|
RAPPORT
van onderzoek inzake het ongeval
met het vliegtuig P H - L K T
op 16 juli 1957 nabij het eiland Biak
Rapport PH-LKT Bijlage 16
26. Verklaring, van de heer L.J. de Lange, verkeerleider bij het ongeval PH-LKT/KL844 L 1049.
Vliegtuig PH-LKT ; Lijnno. : KL/844 ; Type: L 1049; Maatschappij: K.L.M.
De toren word door ondergetekende bezet ten 02:50 locale tijd, na de locatorzender en de HF en VHF sets to hebben
aangezet. De baanverlichting
werd gecontroleerd, goedgevonden en wederom afgezet. Om 03:00 werd de baanverlichting
wederom aangeschakeld en op 10 % gezet, eveneens werd de vlag uitgehangen.
Het weerbericht werd ontvangen van de meteo en, na het verzoek om taxi-instructions
voor Manilla van de PH-LKT, aan het vliegtuig doorgegeven. (De wind, startbaan, druk, temperatuur, dauwpunt en vochtigheidsgraad)
N.B.: ca. een minuut na ontvangst van het weerbericht van de meteo word door
hem gezegd, dat in plaats van regen naar het oosten, regen over het veld moest gelezen werden. Deze lichte regen hield ongeveer
2 minuten aan en werd door ondergetekende dus ook niet aan de PH-LKT
doorgegeven.
Het uittaxiën gebeurde normaal, de "airtrafficcontrol-clearance" voor
de route Biak - Manilla werd doorgegeven, eveneens de toestemming om te starten
na melding van het vliegtuig "take-off clearance". Deze starttijd werd
doorgebeld aan ATC en direct hierna ook aan het vliegtuig met het advies
"Right turn out and check Mokmer tower when crossing flight level 50". Hierop
bevestigde PH-LKT de ontvangst en vroeg of de baanverlichting aan kon
blijven staan. Dit gebeurde dan ook. Hierna vroeg het vliegtuig "request
approval for low run over airfield". Deze approval werd gegeven na de
luchthavenmeester dit te hebben doorgegeven en door hem accoord werd bevonden.
Dit gebeurde om 03:35 uur, tevens gaf ik de op dat moment veranderde
wind op, afgelezen van de windindicator op de toren. Het vliegtuig werd door
mij gevolgd na de taxi-instructions te hebben ontvangen, de baanverlichting
werd op 30 % gebracht in verband met het doorbrekende maanlicht, de torenzoeklichten,
die gericht waren op het vliegtuig gedurende het laden, werden afgezet
en het meest westelijke zoeklicht werd aangeschakeld. (Dit zoeklicht
is gericht op de kruising van startbaan met taxibaan). Nadat het vliegtuig
op de startbaan was, werd ook dit zoeklicht afgezet.
De start verliep normaal (afvlieggewicht was 3000 pond boven landingsgewicht, hetgeen door mij opgechecked werd voor de start bij de heer Simons
van de K.L.M.) Het vliegtuig was los tussen de westelijke en de oostelijke
taxistrip, doofde zijn landingslichten even voorbij de oostelijke taxistrip
en klom verder naar het oosten. Na het doorgeven van het startberichtje aan
het vliegtuig, maakte deze zijn rechtse flauwe bocht op een hoogte van ongeveer
300 ft (??), ging daarna rechtuit in richting SE (vroeg toen de lowrun
toestemming), was in de richting van het eiland 0wi (±
130 gr. vanaf de toren)
op circa 500 ft (of hoger, dit was zeer moeilijk te schatten; werd door
mij geschat ten opzichte van een alleenstaande boom en de streep, die het
eiland Owi voorstelde). Op deze hoogte werd het vliegtuig door mij gezien in
een noordelijke koers, daarna in een westelijke koers, Op het moment, dat het
vliegtuig in vlammen opging, was ik juist bezig op het wachtrapportboek, echter
werd mijn oog getrokken door iets abnormaals in het oosten. Bij opkijken
zag ik (terwijl ik mij nog in staande positie bevond) een soort bloemkool,
geelwit van kleur, bestaande uit 5 lobben, direct daarop een geelorangekleurige
vlam aan de onderzijde van de middelste lob. Ik kreeg één moment
de indruk van een groot houtvuur, welke indruk echter in een onderdeel van
een seconde veranderde in verband met de geelorange vlam aan de benedenzijde.
