Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



  naar vorige pagina naar volgende pagina

Dagboek van Dpl.soldaat André van Leusden (6)

Zondag 25 december 1949. 1ste kerstdag. ’s Nachts om 12 uur naar de nachtmis bij Meneer en Mvr Penn, ik kwam even te laat en kwam daardoor helemaal vooraan te zitten in een grote luie stoel, de mis werd gezongen door meisjes uit het internaat van de zusters, het was weer erg mooi, want die zingen zo erg hoog en scherp, na afloop kregen we van Mvr Penn een kopje koffie en een sneetje krentenbrood, wat er later 3 werden en dat ons erg goed deed smaken, we hadden al 1˝ week geen brood gehad, want we hebben geen oven, ’s middags hebben we voor de verandering peen en uien met klapstuk gehad, maar het was beter als op de boot, het kwam uit blik en de kok heeft het alleen maar op te warmen, met wat boter en zout. ’s avonds hebben we een diner en dat was bar leuk, we hadden nasi en pudding na met vruchten er op uit blik, dat smaakte best, een pluim voor de kok Simons die daar zijn best voor had gedaan, daarna hebben we nog 3 kerstliedjes gezongen, en kregen toen nog een kopje koffie, want dat was ook lang geleden, de kok had zijn melk hard nodig voor zijn pap, die hij elke dag moest koken. Nadat konden we bij het verblijf van de Vaandrig onze Niwin pakketjes krijgen, er waren er een stel nat en open, maar ik wist dat niet, en dacht ik zal me maar niet zo haasten, maar de andere liepen juist hard om een goed pakket te krijgen maar dat was juist omgekeerd, ze deelde de natte pakketten eerst uit, en zo had ik een goed pakketje. De pakketjes waren door tussen komst van het binnenlands bestuur van Fak-fak van Steenkool mee genomen naar hier, anders hadden we er nog wel even op moeten wachten tot de eerste boot kwam, en zo is de eerste kerstdag van het jaar goed verlopen.

Zondag 25 december 1949. Op de “boeroekoestrip” van Biak, arriveren de zes PBY-5A Catalina vliegtuigen van de Marine Luchtvaart Dienst (MLD) van Squadron-7. Deze toestellen zijn overgekomen van het vroegere Marine vliegkamp “Morokrembangan”bij Soerabaja (Oost Java). Met de aankomst van deze toestellen wordt het MLD tijdperk ingeluid in Nw Guinea. De voorlopige taken van de MLD zijn het uitvoeren van verkenningen, transporten en opsporing- en reddingsdiensten.

Maandag 26 december 1949. 2de kerstdag. ’s Morgens om half acht naar de missie kerkje achter in de baai geweest, het was daar een hele plechtigheid, het was ten eerste nog kerstfeest en er werden toen een paar kinderen gedoopt, dat heel echt geschieden met peter en meter er bij. Ik heb het wel niet helemaal gevolgd ik durfde niet helemaal om te kijken, want het gaat zo godsvruchtig, je kunt wel merken dat je in Gods huis ben al is het van bamboe en stro, in de Heilige mis gingen er een partijtje kleine kinderen voor de eerste maal naar de Heilige tafel, de mis duurde wel erg lang, bij terugkeer kwam ik te laat op het eten. ’s middags ben ik met Nico Hoevers gaan prauwen, maar de prauw was erg wankel en zijn maar in de baai gebleven, en zo kwamen we weer bij de missie post uit, daar zijn we even aan de kant gegaan en werden uitgenodigd door de jongens om te voetballen en dat hebben we gedaan, Nico had daar wel zin in, en zo was de middag weer om, toen we weg wilden gaan kwam onze boot ook weer terug, daar was een jongen mee weg geweest, dus eerder hadden we niet terug kunnen keren.

Dinsdag 27 december 1949. het was een rustige dag, we zouden kleding en wapen inspectie krijgen, maar de vaandrig kwam niet opdagen en ging het niet door, maar ’s middags in de regen was het anders, want om 12 uur wilde korp Janssen en Herkes naar de overkant van de baai en toen werden ze tegengehouden de AP politie en dat lieten we er niet bij zitten, en we rukten met 6 man er op uit, ik met de bren, om even aan de overkant te komen hebben we de hulp van Mr Penn ingeroepen die had een motor bootje, en daarmee zijn we naar het midden van de kampong gevaren, dus stonden we er ineens midden in, dit is de dag van de Soevereiniteit overdracht, en was het vermoede dat daar de rood witte vlag zou worden gehesen, en dat mag niet op Nw-Guinea dat is nog steeds Nederland gebied, er vluchten nog wel enkele de rimboe in maar er was niets te vinden, maar het zat niet helemaal goed, geen goed teken.

