Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



Gedaanteverwisseling van de georganiseerde Papoea's in Nederland

naar vorige pagina

uit: Hervormd Nederland, 15 januari 2000


door Jos Teunissen

Weggedrukt door het grotere wereldnieuws, gebeurde op 1 december 1999 stilletjes het onvoorstelbare: tijdens een plechtigheid in de Irianese stad Jayapoera zongen duizenden Papoea's het papoea-volkslied 'Hai Tanahku Papua' en werd na de Indonesische tweekleur de papoea-Morgenstervlag gehesen. Het was dezelfde vlag die 38 jaar eerder, op 1 december 1961, naast de Nederlandse driekleur werd gehesen onder het zingen van het Wilhelmus en met muzikale omlijsting door het korps mariniers van de koninklijke marine.
Het verschil met een jaar geleden was, dat er bij de illegale hijsing van de Morgenster vijf doden vielen en dat nu geen schot werd gelost. Indonesische politie en leger waren nergens rond de plaats van de plechtigheid te bekennen; Papoea's regelden zelf de orde.
Ook op andere plaatsen in West-Irian ging de Morgenster in top, tegen het verbod in dat gouverneur Freddy Numberi had uitgevaardigd. Volgens berichten demonstreerden die dag 'honderdduizenden onafhankelijkheidssupporters' voor herstel van de soevereiniteit van de Papoea's. De Papoea-leider Theys Eluay eiste onafhankelijkheid van West-Irian al vòòr 1 mei van dit jaar. Alle Indonesische troepen moeten dan uit het land vertrokken zijn, zei hij.
Op verscheidene plaatsen in West-Irian hebben Papoea's kantoren van Indonesische bestuurders bezet. De acties waren bedoeld als vreedzaam protest tegen de voorgenomen opdeling van West-Irian in drie provincies, volgens de regering in Jakarta om een evenwichtige ontwikkeling van het enorme gebied te bevorderen. Ook in het parlementsgebouw in Jakarta demonstreren Papoea's openlijk voor onafhankelijkheid.
In de laatste maanden van het vorige jaar gebeurde er nog veel meer in West-Irian. President Wahid zei op 7 december dat hij met de Papoea's een 'dialoog' wil beginnen over hun onafhankelijkheidsstreven.
In Den Haag stemde minister Van Aartsen op 9 december in met het voorstel van GPV-Kamerlid Van Middelkoop de Nederlandse rol tijdens de overdracht van het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea aan Indonesië 'eerlijk en volledig' te onderzoeken. Het onderzoek zal worden verricht door het Nederlands instituut voor oorlogsdocumentatie (Niod). In kringen van Nederlandse Papoea's in opgetogen gereageerd. Volgens de stichting Studie en informatie Papoea-volken (Pavo) in Utrecht moet de 'daad van vrije keuze', die in 1969 het lot van de Papoea's bezegelde, opnieuw worden aangekaart in de internationale gemeenschap.
Dit keer moeten de Papoea's zelf aan het woord komen; want de overdracht is volgens de Pavo indertijd 'over hun ruggen heen bedisseld door Indonesië, Nederland en de Verenigde Naties.' Zoals de Portugezen de Indonesische regering konden overhalen de zaak 'Oost-Timor' onder de aandacht van de VN te brengen, zo moet het Nederland lukken met West-Irian, zo wordt geredeneerd. 'Papoea's optimistisch het nieuwe millennium in', kopte de in Nederland uitgegeven West Papua Courier, 'opinieblad over de situatie in West Papua'. In Nieuwegein vierde een zaal vol jonge Papoea's de recente hoopvolle ontwikkelingen. Volgens het blad was 'de geringe belangstelling van de kant van het voormalige moederland' opvallend: geen pers, geen politieke partijen, geen ondersteunende organisaties.'


