderd wegbrengers en grondpersoneel naar het vertrek van de
viermotorige Super Constellation de Neutron. Het is dan al 25,6 graden Celsius. Gezagvoerder
Rob de Roos (36) uit Laren geeft vol gas.
Het ruim 51 ton wegende toestel, bijgenaamd Superconnie, maakt zich los van het eiland. Lijnvlucht KL 844 naar Manilla, Bangkok,
Karachi, Beiroet, Rome en Amsterdam, is begonnen. Aan boord bevinden zich 47
volwassenen, 18 kinderen en drie baby’s.
De purser begint met het uitdelen van de
kranten. Passagiers trekken hun schoenen uit en maken het zich gemakkelijk. De meeste
gordijntjes voor de ramen zijn dicht. Buiten is het donker. Het toestel stijgt snel en
maakt eerst een bocht naar rechts.
Captain De Roos vraagt en krijgt toestemming
voor een low-run, een lage vlucht over het vliegveld bij wijze van afscheid. Vervolgens
brengt De Roos het passagiersvliegtuig in een lange bocht naar links. De gezagvoerder
begint aan een daalvlucht en neemt gas terug. Naast hem zit tweede vlieger Chardon.
Achter hem in de cockpit bevinden zich boordwerktuigkundige Oudejans uit Hilversum
en diens collega lseke uit Nieuw-Loosdrecht. Ze maken deel uit van de negenkoppige
bemanning.
In de verte zijn de lichten van de startbaan van vliegveld Mokmer te zien. Het vliegtuig
nadert met een snelheid van ongeveer 370 kilometer per uur en daalt heel geleidelijk.
Boven het eilandje Owi worden de grote, uitgeklapte schijnwerpers van de Neutron aangezet.
Twee enorme lichtbundels priemen schuin naar beneden de duisternis in. In de cockpit pakt
gezagvoerder De Roos de intercom. "Dames en heren, over een minuut gaan we nog even de lichtjes van Biak
zien en daarna door naar Amsterdam." De ene passagier hoort het niet eens, de ander
neemt het voor kennisgeving aan, een derde meent dat het bericht abrupt wordt afgebroken
IN ZEE
De Neutron daalt door met draaiende motoren. Het vliegveld is nog ruim vijf kilometer
ver. De verlichte startbaan, die zich ongeveer tien meter boven zeeniveau bevindt, verdwijnt
uit het zicht, als het toestel minder dan twintig meter van het water is verwijderd.
Kort daarna zakt de KLM-machine naar links weg en stort in zee.
Wilhelmina de Rijke uit Hilversum die samen met haar man en drie kinderen op weg
is naar Nederland, zit helemaal achterin de Super Constellation. "Ik dacht dat we in een
storm terecht waren gekomen, Het vliegtuig ging geweldig heen en weer, en schudde
voor- en achteruit. Ik zag de kinderen aan de rechterkant omhoog gaan." De neus van het
vliegtuig krijgt de zwaarste klap te verduren. Bagage vliegt uit de netten, stoelen worden
losgerukt en de staart breekt. Vrijwel meteen ontstaat er brand, doordat de benzinetanks
lek zijn geslagen. Vanaf de kust schiet de lokale bevolking met prauwen te hulp. Overal
dobberen wrakstukken, stoelen, koffers, een snorkel en zelfs een opgezette
paradijsvogel.
De ramp kost 58 mensen het leven. Twaalf mensen overleven de crash. Twee zwaargewonden,
de stewardess en een vijfjarig meisje, overlijden later alsnog. Van de slachtoffers
worden slechts elf lichamen teruggevonden, waaronder dat van gezagvoerder De Roos.
FOTO: ANEFO
• Gezagvoerder Rob de Roos
Direct na de catastrofe begint een groot onderzoek. Handicap daarbij is dat het vliegtuig
niet is uitgerust met ’zwarte’ dozen voor de registratie van technische gegevens en de
gesprekken in de cockpit. Toch kan door veel mogelijke oorzaken een streep worden gehaald:
sabotage, brand, botsing, weer, overbelading, noodlanding of een hartaanval van
de piloot.
Maar een waterdichte verklaring voor de tragedie wordt niet gevonden. Niet alleen is
de bemanning overleden, het wrak verdwijnt naar een diepte van 250 meter. Berging is
misschien met veel moeite wel mogelijk, maar daar zien Rijksluchtvaartdienst
(RLD)
en KLM van af, omdat het te veel tijd en geld zou kosten.
In haar eindrapport uit 1958 kan de Raad voor de Luchtvaart niet kiezen tussen een
vliegerfout, een technische storing of een combinatie van beide. Er blijven meer vragen dan antwoorden.