Dinsdag 27 december 1949. Nieuw Guinea wordt officieel een Rijksdeel Overzee, Het Gouvernement Nieuw Guinea. De uitvoering van het algemeen bestuur erover wordt in naam der Koningin aan een gouverneur opgedragen. De eerste Gouverneur wordt S.L.J. van Waardenburg.

Woensdag 28 december 1949. ’s Nachts op wacht gestaan van 2 tot 6 bij de goedang en dan ’s morgens uit slapen, maar dat heb ik deze keer maar niet gedaan want ik kon met Mr Penn mee op jacht, Mr Penn moest in een kampong ten oosten van Fak-fak een half uur varen met de boot nootmuskaat kopen dat zijn mensen die niet zo erg bij de tijd zijn, en die werden door de Chinezen bij het leven beduveld, en nu is er een instelling de landbouw voorlichting in het leven geroepen om die mensen te helpen en te adviseren. Nu doen ze de nootmuskaat zelf plukken, drogen en pellen en om die noot zit weer een velletje en dat is foelie, en nu koop Mr Penn ze voor een veel hoger bedrag, en als daarvoor nog extra winst uit komt krijgen ze daar ook nog een deel van, maar het deel dat er was, was niet de moeite, de mensen waren er niet, ze waren in het bos om ze te plukken, dus kon hij ze niet kopen, en zijn onverrichte zaken terug gegaan met het bootje en naar een strandje om te gaan zwemmen, dat mieters was, we hebben nog een schietoefening gehouden, daarna zijn we weer op huis aan gegaan, het was laagwater en moesten voorzichtig zijn met riffen maar met wat rustig varen kwamen we weer heel thuis, en heb ’s middags nog mijn slaap ingehaald, en zo had ik weer een prettige dag.

Dinsdag 29 december 1949. Weer kleding inspectie, ik was niets kwijt, na de kleding inspectie moesten we hout gaan kappen, want er wordt niet genoeg hout gebracht en zo moeten we het zelf maar gaan kappen. We hebben een broodboom omgehakt, die de vaandrig later heb moeten betalen, die was eigendom van iemand. In het bos vonden we nog een dode boom, die al een beetje opgevreten was door de houtworm maar hij was droog.

Vrijdag 30 december 1949. We moesten ’s morgens weer hout gaan hakken, en hebben er ook verscheidene geveld en allemaal naar de keuken gebracht, het waren meest kapokbomen en die zullen wel niet te weinig kosten want al die bomen zijn vruchtbomen en zijn eigendom van iemand, ’s Middags heb ik mijn tampatje eens flink schoongemaakt het zag grijs in plaats van wit.

Zaterdag 31 december 1949. De laatste dag van het jaar, we hebben ’s avonds bij een Chinese toko 2 flessenport gekocht van 10 roepia per stuk, dat was de man 4 roepia, we zitten met 5 man op de kamer, om 9 uur konden we boven bij de kok oliebollen halen 3˝ de man, ze waren bijzonder lekker er zaten ook nog krenten in. Simons de kok was van zijn beroep banketbakker dus deed hij er zijn best op. Om 9 uur hebben we de eerste fles open gemaakt, en na 12 uur de andere, toen de klok 12 sloeg heb ik 2 magazijnen van mijn mitrailleur verschoten, 1 magazijn met 12 patronen voor elke maand één en daarna een vol magazijn automatisch met 28 patronen, een van de jongen had ook nog een lichtgranaat de lucht in gejaagd wat een heel mooi gezicht was. Later was de vaandrig er niet zo blij mee. Daarna hebben we het bed maar opgezocht.

Zondag 1 januari 1950. ’s Morgens half 7 bij de zusters in het ziekenhuis naar de mis geweest, waarna ik met wat jongens met het bootje van Mr Penn naar het strandje ben gevaren waar ik woensdag ook ben geweest, we hadden voor de hele dag eten bij ons, dat wel te doen was we waren z.g. aan het picknicken, ik heb die dag aardig zwemmen geleerd ik zwom van de kant naar de boot die daar voor anker lag, in zee heb ik het ook nog een paar maal gewaagd om te duiken, maar dat beviel mijn minder, de eerste keer kwam ik op mijn buik terecht zodat mijn hele voorgevel pijn deed, de tweede keer dook ik te diep en kwam op mijn knieën te zitten op de bodem van de zee, om 5 uur zijn we weer op huis aan gevaren en was de eerste dag om.