Al even geruisloos is de gedaanteverwisseling die de georganiseerde Papoea's in Nederland de afgelopen jaren hebben ondergaan. De oude voormannen Nicolaas Jouwe, Marcus Kaisiepo, Zacharias Sawor en Benni Tanggahma zijn van het toneel verdwenen, en daarmee ook hun 'koninkrijkjes' en de onderlinge ruzies. Opmerkelijk is dat de huidige voortrekkers 'krachtige meisjes' zijn (zoals een papoea-kenner het uitdrukt) met dezelfde namen: hun dochters. Ze zijn nu tussen de 25 en 30 jaar, hoog opgeleid, geïntegreerd en zijn net zo vervuld van een onafhankelijk West-Irian als hun vaders. Ze werken samen in de Stichting Pavo, bij de West-Papua Courier, komen elkaar tegen in dans- en theatergroepen van Papoea's of bij de Organisatie voor volkeren die geen lid zijn van de Verenigde Naties (Unpo) in Den Haag. Praat met Papoea's en al gauw vallen de namen van Nancy Jouwe, Inaria Kaisiepo, Vien Sawor, Leoni Tanggahma en Grace Roembiak. Ze zetten de strijd voort die hun vaders zijn begonnen, maar met andere middelen.
Geregeld reizen ze naar West-Irian om er contacten te leggen met leden van het Forum voor de verzoening van de Irian samenleving (Foreri), een in 1998 opgerichte beweging in West-Irian waarin kerken, vrouwenverenigingen, organisaties op het gebied van mensenrechten en andere maatschappelijke instellingen samenwerken. Foreri stelt zich ten doel 'de aspiraties' van de verschillende bevolkingsgroepen in West-Irian te 'kanaliseren waarbij een belangrijk uitgangspunt is dat nieuwe bloedbaden voorkomen moeten worden.' Een Foreri-delegatie bracht een jaar geleden een bezoek aan de toenmalige Indonesische president Habibie. Ze wil via een dialoog de Indonesische overheid uitdagen om op een democratische wijze een oplossing te zoeken voor de Papoea's en hun rechten.'
Ook wordt samengewerkt met het Elsham Irja instituut voor mensenrechten (Ihrstad). Via 'publiciteit, seminars en manifestaties' wil Pavo aandacht voor mensenrechten, duurzame ontwikkeling, democratie en zelfbeschikking voor West-Irian.
Vien Sawor, hoofdredacteur van de West Papua Courier, was het afgelopen jaar op reis in West-Irian. Ze vindt de ontwikkelingen daar niet alleen hoopgevend, maar ook onomkeerbaar. `Mensen dragen openlijk kleding met de naam 'West-Papua' erop. Studenten zijn openlijk bezig met het verzamelen van bewijzen voor schendingen van mensenrechten in West-Irian. Ook wordt openlijk vergaderd, wat enkele jaren terug ondenkbaar was.' Maar, zegt ze, de weg naar zelfbeschikking moet nog wel 'helemaal van voren af aan worden georganiseerd.' Voor een inventarisatie van de problemen die dat meebrengt, zijn Roembiak en Tanggahma er momenteel op studiereis.
Volgens woordvoerder Victor Kaisiepo van de gezamenlijke papoea-organisaties in Nederland (het West Papua Volksfront), is het typerend voor de nieuwe generatie Papoea-voortrekkers dat de 'emoties' waarop de oude leiders zich baseerden, bij haar slechts op de achtergrond meespelen. 'Ze zijn op zoek naar de lange adem: wat kun je structureel in gang zetten, waardoor je over 25 jaar kunt zeggen: dit is wat we bedoelen. De jongeren hebben minder levenservaring, maar ze hebben het enthousiasme dat we nodig hebben om door te gaan. Merdeka! (vrjjheid-jt) zul je uit hun monden niet kunnen optekenen. Ze gaan voor alles realistisch, pragmatisch en tactisch om met wat ze hun 'streven' noemen in plaats van ideaal': een autonoom West-Irian dat voldoende ontwikkelingskansen voor de Papoea's.'
Tegenover de grote bereidheid tot actie om deze droom te helpen verwezenlijken staan de beperkte middelen waarmee ze moeten opereren. Ieder project bij de stichting Pavo moet 'projectgewijs' worden aangekaart bij geldgevers als de Nationale commissie voor duurzame ontwikkeling (NCDO) of Ontwikkelingssamenwerking. Omdat lang niet ieder project groen licht krijgt, kan de stichting publicitair ook niet aan de weg timmeren. Het is dan ook haar kwaliteit die deze 'heel bijzondere generatie' kenmerkt, vindt Kaisiepo. 'Ze zijn zelfkritisch, kiezen voor overleg en proberen te lobbyen. Ze willen openingen maken, zodat beweging kan ontstaan. Onafhankelijkheid voor de Papoea's vinden ze prima. Maar ze beseffen ook, dat politieke onafhankelijkheid op zich geen enkele waarde heeft als je economisch niet de beschikking hebt over je rijkdommen. Ze weten dat er nog maar weinig mensen in West-Irian aan die economische ontwikkeling kunnen bijdragen. Dat zegt in feite de Indonesische president Gus Dur ook: zoek eerst maar eens uit, of je er wel klaar voor bent. Papoea's die in Indonesië aandacht proberen te krijgen voor de vele schendingen van de mensenrechten in West-Irian, doen met dit model goede ervaringen op: als je vijand je respecteert, dan heb je al veel bereikt.'