Het eindoordeel van de raad is dat het uitvoeren van low-runs tijdens
lijnvluchten ’dient te worden nagelaten’. De risico’s zijn te groot.
Uit nog niet eerder gepubliceerde stukken van de Raad voor de Luchtvaart blijkt dat de
leden van de raad aanvankelijk een kritisch oordeel hadden over gezagvoerder De
Roos.
In een van de concepten voor het eindrapport acht de raad het ’waarschijnlijk dat de
gezagvoerder een onjuiste voorstelling had van de hoogte waarop het vliegtuig zich bevond, ten gevolge van een tekort aan aandacht voor de hoogte’. Maar deze passage is
uiteindelijk vervangen.
Een belangrijke reden voor de afzwakking
staat in een brief van voorzitter mr. J.E. van der Meulen aan de leden van de raad. Hij is
huiverig ’om iets meer ten laste van de gezagvoerder die dood is en zich niet meer kan
rechtvaardigen, neer te schrijven dan strikt nodig is’ . Bij het mildere eindoordeel speelde
ook mee dat de low-run met toestemming van de luchthaven werd uitgevoerd.
De gegevens die hebben geleid tot het eindrapport, waaronder met ’geheim’ en
’vertrouwelijk’ bestempelde rapporten van de KLM, de RLD, de lokale autoriteiten en
justitie, zijn op veel punten zeer gedetailleerd.
Het KLM-dossier Ongeval PH-LK ’Neutron’ meldt dat De Roos sinds september 1956 als gezagvoerder op een Super Constellation
vloog. Hij was een goede piloot met 9123 KLM-vlieguren. Op Biak was hij voor de
ramp slechts drie keer geland, Op 3 juni 1956 als co-piloot en op 4 en 6 juni 1956 tijdens
proefvluchten. Volgens de leiding van het vliegveld Mokmer was er nog nooit een low-run
bij nacht uitgevoerd. Onder de vliegers van de nabij gelegen vliegbasis van de Marine
Luchtvaart Dienst was spectaculair laag overvliegen regelmatig aan de orde. Uit de
stukken blijkt dat een KLM-gezagvoerder uit die tijd een low-run voor vertrekkende Nederlanders
uit Biak niet ongewoon vond, terwijl een Engelsman in dienst van de KLM het
’crazy’ noemde. De KLM-directie verbood overigens low-runs na het ongeluk.
DRANK
De rol van gezagvoerder Rob de Roos kwam onlangs in KRO’s Netwerk weer ter sprake.
De actualiteitenrubriek sprak over ’geruchten dat de bemanning voor de vlucht wel
eens te veel gedronken zou kunnen hebben’. De bron hiervoor is oud-marineman Pim
Thijssen uit Haarlem. Hij werkte anderhalf jaar op Biak, "dat godvergeten eiland", zoals
hij zegt.
Volgens Thijssen is zijn drank-theorie ’het missende puzzelstukje’ in de zoektocht naar
de oorzaak van de ramp. Hij beweert dat hij de bemanning van de Neutron de bewuste
avond voor vertrek heeft gezien aan de bar ’van de marinebasis Sorido op Biak. "Ik
kwam een vriend ophalen, om samen ergens anders nog even een biertje te’ drinken. Het
was heel gezellig, daar in de longroom. Ik zag De Roos in gesprek met marinevlieger Goossens
(als passagier verongelukt in de Neutron, red.). Het was een gesprek van piloten
onder elkaar, want die Goossens zou invlieger op de Fokker 27 worden. Er stonden wel
flessen op de bar, maar ik heb De Roos niet zien drinken. Wel zei hij bij vertrek, dat ze de
lichten in het kamp aan moesten doen, omdat hij een low-pass zou maken."
De Haarlemmer geeft aan dat er op Biak altijd veel werd gedronken, ook door KLM-bemanningen."
Maar ik heb nooit beweerd
dat ze stomdronken in het vliegtuig stapten. Je moet alles bekijken met de ogen van toen.
We wisten niet, wat we nu wel weten, namelijk dat één glas bier je reactievermogen al
kan beïnvloeden." Mede op basis van Thijssens getuigenis eiste PvdA-kamerlid Rob van
Gijzel onlangs in KRO’s Netwerk heropening van het Neutron- onderzoek. De Raad voor
de Luchtvaart zag daartoe echter geen aanleiding.
De verklaring van Thijssen in Netwerk
roept grote verbazing op bij de Hilversummer Max Tak. Hij was destijds als hofmeester
verbonden aan het 321 Squadron van de Marine Luchtvaart Dienst, dat op Biak was gestationeerd.
