|

De Marcus-zending in het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea(1)* |
Van: Gerlof Homan
Geplaatst: 3 mei 2013

Enige tijd geleden vroeg professor Walter Sawatsky van de Associated Mennonite
Biblical Seminary in Elkhart, Indiana mij of ik interesse had in de memoires
van Richard Ernst Herbert Marcus (1915-2000), en - indien dit het geval
was - of ik er een kort artikel over zou willen schrijven. Ik antwoordde dat ik
dit graag wilde doen. De bedoelde memoires bevatten de herinneringen van
Herbert Marcus die samen met zijn echtgenote dr. Hermina Frederika van
den Nieuwenhuizen in de periode 1950 tot 1961 verbleef in het voormalige
Nederlands Nieuw-Guinea, dat nu West-Papoea genoemd wordt. Herbert
was daar werkzaam als doopsgezind zendeling en Mieneke als arts. De titel
van deze memoires is: Van eeuwigheid tot amen.
De memoires van Marcus werden niet op papier gepubliceerd maar verschenen
in elektronische vorm. Ze werden geschreven op aandringen van
verschillende vrienden die Marcus vroegen iets te vertellen over zijn ervaringen
in dit weinig ontwikkelde land. Het schrijven van de memoires, was geen
gemakkelijke taak omdat een radicale Papoea het archief van het echtpaar
had verbrand. Gelukkig had Mieneke een dagboek bijgehouden. Verder kon
men veel brieven raadplegen, geschreven aan familie in Nederland. Zo kwam
in 1996 de bedoelde tekst tot stand. De memoires beslaan zes delen van in
totaal 593 bladzijden. In het eerste deel vertelt Herbert over zijn jeugd, opvoeding
en militaire dienst in het Duitse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het tweede deel gaat over zijn terugkeer naar Nederland, zijn besluit om
zendeling te worden, zijn huwelijk en het gezamenlijke vertrek naar Nieuw-Guinea.
De overige delen gaan over hun ervaringen in dat land. Het laatste
deel bevat tevens veel brieven en krantenknipsels, en er zijn ook twee landkaarten.
Marcus gaat in zijn tekst ervan uit dat de lezer iets weet over de gebeurtenissen
in Nieuw-Guinea in de naoorlogse periode. Het is soms echter lastig
om de juiste data te achterhalen van bepaalde gebeurtenissen en om enkele
acroniemen en personen te identificeren. De auteur werd bij het schrijven geholpen
door zijn vrouw dr. Mieneke Marcus in Amersfoort en door ds. At Ipenburg in Maastricht.
Het was ds. Ipenburg die Sawatsky een kopie van
deze memoires toestuurde.
Dit artikel geeft eerst een korte beschrijving van de geografie en geschiedenis
van Nieuw-Guinea. Vervolgens gaat het over de doopsgezinde zending
in Indonesië en over de ervaringen van het echtpaar Marcus in dit land. Het
biedt uiteraard niet een complete geschiedenis van de doopsgezinde zending
in Nieuw-Guinea. Daarvoor zou men onder meer de archieven moeten raadplegen.
Tenzij anders aangegeven, zijn alle gegevens ontleend aan : Van eeuwigheid
tot amen.
NEDERLANDS NIEUW-GUINEA/WEST-PAPOEA
De Nederlandse zending in Indonesië kwam in 1940 tot stilstand, bij het
uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, maar het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea bood in de naoorlogse periode opnieuw mogelijkheden voor
zendingsarbeid. Dit land bestond uit het westelijke deel van het eiland Nieuw-Guinea,
het op twee na grootste eiland ter wereld. Nederland eiste in 1828
dit deel van Nieuw-Guinea op en maakte het onderdeel van haar koloniale
rijk in Zuidoost Azië. Rond 1880 eiste Groot-Brittannië het zuidoostelijke
deel en Duitsland het noordoosten van het eiland op. Later gingen die twee
delen naar Australië die ze samenvoegden en in 1975 onafhankelijk maakte.
Het werd toen Papoea-Nieuw-Guinea genoemd. In 1941 bezette Japan een
groot deel van het complete eiland, dat in 1944 door de VS werd bevrijd.
West-Papoea beslaat ongeveer 421.981 vierkante kilometers en is daarmee
bijna elf keer zo groot als Nederland. Het bestaat uit gebergten, grasland,
moeras, oerwoud, meren en rivieren. Het is rijk aan mineralen en heeft zelfs
enige olie. Ongeveer vijftig procent van de bevolking van 2.500.000 personen
is Papoea van origine en bestaat uit allerlei stammen die veel verschillende
talen spreken. De rest van de bevolking is Indonesisch en is in de jaren vijftig
van de vorige eeuw vrijwillig dan wel gedwongen naar West-Paoea verhuisd.
De meeste Papoea’s wonen in kleine dorpen en doen op primitieve wijze aan
landbouw. In sommige delen van het land trof men tot in 1950 koppensnellen
en kannibalisme aan.
¹
Pas aan het begin van de twintigste eeuw werd Nederlands bestuur ingevoerd
in sommige delen van het land. Tot in 1950 waren er grote gebieden
die niet onder dit bestuur vielen. Spoedig na de aankomst van Herbert en
Klik hier voor het Fotoalbum van Herbert en Mieneke Marcus
Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het
prikbord/forum.
|

De Marcus-zending in het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea(1) |
|