|
Aardbevingsramp trof Nieuw Guinea
Wie helpt pater van der Stap helpen? Leidschendammer woensdag 22 september 1976
Via zijn in Leidschendam wonende zuster ontvingen wij een brief
van pater Piet van der Stap, die hij vorige maand schreef vanuit
zijn missiepost in Abmisibil in centraal Nieuw-Guinea. Velen van
onze lezers en in het bijzonder de parochianen van de Petrus- en
Pauluskerk aan de Leidschendamse Sluiskant, waar hij vorig jaar nog
enkele maanden verbleef, zullen hem kennen. Ook in Voorschoten, waar
hij in vroeger jaren dikwijls bij zijn zuster aan de Leidseweg
verbleef, is hij geen onbekende.
Uit de brief van pater van der Stap lezen wij eigenlijk pas voor het
eerst door welk een bijna-onvoorstelbare ramp Nieuw-Guinea in juni
getroffen is. Nog steeds is niet duidelijk hoeveel mensen daar het
slachtoffer zijn geworden van de aardbevingen en zelfs deze
missionaris kan voor zijn eigen, zwaar getroffen gebied, weinig meer
doen dan afgaan op de officiële, waarschijnlijk zeer onvolledige,
maar niettemin onthutsende, gegevens. Niet dat hij voor de kille
cijfers veel belangstelling toont, want pater van der Stap komt uit
zijn eigen brief naar voren als iemand die geeft zonder te vragen.
Maar tevens als een missionaris, die best nog wat materiële hulp kan
gebruiken. Daarom heeft de brief van pater Piet van der Stap, die
wij hier onder onverkort weergeven, nog een vervolg van zijn zuster,
die de lezers een voorstel doet „onze" man in Nieuw-Guinea
financieel te steunen.
,,Beste allemaal,
Het wordt tijd dat ik weer eens iets van me laat horen na alle
wederwaardigheden van de laatste twee maanden. Zoals ik al
geschreven heb ben ik getrakteerd op enkele honderden aardbevingen,
de eerste twee weken na de 26e juni waren het er 273 seismologisch
gesproken — maar waarneembaar waren er niet meer dan drie of vier
per dag die van lieverlee in frequentie en hevigheid afnamen; de
laatste schok was vannacht om twee uur, maar ik ben er mijn bed niet
voor uitgeweest.
Laat ik chronologisch te werk gaan: 26 juni een aardbeving van 7,2
op de schaal van Richter, die volgens de laatste officiële gegevens
aan 650 mensen het leven heeft gekost, terwijl er nog 5000 mensen
vermist worden (en dus?); verder zijn er 5000 kinderen die zorg
behoeven en moeten er 15000 mensen verhuizen (o.a. ondergetekende,
als de plannen doorgaan).
De bestuursman hier, een goede vent,
raakte in paniek en vluchtte eerst naar Wamena, kwam na 8 of 10
dagen terug en vluchtte toen naar de kust, vanwaar hij werd
teruggestuurd na een paar weken. Van een collega van hem hoorde ik
dat hij aan de kust de eerste paar dagen gewoon zat te schokken van
de
zenuwen, hij kon zelfs geen hap rijst naar zijn mond brengen.
Zodoende kwam het helemaal op mij neer om paniek bij de mensen te
voorkomen of te bestrijden, en dat terwijl ik zelf zo bang was.
's
Nachts sliep ik (aanvankelijk met mijn kleren aan) in de huiskamer met
naast me de twee meisjes, met een zaklantaarn in de hand en een
klein lampje (op de accu) aan om de weg naar de deur te kunnen
vinden. Echt slapen doe je dan natuurlijk niet, want elke |
|
keer als het huis kraakt zit je meteen
overeind en heb je je lantaarn, je slippers en je regenjas al in de
hand voordat je eigenlijk „wakker" bent, je hebt geen idee van de spanning,
wekenlang, want naar de w.c. gaan is een riskant bedrijf, een bad
nemen is de dood tarten, eten koken is een enorm risico in een huis
van hout en riet; als de meisjes dan ook aan het koken waren hadden
ze cosigne: jij blaast dat pretroleumstel uit, en jij dat, en
wegwezen; zelf zat ik met een emmer water klaar om de blauwbrander
te doven alvorens te vluchten.
De kerk in Wamena, de hoofdstatie.