"Pimmetje Thijssen is een fantast", zegt Tak. "Zijn verhaal klopt niet. De
avond van de ramp heb ik dienst gedraaid in die bar. Er was een afscheidsfeestje van
Goossens en andere officieren van het 321 Squadron. Ik ben er heel zeker van dat er
geen KLM-bemanning bij was. De vliegers, van wie ik me de namen Bosveld, Moquette,
Van Minnen, Mooienaar en Van Dam herinner, gingen om half twee weg met Goossens
naar het (burgervliegveld Mokmer om hem uit te zwaaien."
Goossens zou met de Superconstellation van gezagvoerder De Roos naar Amsterdam
vertrekken, Tak: "Je denkt toch niet dat Goossens, zelf vlieger, in dat vliegtuig was
gestapt, als hij had gezien dat De Roos aan de bar had gedronken?" Tak kraakt de getuigenis
van Thijssen helemaal af. "Die had als iemand van de ’zeedienst’ helemaal niets te
zoeken bij de vliegers. In de bar mocht hij als niet-officier niet eens komen. Sterker, ik
mocht als ik geen dienst had, zelfs niet eens mijn eigen bar in."
Als Thijssen geconfronteerd wordt met het verhaal van Tak, schrikt hij. De Haarlemmer
blijft weliswaar vasthouden aan zijn versie van het verhaal, maar dringt tegelijkertijd erop
aan de zaak ’verder te laten rusten’.
GEEN MISBRUIK
Er zijn meer aanwijzingen dat de drank-theorie van Thijssen niet deugt. Op het kleine
eiland Biak was behalve de marinebasis, het zogeheten KLM-hotel de enige andere geschikte
plek voor een afscheidsborrel in de buurt van het vliegveld. In dat KLM-hotel zat
op de avond voor de ramp Joop van Zijl, de oud NOS Journaal-presentator die op Biak
voor Radio Omroep Nieuw-Guinea (de RONG) werkte. " Ik zat aan de tap van het
KLM-hotel. Daar heb ik gedronken met Sieg de Boer uit Wassenaar, die de ramp met de
Neutron heeft overleefd. De Boer nam afscheid en ik weet nog goed dat hij beneveld
is vertrokken naar het vliegtuig."
Van Zijl vertelt dat in de bar van het hotel
geen KLM-bemanning aanwezig was. "Als het anders was geweest, zouden we dat na
de ramp wel tegen elkaar hebben opgemerkt. Of ze elders in het hotel zaten, kan ik
niet zeggen omdat je vanuit de bar geen overzicht had over de rest van het hotel."
Het alcoholgebruik van de bemanning heeft geen centrale rol gespeeld in de zoektocht
naar de oorzaak van de Neutron-crash. In de dossiers staat summier dat het gedrag
van de bemanning voor de vlucht is onderzocht en dat er geen misdragingen zijn vastgesteld.
Op verzoek van deze krant verleende het openbaar ministerie Haarlem inzage in het
dossier dat rijkspolitieman Martin Weymer samenstelde. Hij ging in 1957 op Biak als
’waarnemer van het ministerie van justitie’ de gangen van de bemanning na. Het verslag
van zijn recherchewerk is beknopt. "Zeer veel personen werden door mij verhoord,
maar de verklaringen waren steeds gunstig. Namelijk dat de crew zich zeer rustig had gedragen
en geen misbruik had gemaakt van alcoholische dranken."
Wie hij verhoorde, laat Weymer in het
midden. Wel staat vast dat hij zich heeft gericht op het KLM-hotel op Biak, waar de
KLM -bemanningen verbleven. Hun bestellingen werden nagetrokken. ’Uit de bonnen
voor de verteringen bleek mij dat deze zeer miniem zijn geweest’. Weymer slelt verder
vast dat gezagvoerder De Roos bekend stond als een zeer ’matig, rustig en evenwichtig
mens’.
Uit niets blijkt dat Weymer onderzoek heeft gedaan op de marinebasis, maar gelet
op de verklaring van hofmeester Tak had hij daar ook weinig te zoeken. De KLM-bemanning
bevond zich niet in het gezelschap van marinevlieger Goossens. En volgens journalist Van Zijl zat de
bemanning de avond van de ramp ook niet aan de bar van het KLM-hoteL
Dat er op het geïsoleerde koraalatol Biak flink werd gedronken, staat wel vast, getuige
de verklaringen. Maar dat de oorzaak van de ramp ligt in drankmisbruik door gezagvoerder
De Roos is niet echt waarschijnlijk. Wat dan wel heeft geleid tot de crash blijft een
raadsel. omdat alle bemanningsleden zijn omgekomen. Het laatste puzzelstukje zal daardoor nooit meer
boven water komen.
EDWARD DE VRIES LENTSCH
Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het prikbord/forum.
|