Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
West Papua in de pers
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 


  naar vorige pagina naar volgende pagina pagina 5 -  Voor recuperatieverlof naar Nederland

 

Opnieuw getrouwd

Inmiddels had ik in het kamp Lydia leren kennen en zijn wij januari 1947 getrouwd. Het huwelijk werd voltrokken in het voormalige loge gebouw in Kedoeng Halang. Wij mochten op eigen risico op huwelijksreis naar een theeonderneming Tjisaroca-zuid waar dezelfde vriend waarmee ik, uit het Jappenkamp was gebollost, Nico van Spronsen, commandant was van een politiedetachement, die de omgeving van de theeonderneming rustig moest houden.

Wij zijn er met de politiejeep naar toe gereden en hebben daar een paar dagen doorgebracht. We zijn ook nog een keer met politie patrouille over de Poentjak naar Sindanglaja gereden. Achteraf gezien een levensgevaarlijke onderneming, want het gebied wemelde van de ploppers. Toen wij weer terug waren in Buitenzorg is Nico met zijn jeep in een hinderlaag gereden en is een van zijn mensen doodgeschoten. Hijzelf kon met een schot over zijn hand met de jeep ontsnappen.

Vrij snel na de komst van de Hollandse militairen konden we weer normaal buiten het kamp gaan wonen en kreeg ik kort daarna de oproep om naar Batavia te komen en weer als douaneambtenaar te gaan werken.

Voor recuperatieverlof naar Nederland.

Ik sukkelde al enige tijd met een tropenzweer aan mijn linkerbeen en die wilde met het hete klimaat in Batavia helemaal niet meer dicht. De dokter stuurde me eind 1947 met recuperatieverlof naar Nederland.

In Holland werden we na een bootreis met de Ms. Indrapoera opgevangen door kennissen van mijn vader in Amsterdam in de Smaragdstraat. Maar al vrij snel vonden wij kamers bij de familie De Boer in Halfweg.

De tropenzweer genas vrij snel. Wij kregen, omdat wij uit Indië kwamen, dubbele levensmiddelenbonnen waarmee we ons goed konden voorzien van eten.

We kochten twee nieuwe fietsen en gingen meteen de volgende dag op de fiets naar Friesland. Eerst naar Hoorn en vandaar met de boot naar Stavoren. We kwamen 's nachts met verschrikkelijke zadelpijn bij een tante aan en moesten in een bedstee onder het dak slapen. De w.c. stond midden in het land en was niet meer dan een houten kist met een gat erin. We zijn maar een paar dagen gebleven omdat het allemaal erg primitief was. Ik weet nog wel dat we kilo's drop meegenomen hebben want dat was in de omgeving van Amsterdam niet te krijgen.

We hadden een vrij onbezorgd leventje, totdat in 1948 mijn vader en moeder uit Indië terug kwamen en bleek dat mijn vader ongeneeslijk ziek was. Ik had al terug gemoeten maar kreeg uitstel om de dood van mijn vader af te wachten.

Terug naar Indië

Na zijn overlijden moest ik vrij gauw weg en moest Lydia achter blijven. Dit werd ook mijn eerste vliegreis. 's Avonds vertrok ik met de zenuwen van Schiphol, want diezelfde morgen was in Schotland een KLM-vliegtuig neergestort.

De reis ging via Cairo, Karachi en Bangkok naar Batavia. Daar kwam ik terecht in het Park Hotel waar mijn oom Gerrit de scepter zwaaide.

Weer aan het werk in de haven.

Ik moest zelf proberen huisvesting te vinden om voor gezinshereniging in aanmerking te kunnen komen. In Buitenzorg waar ik regelmatig bij Lydia's moeder logeerde vond ik uiteindelijk een paviljoentje en toen ik bij de huisvestingsman van de douane kwam vertellen dat Lydia daar kon komen wonen, had hij het lef om te zeggen: “Ik moet eerst kijken of er iemand anders voor in aanmerking kan komen". Dat was reden voor mij om mijn baas in Priok te zeggen dat ik voorlopig niet kon komen werken omdat ik eerst een huis moest zoeken en deze goeie man liet me nog gaan ook.

 

Reacties op dit artikel via het forum

naar vorige pagina naar volgende pagina pagina 6 -  Overstap naar het gevangeniswezen