Papoea's voelen zich gereduceerd tot tweederangsburgers in hun eigen provincie in Indonesië. De onvrede groeit.
Veel papoea's zitten er niet in het vliegtuig van Jakarta naar
Jayapura. Een stuk of tien. De overige passagiers komen uit de rest
van Indonesië: vooral Sulawesi, Sumatra en Java.
Dit zijn de
Indonesiërs die de loketten op het vliegveld bevolken, de balie van
het reisbureau, het hotel, de Kentucky Fried Chicken, de nieuwe
shoppingmall, de eethuisjes en alle andere winkels van Jayapura.
Toraja uit Sulawesi bouwen een heel winkelcentrum aan de weg van
Jayapura naar Sentani, de chauffeur van de taxi is een Boeginees uit
Makassar. Als er al ergens een papoea werkt, is het de schoonmaker
of de portier, afgezien van de gelukkigen die een baan bij de
overheid hebben gekregen.
Papoea-vlag
De papoea's in Jayapura hangen vooral op straat. Zij spelen domino
en kauwen siri en spugen het sap op de grond die overal net zo rood
ziet als het trottoir
bij de Chinees in Nederland op Nieuwjaarsdag.
Papoea's verkopen groente op de traditionele markt aan de voet van
de reusachtige Kentucky Fried Chicken. Zij verkopen siri-pakketjes (siri,
wee noten en een beetje kalk) en armbandjes in de kleuren van de
Papoea-vlag.
Dat mag, sinds Papoea in 2001 'speciale autonome' heeft gekregen.
Volgens de wet die toen werd ingevoerd, mocht de provincie de naam
veranderen van Irian Jaya in Papoea, en mochten de papoea's hun
eigen vlag hijsen naast die van Indonesië. Een wet is echter maar
papier. De vlag om je pols dragen wordt nog getolereerd, maar een
jaar geleden is nog iemand door een rechtbank wegens landverraad
veroordeeld na het hijsen van de vlag.
De traditionele markt voor de KFC is a drie keer verplaatst. Hij
schuift steeds verder uit het zicht. Waar hij weg moet, verschijnen
de verkopers van kleding en elektronica - allemaal 'pendatang',
nieuwkomers. De papoeavrouwen die op de parkeerplaats voor de
fastfoodgigant hun wortels en knollen verkopen, hebben al te horen
gekregen dat ook zij moeten vertrekken, weg uit het centrum, in de
richting van de haven.
Onbetaalbaar
Speciale autonomie betekent voor de papoea's van Jayapura niet dat
het ze beter gaat. Het vele extra geld dat met de autonomie gepaard
gaat bereikt ze niet. Dat gaat op aan andere zaken. Voor de papoea's
is alles alleen maar duur en onbetaalbaar, want alles, zelfs de
zoete ubi, hun lievelingsvoedsel komt van ver. De gezichten staan
strak. Een oudere Nederlandse toeriste zegt verdrietig: "Je kunt de
onderdrukking aan hun gezichten zien." Zij is een van de weinige
toeristen die de provincie bezoeken.
Behalve papoea's ontbreken ook de westerlingen in het vliegtuig naar
Jayapura. Officieel is er geen enkele belemmering om naar de meest
oostelijke provincie van Indonesië te reizen, maar in de praktijk
valt dat niet altijd mee. Een reisgenoot van de toeriste had Papoea
als bestemming ingevuld en hem werd het visum geweigerd. Hij was
niet de enige.
Journalisten
Ruim achttien maanden lang is niet één buitenlandse journalist in
Papoea geweest. Alle aanvragen van journalisten werden zonder opgaaf
van reden door de Indonesische overheid geweigerd. Pas deze week
kregen twee journalisten toestemming de provincie te bezoeken.
Formeel is er dus geen verbod om naar Papoea te reizen.
Minister van Defensie Juwono Sudarsono heeft echter onlangs in een
interview toegegeven dat het reisverbod voor journalisten naar
Papoea wel degelijk regeringsbeleid was. Achttien maanden was de
provincie op slot, en dat mocht wat hem betreft ook zo blijven.
Journalisten, en vooral ook leden van mensenrechtengroepen, horen
niet in Papoea thuis, zei hij. Die wakkeren daar alleen maar
"separatisme" aan.
Copyright Radio Nederland Wereldomroep 2007
|