Maandag 2 januari 1950. Deze dag hebben we niet veel gedaan want het was zondag voor de Mohammedanen, dus deden wij ook niets om hen niet te kwetsen in hun geloof. ’s morgens ben ik op ziekenrapport geweest want ik had ringworm, waar we erg veel last van kregen, mooie ronde ringen op je huid, het begon op lastige plaatsen onder je arm en rondom de gordel, het veroorzaakt veel jeuk, de hospikken smeerde er een witte vloeistof op wat erg deed branden, later vernam ik van een missionaris dat verse jodium ook goed werkt.

Er komt een Nw-Guinea postzegel in omloop:

Dinsdag 3 januari 1950. ’s Morgens om 3 uur op voor een meerdaagse patroelje naar Kaimana we moesten voor een verschoning en ons tampatje zorgen, eet en wasgerei, meer namen we niet mee, en voor 10 dagen eten, dat bestond uit biskwie, een kistje vis, een kistje nasi, 5 kistjes met melk de man en wat worst in blik en daar moesten we het maar mee doen. Om 5 uur vertrok de boot het was nog donker, het was de Higgens een motorboot van een 12 meter lang, hij was gebouwd voor het Ned-Ind-Gouvernement hij was geheel van staal gelast, we zaten op het voordek op de luiken, er waren ook nog enkele passagiers en wat politie en wat Chinezen, en de klerk met zijn vrouw die moest in Kaimana de kas controleren, dus die gingen de zelfde reis maken, ’s avonds om 6 uur gingen we voor anker achter een hoog rotsig eiland, daar lagen we uit de wind, en hij mag in het donker niet doorvaren, en we moesten nog langs een mijnen veld heen, oorspronkelijk kon je niet in Kaimana komen, maar er was iemand die wist om langs de zuidelijke kant er te komen, en zo komen we in Kaimana met een omweg, we zijn ’s avonds nog die kampong in geweest waar we voor anker lagen, daar heb ik nog een mooie schelp gehad, dat waren daar parel of parelmoer vissers ze hadden een grote voorraad schelpen liggen, en die verkopen ze aan Chinezen en die slijpen er hun diamanten uit, we hebben nog buiten de boot in zee gemandied, dat was allemaal nog beter in het zouten water, maar dat is beter dan niets, ’s avonds hebben we onze tampadjes op het dek gezet en daar konden er precies 6 op naast elkaar, dus moest er één ergens anders slapen en die was zo gemakkelijk dat die gewoon naast de kapitein in de stuurhut ging liggen, maar die werd er wel vroeg uitgetrommeld want ’s morgens om 4 uur ging hij al weer varen.