Hierop heb ik dan ook gelijk de luchthavenmeester ingelicht; 'eveneens word
ik opgebeld door de ATC-man die mij echter met direct kon verstaan in
verband met het uitvallen van de telefoonverbinding. De luchthavenmeester zou
alle instanties waarschuwen en vroeg mij alleen de HPB te willen inlichten.
De resident was niet ter plaatse.
Biak, 16 juli 1957. w.g. L.J. de Lange.
26A. Aanvullende verklaring van de heer L.J. de Lange, verkeersleider te Biak.
Zoals uit mijn verslag aan de Commissie van Onderzoek moge blijken, heb
ik de PH-LKT vanaf zijn laatste verzoek voor "low run" gevolgd tot enkele
seconden vóór het inzetten van de eerste linkerbocht en vanaf het einde van
deze bocht tot voorbij zijn tweede linkerbocht. Voor zover ik mij kan herinneren,
heb ik sinds de "low run" vraag als volgt gehandeld:
1. het verzoek doorgebeld aan de luchthavenmeester ("de connie verzoekt om een low run over het veld".)
2. de approval aan het vliegtuig gegeven.
3. de tijd van het gesprek gelogd en, naar ik meen, ook de woorden "low run",
of "req low run". N.B. deze handelingen werden verricht terwijl de leeslamp
uitgeknipt was; geschreven werd bij het zeer zwakke schijnsel van de HF-ontvangerschaalverdelingslamp.
Even vóór de eerste linkerbocht werd ingezet heb ik:
1a) de leeslamp aangeknipt;
2a) de laatste correspondentie bijgewerkt;
3a) het licht wederom uitgeknipt ne het vliegtuig verder gevolgd.
Even voorbij de tweede linkerbocht (het vliegtuig vloog toen m.i. weer rechtuit) wilde ik handeling no. 2a controleren
en had daartoe de leeslamp wederom aangeknipt. Met mijn ogen gericht op het logboek kreeg ik de indruk als
omschreven in mijn eerste verslag. De tijd hiervan meen ik eveneens genoteerd te
hebben in het logboek.
Blak , 4 oktober 1957
w.g. L.J. de Lange.
27. Vraaggesprek met de heer L.J. de Lange, verkeersleider te Biak op 29-7-157.
De vragen werden op initiatief van de heer Gosen gesteld door leden van de
Commissie van Onderzoek naar de oorzaak van het ongeval met het vliegtuig
PH-LKT.
1. | Vraag
:
Antwoord : |
Hoe houdt U het wachtrapport bij ?
In het algemeen is de normale gang van zaken dat de berichten
in het wachtrapport worden genoteerd na afhandeling van het berichtenverkeer; dan wordt daarbij meteen de tijd genoteerd.
De aangegeven tijd is dus steeds het tijdstip, waarop met het noteren wordt begonnen. Dit scheelt dus enkele seconden met de
tijd van de berichtenwisseling. De notitie geschiedt direct
in het wachtrapport en niet eerst op een kladje. Daarbij worden
dikwijls afkortingen en codegroepen uit de Q-code gebruikt. B.v. wanneer de bestuurder het bericht terugleest,
wordt dit aangegeven met qsl; als hij "roger" zegt met R. |
2. | Vraag
: Antwoord : |
Wat was Uw reactie op het verzoek de startbaanverlichting aan
te houden ?
Ik dacht, dat de bestuurder zijn positie wilde checken. |
3. | Vraag
: Antwoord : |
Wordt dit wel meer gevraagd ?
Ja. |
4. | Vraag
: Antwoord : |
Is het routine om de startbaanverlichting aan te houden tot
het vliegtuig weg is ?
Ja. De heer Gosen merkt op, dat dit alom de gewoonte is. |
5. | Vraag
: Antwoord : |
De voorzitter verzoekt de heer De Lange om aan de hand van
de notitie in het wachtrapport het verzoek van de bestuurder
van de PH-LKT eens woordelijk te herhalen.
De heer De Lange voldoet aan dit verzoek. |
6. | Vraag
: Antwoord : |
Bent U er beslist zeker van dat deze woorden zijn gebruikt ?
Ja |
7. | Vraag
: Antwoord : |
Viel het verzoek voor het maken van de low-run U op?