Na vier weken kwam pater Overste die zich niet eerder had kunnen
vrijmaken op bezoek; ik moest nog naar Wamena (250 km. hier vandaan)
om mijn vingerafdrukken te zetten (alle vreemdelingen moeten een
speciale pas hebben) en de Overste gaf me bevel: ga uit Wamena maar
een weekje naar de kust om te slapen.
's Maandags op het vliegtuig gestapt naar Wamena; de route ging
precies over het epicentrum van de aardebe-vingen. Mijn God, wat zag
het er uit!
Hele bergen omlaag gestort, over een afstand van honderd kilometer
geen boom of grassprietje meer te zien, alle aarde verdwenen. De
bergen stonden in hun naaktheid van steen zonder enige bekleding,
rivieren waren droog gevallen of verstopt, acht meren waren er
ontstaan waar nooit een druppel water was en scheuren van kilometers
lang in het land (tussen haakjes: ik had eindelijk een stelletje
knolrapen in mijn tuin weten te fokken; laten die nou net in een
scheur verdwenen zijn: weg knolrapen!).
Mijn landingsstrip had een scheur van 35-40 meter lengte, niet meer
dan een bandbreedte breed, maar... hoe diep? Met een stok van drie
meter voelden we nog geen weerstand, eerst was ik bang dat de hele
strip zou omslaan en in het ravijn duiken, en dat terwijl er druk
gevlogen moest worden met eten, tenten, medicijnen enz., terwijl er
natuurlijk ook Rode Kruis-mensen en dokters ingevlogen moesten
worden. De strip heeft zich echter goed gehouden al laat de piloot
van de Poema (een knots van een helikopter) altijd even z'n motor
draaien om niet met het volle gewicht op de strip te rusten.
Dezelfde piloot, een Hollander, vloog drie dagen na de beving over
het getroffen gebied toen zijn tweede piloot iets zag bewegen op de
grond; eerst dachten ze dat het een varkens, was (we hebben hier
zwarte varkens), maar toen ze wat omlaag zakten zagen ze een
menselijk hoofd uit de grond steken: en hele club mensen was
bedolven onder een aardverschuiving, alleen hij stak net nog met
zijn hoofd boven de grond uit, en door zijn hoofd heen en weer te
bewegen had hij hun
aandacht weten-te trekken; toen ik het hoorde heb ik een hele nacht
niet geslapen: drie volle dagen had de man daar levend begraven
gestaan tot aan zijn nek toe, wetend dat óf de volgende schok hem
helemaal zou bedelven of dat hij van honger en dorst zou omkomen;
wat moet die man een angst gehad hebben. |
|
De eerste pastorie van pater Piet van der Stap in 1960 |
Goed dan: 26 juli, precies een maand na de aardbeving ben ik
naar Wamena gegaan en daags erna naar de kust, en toen: slapen,
slapen, slapen en nog eens slapen. Hoewel ik vanuit de kou in de
hitte kwam heb ik de eerste dag 's middags na tafel geslapen van
half twee tot kwart over zeven toen twee confraters samen op de deur
stonden te beuken en te schreeuwen om me wakker te krijgen: ik was
te laat voor het avondeten en... er moest natuurlijk gebridged
worden: als ik aan de kust kom moet er altijd gebridged worden: dat
gebeurde bij een MSC-er thuis. Op 14.punten bood ik klein slem, het
kon me geen barst schelen, en we hebben nog gewonnen ook!
Helaas moest ik zaterdag al weer weg, ik had graag nog een paar
dagen gebleven zonder de spanning van: wanneer komt de volgende
opdonder. Bij thuiskomst trof ik de Overste in goede konditie, maar
hij was wel blij dat hij weg kon. Ik zal hem eeuwig dankbaar blijven
voor die aflossing, het was de grootste dienst die iemand me ooit
bewezen heeft. Vorige week achtte ik het verantwoord om hier weg te
gaan zonder dat er een vervanger was; ik had n.l. nog de pastorale
zorg voor Mabilabol ook; de mensen daar hadden al in drie maanden
geen priester gezien. Dit betekende voor mij weer even ontspannen en
relaxen, en heeft heeft me goed gedaan; de zusters hebben me in
enkele dagen tijd twee kilo doen ,,groeien".