Het werk van deze 'krachtige meisjes' is temeer van belang, omdat ze als voorbeeld kunnen dienen voor de nog jongere generatie Papoea's in Nederland, zegt Kaisiepo. 'Bij de derde generatie bespeur ik weinig interesse. Ze zijn het zicht op hun roots kwijt geraakt. Hun integratie is veel makkelijker verlopen dan die van de eerste en de tweede generatie. De eerste kwam naar Nederland in een tijd dat 'spreiding' beleid was. De ene Papoea moest maar in Maastricht gaan wonen, de ander in Groningen, de rest in Middelburg en Den Helder. Als ze elkaar wilden ontmoeten, dan moesten ze maar naar Utrecht gaan. Hun kinderen zijn deel van de Nederlandse jeugd geworden, gaan housen, studeren hard, maar hebben minder voeling met het verleden. Totdat ook zij ontdekken dat ze in een multiculturele samenleving wonen. Dan beginnen ze zich af te vragen: mijn ene vriend is Turk, mijn andere Marokkaan, maar wie ben ik, waar kom ik eigenlijk vandaan, waarom ben ik hier?'
Riep de oude generatie die-hards alleen maar 'Vrijheid!', de nieuwe vraagt zich af wat 'vrijheid' betekent. Daarmee zijn ze volgens Kaisiepo ook een stapje verder dan de meeste Papoea's in West-Irian. 'Zoals de bewoners van de voormalige DDR ook alleen maar wilden praten over 'Wij willen vrijheid'. De Muur is nu letterlijk weg, maar psychologisch is hij er nog steeds. In West-Irian is momenteel een discussie begonnen over wat de letters OPM betekenen. Moet die 0 niet betekenen (op z'n Maleis) otonomi in plaats van operasi? En wat betekent die P? Volgens mij dat de ontwikkeling van de papoea nu snel ter hand moet worden genomen. Zodat hij op basis van gelijkwaardigheid kan deelnemen aan de 'dialoog op nationale basis' tussen Jakarta en West-Irian. Neem voor een begin daarvan tien jaar en kijk dan hoever je kunt komen. Jakarta heeft al een voorzet gegeven door te zeggen: laat zien op welke wijze en wanneer jullie geschiedenis door ons is kromgebogen.'
Wordt het probleem van de Papoea's in een historisch perspectief geplaatst, dan wordt ook duidelijk welke rol Nederland verder kan spelen. Kaisiepo: Nederland heeft het gebied immers drieëneenhalve eeuw beheerst. De relatie tussen Nederland en Indonesië zal de positie van de Papoea's mede bepalen. Het signaal dat van de huidige ontwikkelingen uitgaat, is: laten we dan bekijken of we gezamenlijk de geschiedenis recht kunnen zetten. Daar ligt voor jonge papoea-intellectuelen een enorme uitdaging.' Een van de problemen waarmee ze te maken hebben is, dat de Indonesische president Wahid heeft gezegd dat een staat oprichten binnen een staat niet kan, 'want daar komt geweld van.' De denkfout die hij maakt, is dat de Papoea's geen vrijstaat Papoea binnen Indonesië willen, maar los ervan. Op intellectueel niveau valt daar momenteel over te praten. Er is een sfeer van: laten we om de tafel gaan zitten. Kijk, dat is voor de Papoea's belangrijk. Zolang er wordt gepraat wordt er niet gevochten. Een cruciaal verschil met de periode-Soeharto en Habibie. Er is veel trammelant in Indonesië tussen al die verschillende groepen, maar de democratische beweging heeft duidelijk gezegd: we gaan niet meer moorden en ook geen mensen meer vanwege hun politieke overtuiging in de gevangenis stoppen. Gus Dur heeft voor al die praktijken sinds 38 jaar alle verantwoordelijkheid op zich genomen en daarvoor zijn verontschuldiging aangeboden. Ook dat is van cruciaal belang voor het op gang brengen van verzoening.'
Even cruciaal is volgens Kaisiepo, dat bij de algemener wordende roep om onafhankelijkheid tegen de migranten wordt gezegd: als je wilt blijven in een vrij, onafhankelijk West-Papoea, ben je van harte welkom. Dat is niet alleen zeer humaan, maar ook politiek heel belangrijk. Daarmee breng je ook in die groepen een belangenafweging op gang. Het gaat de Papoea's erom, dat Jakarta niet langer bepaalt hoeveel honderdduizenden migranten er in West-Irian moeten gaan wonen. Er wordt nu steeds over onze hoofden heen beslist.'