Neen, ik vond het verzoek normaal. |
8. | Vraag
: Antwoord : |
Heeft U na het opschrijven van de correspondentie het vliegtuig
niet meer gevolgd ?
Neen |
9. | Vraag
: Antwoord : |
Hoe lang duurde ongeveer het opschrijven van de correspondentie ?
Ongeveer een halve minuut. |
10. | Vraag
: Antwoord : |
Wanneer schrijft U de tijd op ?
Na de berichtenwisseling. |
11. | Vraag
: Antwoord : |
Werd het verzoek voor de low-run uitgesproken door dezelfde stem als bij de
voorgaande berichtenwisseling ?
Ja. |
12. | Vraag
: Antwoord : |
Ging het initiatief voor de low-run uit van het vliegtuig ?
Ja. |
13. | Vraag
: Antwoord : |
Welke bocht verwachtte U dat de vlieger zou draaien vóór
hij zijn verzoek voor de low-run deed ?
Een normale rechter bocht. |
14. | Vraag
: Antwoord : |
Welke bocht verwachtte U dat de vlieger zou draaien ná het
verzoek voor de low-run ?
Ik dacht dat hij een normaal linker hand circuit zou draaien.
|
28. Verklaring van de heer P. Zitter. weerberichtgever I.
Betreft ongeval met PH-LKT op 15 juli 1957 ca. 1810 gmt.
Om 1745 gmt QAM doorgegeven aan de toren, luidend:
QAY for 1745 gmt
QAN Easterly / 6 kts.
QBA 5-8 nlm
QNY overcast, showers to the east
QBB 6/8 cu 1500 '
QNH 1010.4 mbs, 29.84 inches
Remarks: temp. 25.6 gr.C. (78F)
dauwp. 24 gr.C. (75F) (afgerond); rel. vocht 88 %.
Onmiddellijk na dit doorbellen naar de toren bleek dat ook lichte regen
op het station viel. Dit werd door mij dan ook als aanvulling op de
QAM van 1745 gmt aan de toren doorgegeven. Deze lichte regen hield
evenwel slechts enkele minuten aan.
Na de start werd door mij het toestel continu gevolgd (navigatielichten
van het vliegtuig), Het toestel vloog in zuid-oostelijke richting, doch
maakte na enige tijd een linkerbocht, terug in de richting van het vliegveld
Mokmer. Op dat ogenblik zag ik het toestel onder een hoek van ca 10
graden. Daarna werd het voor mij onzichtbaar (achter boomtoppen); zeer
kort hierop volgde een fel rood licht met een explosie en even later weer een doffe dreun.
Het weer op dit ogenblik was hetzelfde als tijdens de tien minuten tevoren
gemaakte synoptische waarneming van 1800 gmt n.l.:
Grondwind
Zicht
Weer
Wolken
|
:
:
:
:
|
090, 6 kts
Het minimale zicht was naar schatting 7 nlm, doch in de
richting van het eiland Owi was dit minstens 10 nlm (dit
eiland was toen nl. goed zichtbaar).
Geheel bewolkt door middelbare en hoge bewolking. Geen
buien waren in de richting van Owi zichtbaar, wat goed
waar te nemen was door maanlicht dat toen door de (dunne)
hoge bewolking heen kwam.
De lage bewolking bestond uit:
3/8 cu basis l5OO '
5/8 sc basis 3000 '
De 3/8 cu (geschatte tophoogte 5000 ' bevond zich in de sector 110 gr. - 160 gr. |
Ten overvloede werd om 1828 gmt nog een QAM opgemaakt die afgegeven werd
aan de Luchtverkeersbeveiliging. Deze luidde:
QAM for 1828 gmt
QAN Var. East/6 kts.
QBA 5-8 nlm
QNY medium overcast
QBB 1/8 cu 1500 '
5/8 sc 5000 '
6/8 ac 12000 '
QNH 1010,4 mbs. , 29.84 inches
Remarks: temp. 25.6 gr. C
dauwp. 24 gr. C (afgerond)
rel. vocht 86 %
Gedurende de gehele periode van 1745 gmt tot 1828 gmt bleef de QNH constant,
n.l. 1010.4 mbs. Dit blijkt ook nog uit de registratie van de micro-barograaf.
Biak, 16 juli 1957 w.g. P. Zitter.
Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het
prikbord/forum.
|