|
Papoea's in West-Irian zetten de strijd voort
De Nieuwe Courant - Arnhem, zaterdag 30 november 1974
De heer Nicolaas Jouwe, van alle Papoea's in Nederland de bekendste, ging deze week
donderdag zijn laatste prik halen in verband,met een bezoek aan Australisch Nieuw-Guinea,
waarvoor hij maandag vertrekt. Het 3 miljoen inwoners tellende Australisch Nieuw-Guinea
wordt morgen officieel onafhankelijk, een feit dat ook van groot belang is voor de 800.000
Papoea's in het aangrenzende West-Irian van wie velen de Indonesische overheersing haten
als de pest.
De „voorlopige regering van de Republiek West-Papoea" verwacht dat er van de
onafhankelijke Papoea-republiek aan de oostzijde van de grens een grote zuigkracht zal
uitgaan op de ontwikkelingen in West-Irian, waar het verzet weliswaar nietig is maar niet
minder hardnekkig.
Jouwe zal echter bij de onafhankelijkheidsfeesten niet de Voorlopige Regering
vertegenwoordigen, omdat die met hem gebroken heeft na een periode van onmin waarin ook
de Stichting „Door de Eeuwen Trouw" een rol heeft gespeeld.
GENERAAL
In september 1969, een maand na de twijfelachtige volksraadpleging in West-Irian,
waarbij 1.025 kiesmannen voor de aansluiting bij Indonesië kozen, dook een generaal
van het Indonesische leger onder in de wildernis om zich met een aantal andere deserteurs
bij de Beweging voor een Vrij West-Papoea te voegen. Brigade-generaal Seth Jafet Rumkorem,
een Papoea die in Bandoeng tot officier was opgeleid, vormde bijna twee jaar later,
op l juli 1971, met zijn naaste volgelingen de „Voorlopige Regering van de Republiek
West-Papoea". De desbetreffende proclamatie, die zij opstelden in hun schuilplaats in
Markas Victoria, nabij Djajapoera (Hollandia), drong echter niet tot de buitenwereld door,
wat volgens vrienden van de voorlopige regering mede te wijten was aan de acties van twee
mannen : Nicolaas Jouwe en Marais Kaisie-po, beide woonachtig in Delft.
TEKEN
Vreemd, want het was Nicolaas Jouwe die de voorlopige regering in het bezette vaderland
|
|
had laten formeren, met het doel de buitenwereld een duidelijk teken te geven dat de Papoea's
in feite heel andere toekomstwensen hadden dan uit de „volksraadpleging" was gebleken. Runkorems
regering zegt dat Jouwe, wiens taak het was geweest als minister van Buitenlandse Zaken de
proclamatie bekend te maken, dit kennelijk heeft verzuimd, daar hij zich als enige leider
beschouwde en eerste president van de Republiek West-Papoea wilde worden. „Marcus Kaisiepo kon
haar moeilijk bekendmaken, omdat hij zich reeds in 1965 tot president van West-Papoea, tevens
van West-Melanesië had laten uitroepen — iets wat hij nimmer heeft kunnen waar opmaken.:' aldus
minister van Defensie Juvuway.
VOORWAARDE
De grief van Nicolaas Jouwe schuilt hierin dat de Stichting „Door de Eeuwen Trouw", die zowel
de Zuidmolukkers als de Papoea's steunt in hun streven naar autonomie, aan Rumkorem steun zou
hebben beloofd op voorwaarde dat hij de samenwerking met Jouwe zou beëindigen. Jouwe had de
Stichting eerder tegen zich ingenomen door te stellen dat men de zaak van de Zuidmolukkers,
hoe sympathiek hij daar ook tegenover staat, niet moet koppelen aan de zaak van de Papoea's.
Ondanks deze nare verwikkelingen blijft Jouwe loyaal aan de voorlopige regering. Hij zei
deze week: „Runkorem is mijn chef, ik ben zijn minister van Buitenlandse Zaken, al is dat een
beetje een groot woord." Maar Rumkorem heeft inmiddels al een andere minister van Buitenlandse
Zaken, Herman Womsiwor, die met staatssecretaris Ben Tanggahma ook vanuit Nederland opereert.
Tanggahma zei me dat Jouwe „oud begint te worden" en voor de verzetsbeweging niet langer
„bruikbaar" is. |
Een aantal leden van generaal Runkorems verzetsleger, ergens in
dat
deel van de binnenlanden van West-Irian, dat als bevrijd gebied wordt
beschouwd |
VER. NATIES
Toch was het nog Jouwe die eind vorig jaar door de Verenigde Naties werd uitgenodigd een
rapport samen te stellen over de volkenrechtelijke omstandigheden van het Papoea-volk onder
het Indonesische bewind. Afgelopen zomer is hij in New York geweest om het eerste deel van
zijn rapport te overhandigen, „Hij heeft dat helemaal op zijn eigen houtje gedaan," aldus
Tanggahma. Het is ook verder aan Jouwe's goede relaties met de Senegalese president Senghor
te danken geweest dat de Voorlopige Regering van Rumkorem als vertegenwoordigster van een
negroïde volk werd uitgenodigd voor de dit voorjaar gehouden conferentie van de OGAM,
een organisatie van elf Afrikaanse landen.
GEEN KONTAKT
Voor de Stichting „Door de Eeuwen Trouw" is de belangrijkste overweging om Rumkorem te
steunen geweest het feit dat zijn regering „is geproclameerd en functioneert".
