Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



Strijd om de Jappengrotten

Pacific, West Nieuw Guinea, Biak 1944

naar vorige pagina naar volgende pagina

 

We wisten nog steeds niet definitief, waar de belangrijkste grotten waren waarin de Japanse hoofdmacht zich schuil hield en waarin zich ook een aantal opstellingen van hun mortieren en berggeschut bevonden. Het was duidelijk genoeg, dat de grotten onderling met elkaar verbonden waren door gangen en meerdere in en uitgangen hadden, waardoor de Japanners naar willekeur in ons midden konden opdagen om even later weer van de aardbodem te verdwijnen. Deze situatie was onhoudbaar.

Ik vermoedde, dat de Japanners troepen versterking hadden ontvangen, vanaf de andere zijde van het eiland. Later is aan het licht gekomen, dat inderdaad, ondanks de intensieve patrouillevluchten van onze zee en luchtmacht, twee bataljons waren aangevoerd. Ik besloot om drie Amerikaanse bataljons in de rug van onze vijand te brengen. Als we hem eenmaal ingesloten hadden, konden wij de strijd aanbinden om het bezit van de rotsen, grotten en vliegvelden. Met de uitvoering van dit plan gaven we de Japanners een dosis van hun eigen medicijn. Zij hadden veel aan prestige in het Verre en nabije Oosten gewonnen door hun succesvolle operaties tegen het Britse Empire in Malakka. Bij hun opmars langs de kust van Malakka waren de Japanners bij herhaling geland in de rug van de Britse troepen en uiteindelijk zagen zij de kans om op deze wijze Singapore te veroveren.

In Biak en later in de Filippijnen leerde ik, dat de Japanners het even onaangenaam vinden om vijandelijke troepen in de rug te hebben als Westerse troepen. Ik gaf opdracht om een bataljon van het 163e regiment, welk bataljon zich had gevestigd op een, op enige afstand gelegen plateau, op te laten rukken tot de rand van het plateau, zodat het de Japanse bewegingen kon overzien. Voorts gaf ik de agressieve kolonel O.P. Newman opdracht, met het 186e regiment een omtrekkende beweging te maken. Generaal Dee had hiertegen ernstige bezwaren, aangezien naar zijn mening het hele 186e regiment aan mortiervuur ten offer zou vallen.

In werkelijkheid zagen Newman’s troepen kans om de bevolen manoeuvre inderdaad ’s maandags uit te voeren en zelfs zonder één slachtoffer. Het 34e regiment van de 24e divisie werd gedurende het weekend vanuit Hollandia aangevoerd als versterking.

En werd gebivakkeerd langs de kustweg, West van de Mokmer strip. Mijn plan was zeer simpel en was aange-geven in een bericht, dat ik die avond naar het 6e leger verzond: “Hier 48 uur geleden gearriveerd in nagenoeg volslagen onwetendheid over de situatie ter plaatse. Heb twee dagen doorgebracht aan het front. Heb alle gevechts-activiteit doen staken, teneinde troepen te reorganiseren. Ben voornemens met drie bataljons Japanners in de rug aan te vallen en ik verwacht de andere twee vliegvelden Dinsdag te veroveren”.

Het was een stoute belofte, maar we deden het. Het 34e rukte op om de Sorido en Boroekoe vliegvelden te veroveren en ontmoette daarbij vrijwel geen tegenstand. Maar toen begonnen de moeilijkheden pas goed. We hadden nu wel alle drie de vliegvelden in bezit, maar daarmee hadden we de Japanners nog niet uit geschakeld. Vanaf dit moment begonnen de zwaarste gevechten. Er was één ding, waar ik voortdurend op hamerde: regelmatig rapporteren over de posities van bataljons en compagnieën.

Ik wenste dag en nacht te weten, waar mijn troepen zich bevonden. En doordat ik hier steeds achteraan zat, kwam ik daar ook achter. Het hoogste waarnemingspunt in de gevechtszone was een smalle heuveltop. Een van onze compagnieën had deze top bezet, maar trok zich op een gegeven moment om onverklaarbare reden weer terug. Ik gaf opdracht de top onmiddellijk weer te bezetten, hetgeen gebeurde en dit punt bleef in ons bezit tot het einde van de strijd. Het bezetten en weer prijsgeven van bepaalde terreinpunten had al verwarring genoeg gegeven en als ik er iets aan kon doen, zou dit zich niet nog eens herhalen. Doordat ik me vaak persoonlijk van de situatie op de hoogte wenste te stellen, kwam ik nog wel eens in moeilijkheden.

Op de dag dat het Sorido vliegveld werd veroverd, bracht ik daar een bezoek. De Jappen waren niet in staat geweest dat veld te voltooien vóór onze invasie begon en daarom werd ik vergezeld door Generaal Jack Scerdrup, om ons een idee te vormen van hetgeen nodig zou zijn om het vliegveld zo spoedig mogelijk in gebruik te doen nemen. Scerdrup was een boom van een kerel en hij was de genie officier van het algemeen hoofdkwartier. Tijdens ons bezoek scheen alles vredig en rustig in de Sorido sector. Tegen de middag zetten we onze Jeeps langs de kant van de weg en de sergeanten Dombrowski en Ventura, de laatste was mijn chauffeur, begonnen wat K-rantsoenen klaar te maken. Scerdrup en ik hadden nauwelijks onze eerste hap genomen toen de moeilijkheden begonnen.

Een eind beneden ons werden Japanners waargenomen in een aan de kust gelegen grot. Onze troepen wierpen handgranaten naar binnen, maar de Japanners vingen ze netjes op en gooiden ze weer naar buiten, waar zij explodeerden. Eddy Edwards, mijn adjudant bij Buna en nu hier als stafofficier van G-3, vond dit heen en weer gooien maar een onaangenaam spelletje en suggereerde, dat hij de grot zou binnen gaan om de zaak uit te mesten. Ik sprak hier onmiddellijk mijn veto over uit, want hij had bij Buna al genoeg schrammen opgelopen.

Het incident werd op efficiënte wijze opgelost. Eerst werd een fosfor rookgranaat in de grot geworpen en een T.N.T. lading deed de rest. Op een andere keer had mijn wens om zo nauwkeurig mogelijk ingelicht te worden over een bepaalde situatie, Clovis Bijers het leven kunnen kosten en overigens had dit voorval ook een droevige afloop.

Troepen van het 163e regiment voerden een hevige strijd om een zeer belangrijke vijandelijke positie, gelegen op wat men noemde: “Lone Tree Hill”.

 

naar vorige pagina naar volgende pagina

 


Webmaster: a href="mailto:chkla@gmx.de">Chris P. van der Klauw