OP VASTBERADEN, bijna grimmige toon, richtte de Papoealeider Markus Wonggor Kaisiepo
zich op 29 oktober 1961 tot de wereld. „Er zijn er die het zelfbeschikkingsrecht van de
Papoea's willen stelen", begon hij zijn rede voor de Nieuw-Guinearaad in Hollandia.
Deze woorden, een waarschuwing voor dreigend onheil, bleven hangen in de snikhete,
overvolle zaal. Bestuurders, parlementariërs, journalisten, iedereen die de vergaderzaal
had weten binnen te dringen, luisterde naar de man wiens leven in dienst stond van één doel:
de onafhankelijkheid van Nieuw-Guinea.
Kaisiepo, die gisteren in Delft werd begraven, heeft het niet mogen meemaken. Na het vertrek
van de Nederlanders in 1962 kreeg Indonesië het voor het zeggen in zijn geboorteland.
Dat is - in weerwil van zijn inspanningen en die van de onaf-hankelijkheidsbeweging - nog
steeds het geval.
De ambities van de jonge Kaisiepo reikten ver. In 1913 geboren in Wardo op het eiland Biak
aan de noordkust van Neder-larids-Nieuw-Guinea, werkte hij van 1935 tot 1943 als onderwijzer.
Na zijn gevangenschap in Japanse kampen stapte hij over naar de bestuursdienst op Biak. |
|
Zijn politieke ster rees snel. Als vertegenwoordiger van de
Papoea's nam Kaisiepo deel aan de Ronde Tafel Conferentie in 1949 en
1950. Hij was promi-nent«iid van de Nieuw-Guinearaad die in 1961 was
ingesteld door de Nederlandse regering. Van 1962 (toen hij naar
Nederland kwam) tot 1982 noemde hij zich president-in-ballingschap
van West-Papoea, de naam die de Papoea's het land hebben ge-gegeven. |
|
Voor Kaisiepo stond al voor de Tweede Wereldoorlog vast dat Den
Haag ooit afstand zou moeten doen van zijn koloniën in de Oost. Hij
voorzag een territoriale herindeling in de regio. Aansluiting van
Nieuw-Guinea bij wat later de republiek Indonesië zou worden, paste
niet in zijn visie.
Toen Indonesische nationalisten op 17 augustus 1945
deonafhankelijkheid uitriepen, liet Kaisiepo nog dezelfde dag
vastleggen dat Nieuw-Guinea nooit deel mocht uitmaken van de jonge
republiek. Hij kende de opvattingen van de Indonesische leider
Soekarno die de rood-witte vlag wilde zien wapperen in een rijk dat
zich uitstrekte 'van Sabang tot Merau-ke'.
Soekarno, gesteund door de VN, kreeg toch zijn zin. Kaisiepo
veroordeelde de wereld: „Politieke en militaire druk van Soekarno
blijken voldoende te zijn om heel de volkerenorganisatie, de VS
inbegrepen, naar zijn hand te zetten."
Nieuw-Guinea was volgens hem opgeofferd als een schaakstuk in de
machtsstrijd tussen Moskou en Washington.
„Hierrnee heeft de werelddemocratie haar eigen graf gegraven", zei
hij verbitterd.ANDRE BEIJEN
|
|