„Dat kunnen wij uit brieven en ander materiaal zien", aldus vice-voorziter Ritzema-Bos die
eraan toevoegde: „Volgens onze gegevens is er tussen Jouwe en Ruimkorem geen contact".
Ritzema-Bos zegt de indruk te hebben dat het Papoea-verzet goed is georganiseerd en niet
uit een stelletje vrijbuiters bestaat. „Elke Papoea heeft maar één belang: de Indonesiërs
kwijt te raken. En al hebben ze nog weinig kunnen uitrichten, uiteindelijk zullen ze hun doel
heus wel bereiken. Bovendien is het niet onze eerste vraag of ze het zullen halen. Zolang ze
een beroep op ons doen, moeten wij ze steunen."
OLIE EN KOPER
De gegevens over het aantal Indonesiërs, dat sinds de volksraadpleging naar West-Irian
is geëmigreerd, variëren van enkele honderdduizenden (Tanggahma) tot een miljoen (Jouwe).
Gezien de overweldigende werkloosheid met name op Java, laat de regering-Soeharto zoveel
mogelijk Indonesiërs vertrekken naar W'est-Irian, dat ooit is beschreven als een weinig
winstbelovend gebied, maar waar de afgelopen jaren grote projecten voor de winning van olie,
koper en nikkel zijn opgezet. „Als je in Hollandia loopt zie je een absoluut Indonesische
stad", zo vertelde iemand die onlangs een bezoek aan West-Irian heeft gebracht. „De Papoea's
hangen er maar zo'n beetje bij, worden beroofd van hun bezittingen en landerijen en leven
in armoede".Ook uit andere gegevens blijkt dat voor de Papoea's de koloniale periode
niet eindigde bij het vertrek van de Nederlandse bestuurders, maar
|
|
gewoon door Indonesië is voortgezet. Volgens Jouwe wordt de hele kuststrook door
Indonesiërs in bezit genomen en worden de Papoea's steeds verder het bos in gedreven. Een
uitzondering hierop wordt, aldus Jouwe, gevormd door het achterland van Hollandia, dat onder
controle staat van de regering-Runkorem en waar ongeveer 3 procent van de Papoea-bevolking
(25.000 mensen) woont. Indonesiërs zouden dit gebied niet zonder gevaar voor hun leven kunnen
betreden.
DRAAGSTOEL
De Indonesiërs doen in koloniaal gedrag soms niet onder voor hun blanke voorgangers. Zo
schreven de inwoners van twee dorpen een brief aan de Indonesische gouverneur van West-Irian,
waarin zij protesteerden tegen de handelwijze van de resident van Sorong. Bij een bezoek aan
de binnenlanden had de resident, om het volk in de dorpen te intimideren, zich over een afstand
van 150 km door Papoea's in een draagstoel laten vervoeren, terwijl in een andere draagstoel het
hoofd van de Indonesische radio was gezeten. Tijdens de feesten ter verwelkoming van de resident
moest de bevolking in plaats van zijn traditionele kledij adat-kleding (rieten rokken en
lendedoeken)dragen. Drie meisjes moesten gedurende de oriëntatiereis als animeenmeisjes fungeren
voor de resident en de radioman. Een gedrag dat door de bevolking als beledigend en onrechtvaardig
is ervaren.
VADER LEGER
Ter handhaving van de orde heeft Indonesië ongeveer 4.000 militairen in West-Irian gelegerd.
Maar de betekenis van Rumkorems verzetsbeweging blijkt misschien beter uit de inhoud van een
pamflet, dat in duizendtallen boven de rimboe is afgeworpen. „Vaders, moeders, grootouders, geliefde
broeders en vrienden, zo luidt goedmoedig de aanhef. „Weet dat de bosmensen (opstandelingen)
voortdurend bedrog plegen en het volk intimideren en wijsmaken dat ze het bos in moeten gaan.
Het leven in het bos is moeilijk en gaat gepaard met veel ziektes, van de geliefde kinderen gaan
er velen dood. De beambten van de gezondheidsdienst durven geen medicijnen te verstrekken aan
degenen die in het oerwoud leven.
Het pamflet besluit met een serie adviezen, zoals „Het leger is de vriend van het volk. Blijf
in de dorpen als vader-leger komt, opdat de regering hulp kan bieden aan het volk dat in moeilijke
omstandigheden leeft. Tegen degenen die hulp bieden aan de bosmensen, zal het leger streng
optreden.
IVO POSTMA
|
Medische hulp
|
Duizenden Papoea's, die geen vertrouwen hebben in het Indonesische bestuur, zwerven al
jaren door de rimboe van West-Irian. De meesten van hen hebben zich aangesloten bij de
vrijheidsstrijders in het gebied achter Djajapoera (Hollandia). Geneeskundige hulp, kleding
en onderwijs zijn voor deze mensen moeilijk te vinden. Aldus het Actie-Comité Vluchtelingenhulp
Papoea's, dat zich al sinds enige jaren het lot van deze Papoea's aantrekt. |
Met financiële hulp van het Comité zijn er twee noodhospitalen opgericht in de rimboe-kampen
„Victoria". Dit medisch project staat onder leiding van dr. Maury (gewezen assistent-apotheker
in het centrale ziekenhuis in het voormalige Hollandia). Het Actie-Comité vraagt dringend om hulp,
want er is gebrek aan medicijnen en verbandmateriaal. Geld voor de „Actie Medische Paketten voor
de Papoeavluchtelingen" kan worden gestort op giro 1656666 t.n.v. penningmeester van ACVP te
Den Haag.
|
|