Woensdag 4 januari 1950 toen ik ’s morgens wakker werd vaarde we al op volle zee met geen land te zien want we vaarde om een mijnen veld heen, en moesten overzee daar langs, om een uur of elf waren we er langs en aan de kust, en vaarde we weer langs de kust naar Kamana we konden zo nu en dan de bodem zien, en ik zag ook nog een zeeschildpad over de bodem schieten, van de eerste schrok ik erg ik dacht dat het een mijn was, die schoot op het schip toe, maar bij de tweede wist ik het en zag het duidelijk, ik schat dat ze een meter groot waren, dat zou wel iets voor een dieren park zijn geweest, om 12 uur waren we in Kaimana, we hebben eerst de passagiers van boord laten gaan op advies van de kapitein vanwege de schrik bij de bevolking. Op de steiger stond het Inlands bestuur en een oude agent die voor ons de gids zou zijn, toen we een eindje de kant van de kampong op liepen stond er tussen het distributie en bestuur gebouw de plaatselijke politie aangetreden en toen we er vlak bij waren zetten de commandant de hele zaak in de houding en melden het bij de korporaal Janssen in plaats van de sergeant Stieber dat kwam dat de korporaal brede gele strepen op had en de sergeant een dun goud streepje en dat lijkt net geel, maar dat wist die knaap niet, dus hij melden het aan de korporaal en het leuke was dat ze er beide geen raad mee wisten, wat ze moesten zeggen en doen en vroegen berapa Orang en zet ze op de plaats rust, en toen hebben ze nog even verwaand staan te kijken. Toen we er langs liepen sprongen ze allemaal weer in de houding bij het geweer afzetten viel er nog een geweer uit elkaar, het zijn allemaal oude geweren die ze uit het bos bij gesneuvelde vandaan hebben gehaald en dan kunnen ze bij de politie komen dus hoelang het in het bos heeft gelegen is dan de kwaliteit, de patronen daarbij werken ook niet altijd, daarna zijn we het bestuursgebouw ingegaan, en vandaar naar het huis van de z.g. burgemeester, onderweg toen ze ons passeerde werd het nog met het hoofd rechts gegroet en namen zo de parade af. Toen we bij de burgervader thuis zaten werd ons een glas bier gepresenteerd met een paar koekjes en de andere op sigaretten, toen we daar een poosje hadden gezeten en de nodige geïnformeerd, toen zijn we naar een z/g waterleiding gaan kijken die vroeger in het dorp is geweest, hij bestond uit 3 bronnen die bij elkaar kwamen in een kali en daar was vroeger een handpomp en een paar tonnen op een stelling en dat moest de waterleiding voorstellen, op verschillende punten in het dorp waren kranen waar de mensen konden tappen, maar nu moesten ze allemaal naar de kali toe, vanaf dat primitieve waterstation een tweehonderd meter was het z, g badhuis dat was gewoon boven de kali 2 meter hoog afgezet en daar achter was het voor de vrouwen, dus de vrouwen wassen in het vuil van de mannen, dat is hier in Indië heel gewoon, de mannen zijn hier hoger en voornamer dan de vrouwen, de vrouw moet hier ook het meeste werk doen dat is hier heel gewoon, nadat allemaal bekeken te hebben we onze wapens naar boord gebracht en zijn daarna in de Chinese winkels gaan kijken en heb daar een potje inkt gekocht voor 2,50 roepia en een hakmes 3,50 voor in het boesboes een weg te banen, ’s avonds heb ik nog een demonstatie gegeven met de bren daar was door de politie grote belangstelling voor, ik heb een magazijn verschoten op een klapperboom een 800 meter weg, toen dat was gebeurd en ik opstond, stortte de boom ter aarde wat enige indruk gaf. ’s nachts hebben we in het wachtlokaal geslapen, en zouden de andere dag weer aan de reis verder beginnen.

Donderdag 5 januari 1950 ’s Avonds om 10 uur zijn we nog vertrokken van wegen dat de accu leeg liep, we zouden eigenlijk de andere dag om 4 uur vertrekken, deze dag en nacht zijn we naar de Etna baai gevaren en daar had de klerk ook nog iets te doen, het was een mooie diepe baai, bij het ingaan stonden nog resten van een boor installatie, we zijn er niet aan wal geweest en het oponthoud heeft geen uren geduurd, daarna zijn we weer naar het eiland poeloe Adi gevaren om daar te over nachten, we hadden wel zeer slecht weer het waaide zeer hard we hebben ons ’s nachts nog weer aangekleed we waaide gewoon je bed uit, enkel waren erg zeeziek, van sommige waaide de spullen over boord, we kwamen ’s avonds laat aan, het was inmiddels wel de andere dag

Kampong onderweg                        kazerne politie Kaimana                              zeilboot bij Kaimana

Zaterdag 7 januari 1950.’s Morgens weer heel vroeg gaan varen, we moesten onderweg ook nog een kampong aandoen om daar een gezin op te halen, die hadden een kind opgegeten en dat schijnt niet te mogen, ze gingen met hun hele hebben en houden mee met al hun bezittingen zonder een enkele weerstand, daarvoor was de politie aan boord die ze ophaalde, het duurde niet lang, ze stonden blijkbaar klaar. We hebben doorgevaren tot laat in de avond om 11 uur waren we in Fak-fak we werden al op grote afstand toegeseind door zaklantaarns, aan het steiger stonden verschillende jongens met de vaandrig te wachten, en hadden veel belangstelling hoe alles was verlopen, we hadden een gewonden, die had een scherf in zijn arm gekregen toen Huisman met zijn stengun aan het schieten was, maar verders was de reis goed verlopen, op de zeeziekte na, we waren weer gezond terug, nadat we onze spullen weer naar boven hadden verhuist zijn we ons eerst gaan mandiën dat wel erg fris was op de late avond, maar om half 1 lagen we toch weer in bed, maar we lagen alleen nog na te schudden, maar de slaap kwam wel spoedig.

  naar vorige pagina naar volgende pagina

Reacties op dit artikel via het prikbord