Dat Irian Jaya volgens Gus Dur voortaan 'West-Papua' genoemd mag worden, is volgens Kaisiepo feitelijk de teruggave van een stukje van de identiteit' van de Papoea's. Het protocollair hijsen van onze vlag onderstreept dat.'
Een weg terug is er niet, denkt hij. Maar zal dat ook werkelijk leiden tot 'zelfbeschikking', zoals het VN-handvest voorschrijft?
Kaisiepo is er optimistisch over. 'In het VN-charter staat dat zelfbeschikking een continu proces is, en dat ieder volk het op elk moment kan krijgen. Het zijn louter globale politieke en sociale omstandigheden die bepalen dat het ene volk wel en het ander geen zelfbeschikking kent. Zo simpel ligt het.
Er komt nu zowel in Nederland als in Indonesië een onderzoek naar de vraag of de overdracht van het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea aan Indonesië in 1969 wel eerlijk is verlopen. We hebben tegen Van Aartsen gezegd: vraag ook de Papoea's naar hun mening. Onze vaders leven nog. Ze zijn destijds naar New York gegaan om de zogenaamd 'vrije keuze' voor de Papoea's te ondersteunen. Uit stukken van de Australische geheime dienst is gebleken, dat deze dienst met de Nederlandse heeft samengewerkt om de Papoea's te dwarsbomen.
Het verdere scenario kan alle kanten op. De 'eenheidsstaat' Indonesië, met zijn mengeling van culturen en volken, kan uiteen vallen. Dan is het voor de Papoea's van levensbelang dat ze goed georganiseerd zijn. Want in dat geval zijn ze op zichzelf aangewezen voor hun verdere ontwikkeling. Het ontbreekt hun aan voldoende opgeleide jonge mensen om dat grote land administratief te besturen. Wordt ons voldoende ruimte en tijd gegund, dan zijn we binnen twee jaar in staat met Jakarta de dialoog' over zelfbeschikking te voeren en te inventariseren wat we met West-Irian willen. Daarna heb je ten minste drie jaar nodig om te bekijken hoe je een en ander in werking kunt zetten. De psyche van de Papoea's is momenteel: of Indonesië uiteen valt of niet, daar hebben we niets mee te maken, we gaan nu al onze eigen weg, onafhankelijk van Indonesië of met een hoge mate van autonomie. De Papoea's leven momenteel in het begin van een overgangstijd: in welk vorm gieten we onze vrijheid?'
Maar tien keer moeilijker dan het verkrijgen van vrijheid, is het probleem hoe een eenheid te maken van de 240 verschillende Papoea-stammen die West-Irian telt. Kaisiepo zegt daarover: Alle verschillen moet je voorzien van iets supranationaals. Dat wordt inderdaad heel moeilijk, maar ook daarbij heb je een ruime mate van autonomie nodig. Je moet iedere Papoea, ook die in de onherbergzame gebieden in het binnenland, met de nieuwe tijd in aanraking brengen. De Amungme-stam in de hooglanden bijvoorbeeld, zegt: we zijn eerst Amungme, daarna Papoea's. Het Nabire-volk idem. De Muju eveneens. Die slag moet eerst worden gemaakt, ongeacht of je autonoom bent of niet. Eerst moet die zelfidentificatie er komen: we zijn allen Papoea's, en we hanteren naast onze verschillen hetzelfde rechtssysteem.'

Jos Teunissen


Webmaster: Chris P. van der Klauw