Pater Piet van der Stap in een vrolijke pose
Ik moet er erg vermoeid
hebben uitgezien toen ik aankwam (zeiden ze later) en ze hebben
alles gedaan om me op te kalefateren. In Mabilabol, ben ik in het
protestantse kerkje geweest na hun dienst- om de goede mensen te
bedanken voor een bedrag van 15000 ruphiah (ca. 100 gulden) die de
arme donders voor me bij
elkaar gebracht hadden (de gehele gemeente bestaat uit zo'n 12
volwassenen), terwijl hun kinderen (allemaal jong goed) 10.000
ruphia hadden geofferd (ca. 65 gulden).
'Van alle kanten kreeg ik hulp: de Paus stuurde me een telegram en
een groot bedrag aan de bisschop; de nuntius van Jakarta dito; idem
dito van Leo Sukoto, aartsbisschop van Jakarta (een verrekt fijne
vent); het Rode Kruis in Jakarta stuurde me drie verplegers; de
Franciskaanse provincie stuurde me |
|
een dokter en twee verpleegsters;
Duitsland schonk 7,5 miljoen dollar voor het getroffen gebied, ook
Nederland schijnt geofferd te hebben; de bisschop van Aitape (Oost
N. Guinea) stelde me een vliegtuig met piloot ter beschikking,
Mabilabol stuurde een vliegtuig vol zoete aardappelen, Jayapura
stuurde twee helikopter met pisang en zoete aardappelen.TIENTJE PER KILO
Maandag begint een luchtbrug met zoet aardappelen tussen Jiwika (Baliem)
en hier. Tussen haakjes: een kilo zoete aardappelen, aangebracht per
helikopter kost alleen aan vervoer 10 gulden! Pertamina, de Indonesische
Shell stelde een paar grote helikopters ter beschikking. Kortom, van
alle kanten krijgen we hulp. En dat doet een mens goed. Ik schaam me
niet om te bekennen dat ik gehuild heb van ontroering en dankbaarheid om
die 25000 rupiah die ik kreeg van het protestantse gemeentetje in
Mabilabol. Om alle reliefvliegtuigen goed te kunnen ontvangen op mijn
strip zijn we met een ploeg van honderd man aan de gang gegaan om de
schade te herstellen; omdat aan één kant van de strip een steile helling
staat kan ik geen vliegtuigen met lange vleugels ontvangen, maar de
hardheid is volgens één van de piloten genoeg om tweemotorige
vliegtuigen te dragen.
En mijn strip is met Bime de enige strip die nog in behoorlijke konditie
is; bij de vliegerij en het radioverkeer heeft Abmisibil nog steeds
top-prioriteit. Het was een gebeurtenis zoals ik nooit meer hoop mee te
maken; ik ben er jaren ouder van geworden, en zolang ik leef zal het me
bijblijven. Zo zal ik b.v. nooit meer slapen in een hoge flat tijdens
mijn verlof, of in een huis waar je je niet met één sprong in veiligheid
kunt brengen, 's Avonds als ik ga slapen moet ik bewust alle gedachten
aan aardbevingen van me afzetten, anders doe ik geen oog dicht, want als
je er aan gaat denken lig te stijf van schrik in bed te wachten op de
volgende schok. God zij dank wordt het nu van lieverlee minder en
herneemt het leven zijn normale gang; van de twee schooltjes die ik heb
gesloten gaat er na de vakantie weer een open (het hoofd van de school
acht het verantwoord), de andere school zal ik moeten afbreken: hij ligt
aan de voet van een nagenoeg loodrechte helling.
Zondag 22 augustus. Vannacht om half twee nog een paar pittige schokken
gehad; ik wou dat het eens afgelopen was met dat gedonder, je wordt er
doodmoe van. Juist gisteren gehoord dat de man, die drie dagen levend
begraven heeft gestaan onlangs uit het ziekenhuis ontslagen is, helemaal
o.k.!
Ik ben benieuwd waar ik over een jaar zal zitten: hier of een week gaans
naar het noorden aan de voet van de bergen; het gouvernement schijnt ons
te willen laten verhuizen. Wat is de regen, wat is de drup? Aardbevingen
hier of tropische ziekten daar? Lieve mensen, ik moet nu eindigen,
allemaal hartelijke groeten en beste wensen en tot een volgende keer".
w.g. Piet
(Pater dr. P. A. M. van der Stap ofm). |
|