RAPPORT
van onderzoek inzake het ongeval
met het vliegtuig P H - L K T
op 16 juli 1957 nabij het eiland Biak
Pagina 15
20. Conclusies.
-
Het vliegtuig was bij de start luchtwaardig.
-
De bemanning' was bevoegd tot het uitvoeren van de voorgenomen vlucht
naar Manilla.
-
De weersomstandigheden waren gunstig voor het uitvoeren van de voorgenomen vlucht naar Manilla.
-
Het uitrijden, het proefdraaien en de start zijn normaal verlopen.
-
De door het vliegtuig uitgevoerde vlucht was tot
boven het eiland Owi vliegtechnisch uitvoerbaar en verantwoord. Tot dat tijdstip deden
zich aan boord geen moeilijkheden voor.
-
De bestuurder vroeg toestemming een "low run" over de luchtlaven te
mogen uitvoeren; daartoe werd toestemming verleend.
-
Vanaf het eiland Owi ging het vliegtuig in een geleidelijke daalvlucht
over.
-
Tijdens deze daalvlucht namen ooggetuigen aan het vliegtuig vuurverschijnselen waar. Omtrent de herkomst en interpretatie van deze vuurverschijnselen kon de commissie geen eenstemmige conclusie formuleren.
-
Het vliogtuig zette de daalvlucht voort totdat het het water raakte.
Omtrent de oorzaak van deze daling, die gelegen kan zijn in onvoldoende
oplettendheid en aandachtsverdeling van de bestuurder of in
een ernstige technische storing aan het vliegtuig, dan wel in een
combinatie hiervan, kon de commissie geen eenstemmige conclusie
formuleren.
21. Oorzaak.
Aan de land van het thans aanwezige feitenmateriaal kon de commissie
helaas niet tot een definitieve conclusie omtrent de oorzaak van het
ongeval komen.
Omtrent de mogelijke oorzaak van het ongeval kan de commissie geen
eenstemmig oordeel uitspreken.
Enige leden zijn van oordeel, dat het ongeval mogelijk is veroorzaakt
doordat de bestuurder tijdens het uitvoeren van een voor vertrekkende
K.L.M.-vliegtuigen ongebruikelijke manoeuvre, door onvoldoende oplettendheid
en aandachtsverdeling in een eenmaal ingezette daalvlucht in
de richting van de luchthaven volhardde tot het vliegtuig het water
raakte. Zij achten het optreden van een ernstige technische storing
wellicht niet uitgesloten, doch wel uitermate onwaarschijnlijk.
Andere leden zijn van oordeel, dat het ongeval mogelijk is veroorzaakt
doordat de bestuurder door het optreden van een zich snel ontwikkelende
ernstige technische storing aan het vliegtuig, die hevige trilling en
brand veroorzaakte, niet bij machte was de daalvlucht in de richting
van de luchthaven af te breken.
Handtekening van de leden van de Commissie.
w.g. J.L. den Hollander, voorzitter.
w.g. A.W. Fournier. secretaris.
w.g. J .B. van den Berg.
w.g. W.P. Hamers.
w.g. A.M. Post.
w.g. J.C. Smits.
w.g. C.L. Gosen.
Voor eensluidend afschrift
de Secretaris,
( A. W. Fournier.)
Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het
prikbord/forum.
|